
11
i;
•' ;! I r .
V
;í..¡kA;
ff', Ir' ff i:
■ffí
4Àg ij Ji A í
12 4 K A P E L L E N .
' kleedfel , ais ’ t Popje vertoont , leeven ?
Haalt z y in dien tyd geenen adera ?
A. Er is veel onderzoeks na gedaan ,
cn , om het gefchil uit de waereld te
helpen , heb ik geen kleinen arbeid aan-
gewend , die my geleerd heeft , dat z y
onder een glas , waaruit ik de Lucht geporapt
hadt , in vieréntwintig uuren niet
fterven , en dat de Dampen van zulke
dingen , die de Rupzen byna oogenbükke-
Jyk doodeu , de Popjes geen nadeel toe-
brengen. Mag ik dan niet daaruit befluiten
, dat z y , geduurende dien geheelen
tyd , niet ademen ?
V . O welke nieuwe en byzondere verordeningen
onder het geflagt der Rupzen»?
Laat my myne verwondering bot vieren ,
cn daarna tot dc fchoone Kapéllen wederkecrcn
?
s A . Ik heb U reeds derzelver VIeugéíen
leeren kennen ! ----- Weet nu daarenboven
, dat men ook aan dezelven de Sexe
van fommigen kan weeten , hy voorbeeld ,
het Mannetje onzer gemeene witte Kapél
js van boven wit , de voorfte wieken aan
het einde zwart , met twee gelyke vlak-
ken daarop ; ook is een derdé deel aan
den binnenrand , en een vierde aan den
voorften rand der agterfte wieken zwart :
doch het W y fje is van boven geheel w i t ,
en
A P B L Xf £ Jif, ^2^
ttí heeft het einde der wieken alleen
Kwart ----- D e Oogen der Kapéílen zyn
fraai , doch allen lichten niet , ftegts de
geenen die groot zyn , uitfteekend , en
naar het zwart hellen ------ Haar Snuit
is als eene buis , die , uitgeftrekt wordt *
wanneer ze denzelven gebruiken , om het
fap uit de Bloemen te zuigen : anders
verbergen z e dien , zeer fraai opgerold *
tusfchen twee groote lippen - G y
zult egter verfchil in de gedaante en koleur
der Snuiten vinden ; zynde eenigen
lang en plat ; anderen rond , kort en
dik - — En wanneer de Kapél haar
voedfel niet kaa . zuigen , by voorbeeld
van een ftukje Suiker , dat z y anders zeer
w é l Just , dan ftort z y er eerst een drop-
je vogts op , dat de Suiker ontbindt , o f
vloeiend maakt , en trekt dan het gefmoltene
door den Snuit omhoog - ____
Voorts kant g y zeer wel de Dag- van de
Nagt - Kapellen leeren onderfcheiden. D e
eerften , die by dag vliegen , hebben
ilaande Vleugelen/, en derzelver Poppen
hangen, meest in de open lucht aan boomen
, paalen, en kruiden : doch de ande-
yen , die by nagt vliegen * zyn voorzien
van leggende : Vleugelen , en fpinnen zieh
in Poppen , o f „ begraaven zieh in de
a a rd e , zynde hierin gelykvormig aan die
Die*
i ■: Ä 1 c
' ■ ff
1 ' i
I 'i / / k
j '
4 'ff 3■ i 1 r
.
f l .
' f f - / ^
-¿..i-i/i' (
■Af K :
".i: '
ff-'" ff;!
Air
■
'"r
k. a I:
4 / A
■ ¡.ikj
■■ff;, ' ’ ff:
Ha - ! | i i |
:: " i
ff
A
.!' T-4
ff '
^'■]1 ■
i:4
i ; fff
! ■ I
ii jF i'
iii.
‘ -•’R.
if,
ìli: