
■«
i
■JF " ’ ft]
f
I ) . •
i f f
h
te '
fr ij I
?i ■' F-s •• 5
I \
1
ff.: i r
•V, :;
*• Í
j ■:!
X - I
r - ' - ; i ’ ^
• V
■
r V - ' 1ii ’■ 1
fi Í
W, \ j 1 1
M
‘ T
f
11 .4 "• I»-. ■ Í ,!?.* 1 ■
g v
ri„;
i i ' I
'■ ' V;
4 i
■ i ji r i Mi
i ■; Í
, ll It
7 ¡,4
»i
'(
: r i ,7
i"
rir
' t ®
3 7 8 V R Ü C H T B O O M E N.
V . Duldt noch edne bedenking 1 ft Is
jammer , dat men zo lang moet wagten ,
eer men van den Zaadkorreltje eenen vrucht-
draagenden Boom krygt,
A. Ik erken , dat het langzaam toe-
• c , eer een Boom zo ver komt : d an ,
goede God heeft ook hierin ten onzen
te voorzien. Hoe fchielyk kan men
m vruchtdraagenden Boom krygen dpor
i. ifzetfels der Wortelen , door het inoiren
, o f door het inenten ! We lk
;; verwonderlyke Vruchtbaarheid z it er
V- ¿"n Ent , in den Blad , dac , in de
Schors van eenen anderen Boom gezet ,
fchielyk eenen fchoonen Boom levert. Anders
kan men Takken in den grond leggen
, om er fpoedig eenen Boom uic te
trekken ; o f anderen , gelyk men met de
Wilgen doet , maar in den grond fteeken
, en z y groeien aanftonds. En wilt
g y al niet de moeite neemen , om voor-
uit te zorgen , en Kweektuinen van Boomen
aan te leggen ; het beroemde Dorp
Boskoop levert genoeg Boomen , en Stammen
van allerleie foort voor weinige ftui-
vers : het kan er ons ganfche Vaderland
mede voorzien , waarom het verdient ,
vroeg o f laat , van Ü bezigtigd te wor-
^den , alzo gy daar het heerlykfte Tooneel
van Vruchtbaarheid met verbaasdheid zult
befchouwen. V . Hoe
b r a n d n e t e l . 379
V . Hoe günstig is dan de Hemelfche
Voorzienigheid ten aanziene der Vruchtbaarheid
in de Boomen !
A. En hoe zonderling is dezelve tevens
in fommigen I De ervaaren Amfterdamfche
Heelmeester sw a g e r m a n heeft ons g e le e rd ,
dat er te Heemftede eene byzondere foort
van Appelboomen is , die wel Vruchten
geeft , welken Hy my heeft laaten zien ,
maar die nooit bloeit. Er komen wel kleine
Bloembladeren aan. denzelven ; maar
z y gaan nimmer open. D e Vrucht wordt
er egter in gevormd ; doch de geflooten
Bloem geen Stuifmeel van anderen ontvau-
gen hebbende , zo zyn de Zaaden on-
vruchtbaar ; des deeze fóbílt' Ván Booinen
niet dan door looten is voort te planten.
V . Ik ben zo even , by het opraapen
van deezen A p p e l, door eene b r a n d n e t e l
gefteeken , en gy dult noch die booze
Plant in uwen Boomgaard ?
A. Kunt g y kwalyk neemen , dat de
Schepper aan deeze en veele andere Planten
Stekels gaf ; dat hy ze door die wa penen
beveiligde , op dat Kinders o f Dieren
dezelven niet zouden uitrukken , dewyl
z e aan zeer veele Infeélen den kost geeven
, en zelfs een Geneesmiddel voor den
Menseh zyn ? Van de draadagtige vezels
deezer Plant , waarvan de konst reeds g e leerd
? 4
'il
fM
i f
I Í