
i I i
1
J
J1
^
l i i .
|y-f
l a
T : | ,
f t M»
i
'ft
€2 Z E E - I N S E C T E N .
ren : een ander, de zakpyp geheeten, ge*
Jykt naar zulk een b la a s w e r k tu ig zeigende
met twee pypen het water in , en fpui-
tende dat wel twee o f drie voeten ver
uit — Ook zult g y er Koraal vinden, dat
geene Zeeplant , maar een Zamenilel van
Dieren is , die eene groote overeenkotnst
mec de Veelvoeten hebben En wilt
g y verder gaan , onderzoek ook ( ’t zal geen
vu il werk z yn ) de zee-spinnen „ v de zee*
xuizen , met welken alle Visfchen zyn bez
e t , enz. Ik verzekere Ü , g y z u l t , met
den Heer s l a b b e r , de verwonderlykfte In*
feften in de Zee aantreffen.
V . N o ch meer hier van !
A . Om U. te voldoen , zal ik het won*
derbaar fchcpp'end vermögen > vanr:deri On*
eindigen in drie Zee-Infedlen voor Ü noch
openleggen , en .daar mede fluiten. Uit
deezen zult g y : van de overigen . kunnen
Gordeeleh. ft
V . Het eerile is ?
■ A. D e z e e - d u i z e n d b e e n ! —— Bewonder,
als gy ze zien zult , de ligt bruine koleur
des Jy fs ; . de. roode ilreep j lopende van
’ t hoofd tpt den ilaart ; de tweeSnzeveh-
rig infnydingen ; en , . aan elke zyde van
deezen , eenen p o o t , met borstels; voorzien.
Bewonder dit D ie r t je , dat , : fairinen weB
nige uuren, Ipppgraaven d o o r ’ t zand maakt;
; ,r. en
E A A L W 0 R M.
cn van het zelfde zand een Kokertje , wear
toe het zyne tw e e , grypertjes gebruikt ,
die o f met haak'jes o f met een kieverig
vo g t moeten bezet zyn , alzo het geenen
zandkorrel aanraakt , o f het raapt denzel*
ven ook op , en plaatst dien in de rond*
te , tot dat het zieh een Kokertje ver*
vaardigd heeft , waarin het zieh verfchuiltl
Ontmoet het een Infeól , dat rwordt als
eene : prooi daar binnen gefleept , en tot
voedfel gebruikt. Wa t dunkt U , bevat dan
o o k . niet de Zee fchoone en konilige Infecten
? Zoudt gy we i zodanigen : daar ver*
moed hebben ?
V . Het tweede volge nu ? /
A.- Myn hart zugt , als ik , den p a a l w
o rm , van my hier herinnerd ', noeme !
een zagte weeke Worm , die de gewel-
digile ; verwoeilingen aanregt , welken ons
lieve Vaderland met eene geheele ve rd et
ging ' gedreigd , en.-, ook daadelyk zou aan-
gedaan hebben , indien de guniligè Voorzienigheid
ons geen middel tot : afweeringe
hadt aangeweezen.
V . ,Hoe zo ? ■
A . Ons Vaderland is er reeds in de
X V I lEeuw. mede geplaagd geweest : doch
toen- zyn dezelven niet naauwkeurig bC-
fchreeven ; want in de oude tyden teken-
de men weinig . aan , het geen oorzaak i s ,
dat