
I ' X x !
r :
il
, 2
IX ai ‘ ^
! l ' A ; I/i
•ll
I 9 !f
4"; l l
x:
» U 1 N H E L M.
A. D e voorheen gevoerde Oorlogen , efi
byzonder de bloeiende Koophandel ter _Zee
hebben de aandacht onzer "Landgenooten
jin eene betere bebouwingJ" onzer Landen
ihv'leid : ook heeft ten deezen tyde de
; / J het houden van een te groot aan-
Huisbedienden ingevoerd , waardoor
het platte Land veele jonge Inboor*
n heeft onttrokken , en waarna de
' q. lbouw meer verwaarloosd is geworden.
'X beleeven egter nu den aangenaamen
; , waarin de lust onzer Vaderlanderen
is bovengekomen , om met ernst hand tot
herftelling van dit werk te flaan. Befloot
men maar tevens , om hcc Land meer
Bewooners te Jaaten houden , en dit dee!
der pragt te fnuiken !
V . Daar ftaat wederom eene Plant.
A . Z y draagt den naam van duinheltm ,
(Ariindo arenaria) aan welke de w y ze
Schepper de eigenfchap g a f , van niet in
ve tte gronden te willen groeien. Door
deeze zeldzaame en overnuttige hoedanigheid
groeit z e alleen in ' onze Zandgronden ,
en wordt daarom veel op onze Zeeduinen
geplant , om het verftuiven van het Zand
te beletten. De vermeerdering van onze
Veluwe-Zanden , waarover men met zo
veel regts geklaagd heeft , moet men ,
myns ooTdeels , ook aan het fterven deezer
g a g e l . d o o r n e n . 389
zer Plant toefchryven , tegen welk onge-
val men niet te veel bedacht kan zyn.
V . Welke is deeze fterk ruikende Struik ?
A. Ze wordt ’ t sm e e r b o o m p j e o f cACEt
(Myrica) geheeten , om dat aan de Bezien
een dik ve t Smeer zit , dat , gekookt
zynde , zieh ontbindt , en een
cenigzios aangenaam ruikend Wasch levert ,
het geen , gebleckt , wel zuiver , maäx
niet geel o f wit wil worden. Oudtyds
plagt men met deeze Bezien eenen fterken
faandel in Braband te dryven , daar men
ze tot het brouwen van Bier gebruikte ;
doch deeze is om redenen , my onbeken
d, thans v e r v a lle n . XRuk er eenen fteel
a f , en ruik den fterken geur der Bladeren.
V . En welke zyn die andere Struiken ?
A. Hier ftaan er verfcheiden f Z y behooren
tot het groot getal van d o o r n e n ,
zeer goed , om de wallen der Akkers en
Tuinen te beplanten tegens het inloopen
van het vee. Aan eenigen van dezelven
wast eene byster wrange foort van Bezien ,
welke in den Herfst den hittigen jager tot
eene yerkwikking dienen , en deszelfs eec-
lust aanwakkeren, geevende hem eenen fris ■
fchen mond. Deeze Bezien heefc de w y ze
Alverzorger voornaamelyk verordend , om de
in den Winter- tot ons overkomende Vogelen ,
op dezelven , dan zoet geworden zynde , te
anthaalen , wanneer er eldeb weinig voor
B b 3 hun