
*■
til I
li»!/»
I f
290 S T E E L D E R B L A D E R EN. .
A. Met weinige ! B'efehouw de Stee.
len , g y zu lt - veelen rond vinden : hierdoor
kan het daarop vallend Water naar
.; c Knop afloopen ; doch in meer Plane
n zyn ze , min o f meer , gootswy-
: .. ¿•. ra :akt , om het Water des Regens
c Daauws , op de Bladeren vallennaar
het Knopje , dat groeien
befproeid moet worden ,, a f te leiden.
vVelk een vooruitzigt in eene zo geringe
zaak , by de eertte Schepping waargenoo*
men !V • . ; . : '
■' V. Zeker ! Ook hier ze gt g y my bekoorende
dingen.
A . Er is noch iets anders i, der Planten
eigen , dat ü ook bekooren zaJ.
• V . Noch iets anders ? ■ ;
A. Ja ! Derzelver gevoeligheid , „ eene
•wonderbaare eigenfchap ! Zo g y niet '■ an*
ders dan eene verwonderlyke rigting hierin
vinden kunt , dat , wanneer gy de
Takken dermaate omkromt , dat , de b e nedenfte
oppervlakte , naar den Hemel
gekeerd zynde , alle Bladeren zieh zullen
omwenden , en hunne eerfte houding weer
aanneemen — dat de Bladeren van
Planten , in eenen kelder gezaaid o f geze
t , zieh naar de vensters zullen uit-
ftrekken , alzo z y miet alleen het licht ,
maar ook eene zuivere lucht bemintien — •
. - I dat
© E V O E L l G H f i l D ,
dac veele Bladeren de Zon volgen , zyn d
e , ’s morgens, met hunne oppervlakte naar
het Oosten , ’s middags naar het Zuiden,
en ’s avonds naar ’t Westen gekeerd ------
dat z e , in den Nagt o f by regenagtig
Weder , grondlynig uitgeftrekt zyn — -
dat de Bladeren van de Klaver , en van
de wilde Zuring opryzen by het aanko-
iTien van eenen Storm ; gy zulc ze , dit
wél opmerkende , ten minften onder de
nederigen wel willen teilen : en , wanneer
g y , behalven het gezegde., ’t Kruid-
je roer me niet , (Impatiens noli tangere)
op ’ t aanraaken van uwen vinger , zieh
ziet intrekken , o f ftuiptrekkingen en be-
roerten ondergaan , als g y er eenen Droppel
fterk Waters op laat vallen , als g y
ze met den damp van Zwavel , o f mec
de uitwaasfeming van eenen fynen Olie
b e ro o k ts dan zult gy immers niec weigeren
, dezelven het 'g e v o e l toe te
kennen ? ?
V . Waartoe dient den Planten deeze
zonderlinge hoedanigheid ? . ;
A . Z y : trekken d u s , door deeze Godlyk
e beftelling , naar zieh dat nuttig.
to t baar onderhoud is , en vermydeh
wat haar befchadigen kan — ^ W ie kan
•dit anders dan met vermaak , o f laat ik
liever zeggen , .met . ontzetting befchouwen i
T a Elk
ti'.
...'-Mft?" ß- MS|
m
"If " i
Tit i
ß' i
>1
i?'
Í
i ' l l
'm
vi.
Í S
I • tl