
f f X]
f i .
Woonende in Celletjes , die z y , netswy.
ze , op alle dingen maaken , op hoorns ,
fchulpen , fteenen , en planten , zonder
ze te kwetzen. Elk woont in zyn
Huisje , zonder gemeenfchap met anderen
te hebben ; en wanneer z y vermenigvuldigen
, worden er ook meer Celletjes gemaakt
, zo d a t , ten laatften, geheele fteenen
en planten er mede bedekt worden.
Herdenk hier , wat ik U op het Wier
heb Jaaten zien.
V . Dus zie ik de Zee niet alleen door
groote Wal visfchen ; maar ook door zeer
kleine Infeélen bewoond ! Wateren en Aarde
bevatten veelerleie PJanten ; alle Gronden
, eenige Zandwoestynen hier o f daar
uitgezonderd , zyn er mede beflaagen , en
elk Gewas heeft zyne byzonderheden , z y ne
fchoonheden , zyne nuttigheden !
A. En , zo dra gy aan de grenzen der
Zee , op Slikken en Schorren , op iaage
brakke Landen , die by alle ge-tyden on-
derloopen , den Voet zet ; zult gy zo
veele andere PJanten , zo voordeelig tegea
de Scorbut , onze gemeene Landziekte ,
ontmoeten , dat gy niet zult kunnen na-
laaten , in deezen , ’ s Scheppers Goedheid
en Z o r g , ter verligtinge onzer kwaalen , te
erkennen -— En , wanneer gy U van
de Noordzee verwydert , en in de welrie-
. JIL DEEL, X ken?
f ;
f f
■iFl"
AF
r i ? iii
Ii f I
: A '€■