
! • f i ^ ./■iff í
I f
Vrucht ----- en dat alie Landen ten deele
algemeene , ten deele byzondere Planten
hebben.
■ V. En welke lluitreden moet ik dan uit
zo veeie verwonderlyk verfchillende , eg-
/ ftandvastige Verfchynfelen in de Plan-
» trekken ?
De opgetelde menigvuldige Verfchei-
- iheid in Planten J zo onnagaanbaar , ea
A daáronder gemengelde Eenvormigheid ,
-/> volmaakt , moeten U verbaazen ! Zy
■ i-.oeten Ü ook hier overtuigen zo wel
van de ohbepaalde Almagt , als van de
ondoorgrondelyke Wysheid onzes Scheppers
, die , onder zo veele .millioenen
wezens , en onder vyfentwintig duizend en
meer foorten van Planten aan elk iets
byzonders heeft willen mede deelen ,
waardoor ieder Plant dat geen bezit , het
welk dezelve van alle anderen door fchik-
king en eene andere gedaante, der Takken
en Bladeren onderfcheidt. En zeg my nu,
weik een Verftand is dit , dat alle deeze
dingen te gelyk bevatten ; welk eene
Magt , die ze ten zelfden tyde kon formeeren
; en welk eene Goedheid , die
ze tot de beste oogmerken beftemde ? Ik
verlieze my in deeze Zee van Wonderen !
V. Zekerlyk, hier verliezen we ons zeigen
! Myn hoofd krygt .duizelingen by de
bebepeinzing
" deezer onbégrypelykheden ! Die
groote Verfcheidenheid inoet nuttig zyn :
dit begryp ik ; maar waar toe zy in waarheid
dient , kan ik niet wel vatten.
A. En wie der Menfchen vat dit volkomen
! Ik begryp zeer klaar , dat de
Schepper geene vyfentwintig- duizend foorten
van Planten wilde fcheppen , of hy
moest ze alien verfchillend vormen — —
Hy kon ' geene Overgangen in de groote
voonbrenging aller dingen maaken , Hy
kon alles niet tot één Werk zamen binden
, of er moest. Ver fcheidenheid zyn — -
Hy kon niet aan Menfchen Dieren , Vogelen
, Visfchen ?en Infeélen onderfcheiden
kost en geneesmiddelen geeven zonder
deeze Verfcheidenheid ——- Hy kon ze
ons niet leeren kennen , zonder ze diè
hoedanigheid eigen te maaken ------ Hy
kon- ons hier zo veele fchoone merktekenen
van Grootheid , Alvermogen , Wysheid
, Goedheid , ■ Orde en Pragt niet
geeven , zonder de eene Plant anders dan
de ander-e ,toe te ftellen»——• Hy kon.ri .
V. Wat meer ? ¡ . ;'■»
A; Ik wilde meer zeggen ; maar het
mangelt my hier aän doorzig't van andere
oogmerken des heerlyken Scheppers. In dit
ftuk V zyn diepten ; die noch niet -gepeild
zyn; Eeuwig. Verauft , help ons -ia
i n . DEEL. dee-
1Ì:X :
0
%
‘V ’ l
f:-
Í '*'1
i i \
Jr
;
i:\
■»* L
tai; I
hSi
'm I
1:1 .
'i A