
Moeder , die van de zeshonderd ,
z y gemakkelyk draagt , niet meer dats
agt o f tien , o f minder in ¿dn gaatje
plaatst — ^ de V'/orm , die ey uit k om t',
voorzien met zes pooten , ‘ gebruikende
bet eerile paar voor een houweel o f fpaa-
ie 5 om' de aarde te openen * daarin twee
voeten diep te kruipen , en' ei- ¿¿ri jaar
lang in te blyven , waarna hy e/ uit
komt , zieh aan eepeq boom hegt , en
een Klekel wol-dt wat dunkt ü van dit
Maakfel , van den Zang deefees* Vadcrs ,
van de Zorg deezer Moeder , en vari de'
Handigheid deezes Kinds ? 'W t e ' is de"
Menschlyke Hand , welke de - weerga4
hiervan kan toeflrelleh ?. Veelen zulker zin-
gende konsdlukken zyn er in onze Velden
to t vermaak onzer Landlieden , die dii
fraaie Orgels van onzen- konstigen h es ,
en de oude Klavecirnbels van den beroem-
äen ri'ckers 'misfen. ♦ '
' V . Zyn er meer zulke Diertjes ?,
A. Naastby' de Sprinkhaanen en Krekels,
komen de VELD.- en hüiskrieken ; de eerften
zwarter; qn dicker dan de laatften ,
die zo, gemeehzaam agter- de Ovens by
onze Bakkers , en agter de Haardfteden
onzer Landliedcn woonen , en , al hooren
ze hen , geheele avöndeh , en win-
vrymoedig deorzingen ,
en
terfche nagten
en fchynen hen te willen vermaaken : tep.
\Vyl ‘de" eerften -het ' licht fchuuwen , en
dp" het ininste gerügt zwygèn — Zìe
daar drie zingende Irifedlen , ' met dezelfde
werktuigen tot den Zang voorzien __ -
G y zult egter ligtelyk können waärneemen ,
dat er in de- Stemmen' d er'Krekels zekere
Valien zyn , al .kennen ' w y ' ze piet ;
Want als het Mannetje het W y fje rOept j
doet het dit met eén hard ‘ geluid , als
fchreeuWehde •; doch innert z y , dan laat
hy z y n e 'S te rn eenige toonen daalen,
' V . Zou' ik' immer die hoedanigheden in
zulke geringe Infeften gezogt hebben !
A. W y vinden -ih ’ de Schepping , dik-
w e r f tbeVallig , doch méest door naauw-
Iceurige' Waarneerningen - Wonderen , .älfe
w y niet verwägt hebben ■ G y ziet
daar een ' klein bekénd fraai Torretje op
een Le'lieblad , dat ' my verpligt U te
leiden , tòt het groot , verwonderlyk verfcheiden
èn fraai Gèllàgt van "deczé |n*
feften 5 di'e wy 'overal vinden.
" V. Ik 'z a f tè vrede zyn , wanneer g y
er m y ' eeiV weinig van zegt. ' i
A . ' G y zu k , denk ik , niet te vrede
zyn , wanneer ik . alleen zeg , dat zy-
Harde dekfchilden hebben : fommigen giczwarte
: anderen verfchillende groene o f
^pode , blaauwe o f gouden „ gevlakte o f
on-
■■-T
'] ■ ' • f r ft r- ! 5-- . " , "-li;
' I ' ' ■ ■/ U, i
IT '
A’ !
i- \ i ’
A ß -