
R- M.
toe zyn , dan om Zaad , -om goed vast
Brand- en Timmerhout , e n ' eindelyk , ’ t
feen het voornaamfte is , om fchoon zuiver
Blad te geeven , waarvan men hem
"eheel berooven kan zonder dat hy fterft.
Eene hoedanigheid, aan alle onze Boomen"
m o g e lyk , geweigerd, w y l z y niet gefchaa«
ven zyn J om 'Wormen met hun Blad tot
zuike nuttige einden te voeden.- ’ t Is waar ,
T'iikhn Linden en anderen worden wel e e h s ,
■ i l het voorjaar , kaal gegeeten door de Rupzen
en ftaan in het najaar weer vo l loofs ;
maar hebben z y de Steeled met de Bladeren
verlooren ? O f doet c r 'd i t niets ■ toe ?
Zouden z y het -leven behouden , als liien
hen in het midden des Zomers dus aantastte
? Z y krygen ten minften hunne Bladeren
niet zo " fpoedig t e r u g a l s 'de witte
Moerbezieboofef. -
■ V.' Den Boom Van ’ t blad te beroovea
zDnder dat hy fterft 1 . . . .
"'-A: D i t - 'h e b ' ik honderdmaalen gezien !
O f ook dé zwarte Moerbezieb’ootrf ftit ver'«
draagen kan ^ w e e f ik niet zeker.' Eeim
heb ik e en en 'v a n de mynen- door zulk
eene plonderidg zien fterven'.' Dan , deeze
witte foort ftaat dat " volkomen door 3
VYclke byzonderheid ons uitneemeiid fchil-
dert Gods beste fehikking , Gods dubbele
zorg voor den" W o rm en voor den Boom.
. D e
Z y d E W 0 R M. I3E
De eerfte kan dus zo -lang voedfél vinden
, als er één Blaadje aan de takken-
is , en de laatfte kan alies laaten afplukken
zonder te- fterven , en egter daarna
met nieuwe Bladeren- fpoetiig'■ pryken, : ah
les , óm z a g te -Jigte Eleederen te geeven
aan de Oosterlingeü-, die im eene'!'heete
Luchtftreek , waar de Zydéwórm , -gelyk-
ik z e id e , een Inboorling i s , geene warme
laakens o f wolle ftoffen kunnen draagen.
W y , . die deezen Boom hier te lande zo
wél zien deren , leeren "er""" uit , dat - de
goede Regeerder der Waeréld' ons hiét
heeft willen weigeren dezelfde fraaie klee-'
ding in brandheete " -Zomers -: "des z-ouden
w y , die jaarlyks zo veel tonnen gouds
voor buitenlaridfche Zyde uitgeeven , een
groot deel van dit geld kunnen inhouden ,
indien deeze Boom iñ alle . onze Vader-
landfcHe Grònden groeiem , en het ,overige
Z ö wéí- w i r geiükkem V dat de ' winst
tegen de onkosten kan opweegen , waarvan
de proef noch genomen moet w o r den.
V.' G e e f my toch eene Befehryving van
de gemelde Zydeteelt. - ’
A . Men ontbiet de Eitjes uit Italie en
Spanje , o f ze hier gewonnen hebbende ,,
bewaart men ze zeer zorgvuMig" in" wollen
lappen' tegens den vorst op eeaej warm-
I 2 ’ tc
a !
' i ’f
I ä
; f f