
i í :| (I
214 t r e g t e r w y z e v e e l v o e t e n .
g y derzelver Hoofden ziet. Rondom elk
ilaan veertig Armen , aan den bovenkant
bmten omgebogen, » met r welken z y ? eene
beweeging maaken in ft water , waardoor
het voedfel naar den »Mond toeilroomt :
doch zo die gemaakte beweeging niet langer
aan t Diertje behaagt , o f wanneer
het op die w y z e , geene Infedlen v an gt,
vcrwekt het eenen anderen tegenftrydigen
• cm. Valt er op de p laa ts, daar het
'■ ; liiets meer te betrappen 4 dan
deeze geheele Colonie . van Diertjes
tot de verhuizing : z y . vertrekt indedaad
naar eene andere plaats , daar meer
te vangen is. Als het getal grooter geworden
i s , (want ze groeien aan) "fplyt
de wooning in twee J e d e n , die zieh van-
den fcheiden , en afzonderlyk in ft z e l f
de glas gaan * leeven. Het jjilJerverwtinder-
lyk ile is , dat ze ook d o o r : Eieren » vermenigvuldigen
, en wel , dat men dezel-
ven , uit het water genomen hebbende,
geheele maandenJang , droog kan . bewaa«
r e n , gelyk de Eieren der Zydewormen,
en , naderhand in het "water zaaiende , Jaar-
oit jongen kan zien voortkomen.
V . Zullen w y nog al meer z ie n ?
A. Ongetwyfeld zult g y ook zien de
T R E G T E RWY Z E V E E LVOE T EN , Van WelkCD elk
weJ in -ft byzonder leeft ; doch,» veelal
I. ' ;vert
r e g t e r w y z e v e e l v o e t e n . 2 X 5
verfcheiden' by elkander. Hun lichaam
zweemt naar eenen Tregter , aan welks
onderfte een lange ftaart vast is , dien z y
als eene fchroef op winden , en met wiens
uiterfte z y aan de Waterplanten vast z itten.
,Is er ftilte in ft w a t e r , dan verlengen
z y deezen zeer konstigen ftaart ,
doch by de minste beweging trekken z y
dien in met eenen fchielyken hort.
V . Hoe veele Wonderen , waare proeven
eener onbegryplyke Konst en Magt ,
zyn er dan niet in uwen V y v e r I G y
houdt my volkomen in. de oude verwarring
! N o g minder kan ik nu bepaalen ,
welken onder de gefchaapen’ dingen de
fchoonften , de konstigften zyn.
A . G e lo o f my , ik ben ryker dan ik
z e lf w e e t ! W ie zal z e g g e n , wat e r - a l
niet verder in dit water fchuilt ! T y d en
Waarneeming zullen het ohs leeren. "
V . G y houdt egter , hoop ik , noch
niet op ' met my te onderwyzen ! Zeg- my
noch wat meer van zulke konstftukken on-
zes Maakers.
A. Weet g y wel , dat onze Zamenfpraak
lang is uitgerekt geworden ? Is heC
dan noch geen tyd , om nu te eindigen ?
V . V o o r ' my noch niet !
A. G y moet U met de befchryving van
noch één Diertje te vrede houden , en dan
O 4 voori
'
1 I
1.? Í