
1
£oom vroeg open ; geen van allen draagt
noch Zaad , maar wel eene Bloem. Deeze ,
die anders altyd buiten aan de Takjes der
Boomen is , z it midden in deeze Vrucht ;
niemant ze vermoeden zou. .
Men zegge* wat men wil : nu ik
zo, w é l ken , vindt ik e r , - fchoone cn
..fan d ig e trekken eener eeuwige W y s -
<.rX in ! ‘ ' ' • , ' j
En noch ben ik niet aan het einde .
i : , ; / y l de. Winter, geene Vruchten g e e f t ;
T allen , ¿moesten z s aan den Boom b ly ven
hangen, tot, dat ze volkomen eetbaar
waren ligt ; geftoolen zouden. worden in
eenen tyd , wanneer de Vruchten zeldzaam
zyn i / w y l» wy» de konst ipaa«
ren moeten : leeren , daarom verfchillen de
eigenfehappen .der .Vruchten., ; Eenigen kunnen
maar korten tyd, goed blyven : doch
aa,deren , zo,. baift :als een fteen ,. duuren^
rot;, datv de volgende Vruchten aankomen :
in, a l le ; welke diggen eene nieuwe. zonder-,
ünge., proef der' Voorzienigheid. doorfteekt. •
.,y . Bleeyeg de . g e en e a , die fmaakeloos
zuur o f wiang z y n , aan de Boomen hange
® , .w ie ¿ izo« ; ze fteelen ?;■'
A . Weet :^y n i e t , dat „de. Mensch de
Í kq is t; ¿geleerd ■ heefe y- om zieh byna alles
ig,n mutte, te .¿maaken ; d a t . een klein b y -
¿ vaegfel van Suiker de zuure o f wrang©
. , V ru eh *
371
Vru ch ten, zoet , l ie f ly k , en dus.aange?
naam ter fp y ze doet worden ? ¿D f »denkt
g y , dat de Dieven deeze konst fiiet wee?
ten ? .
V. Welke tekenen van Rypheid g a f God
aan die Vriicht.en ? . . ;
A. G y vraagt dit met regt : wagt het
is yan ,zeer yeel belang ; de Vruchten
niet te ,vroeg te plukken, tpt nadeel on?
ze r gezondheid .,. npg . te Jagg tot derzeit
ver bederf aan den Boom t e ¿Jaaten han;"
gen. ’ c Is dag t y d, om aan ft , werk ; te
gaan , yranneer »de ■ Steel begint te ver«
w e lk e n , o f wanneer de Vrucht geel w o rd t ;
p f door eea, zagt„windje , „ oifii:OP hgt aan-
raaken onzer vingeren afvajf ¿w:{ínt zo
lang , de. Steel vast . zit , is het reen be,-
w y s , , , dat de Boom noch ¿..ygedfel door
deeze buis aan de, Vrucht tgeyoert. t©j
verdere. rypheid., ,
y . Jk ondergeem noc.h, ééne y raag . te
doen. ¿jWaarom: worden ¿alte Vruchten ¿niet
ryp op .denzeifden tyd ? ¿ .Waarom zo on.?
g e ly k .? .Is,;die, W^norde ,-eene waare , Or.de ?
r A - : T o t yerdeediging van ddn GoD>,:der
Orde , zal ik, U toonen;., dät Mer:¿jOrde
en geene Wanorde plaats; heeft ¿Laat
my dan deeze, ééne Vraag !meti¿véetó iande;-
re Vraagen heantwoorden. ¿Xegymy ;,/!wer-
den; z e [gllen: ¿ j e gelyk ¡.ryi^i, gdwaar zo®
A a 2 men
' t
■ r' •
! m