
I S
' i ,1
ii t
il •
it .
1^ f l
I! ’iiI r-
I I
’ i; :
5 : : r .
: vl-
‘ ;
I t ; "
2 0 VLE U GE L EN DE R I N S E C T EN.
Gok., d ie , wegens hun g ou d , z i lv e r , paar-
lemoer en andere Koleuren , de eerften in
fchoonheid gelyk ftaan , hoewel ze in groot-
te voor dezelven moeten wyken —— Op
de Vleugelen yindt men foms Cyfferletters.
Onder anderen yallen er hier tw e e , op welker
Vleugelen men , aan de onderzyde , de
Getallen van 58 en 150 d uid elyk, ziet
ftaan.
, V . Kunt gy my deeze; Schoonheden niet
aanftonds laaten zien ?
A . Zo dra w y in huis zullen gekeerd
zyn , za lx ik aan uyv begeerig oog voldoen ,
en , er by vertoonen Infedten alleen met
twee Vleugelen : doch die , , o f tot even-
w i g t , o f ter vergoedinge misfchien van de
twee ontbreekenden , o f tot een ander onbekend
einde , een kort fiy ltje hebben , aan
welks einde een knopje i s , gelyk men foort-
gelyke knopjeg , doch van eene andere koleur
, in menigte aan de Roofenknopjes
ziet. Deeze fly ltje s ontdekt men onder de
Vleugelen aan - de beide lichaaras,,, zyden ,
zynde altoos in beweging —— Voorts zal
ik U laaten zien , dat de Dekfchilden der
Vleugelen , by w y z e van een Scharnier o f
door een fraai g ew r ig t, aan het .Borstßuk
zyn vastgemaakt, welken door ilerke peezen
werken ; dat de V liezen/der VJeuge-
len 3 hoe dun en doorfchynend 3 .dubbel
zy a
T 0 0 T E N. s r
zyn gemaakt, en op elkander vast lig-
g en; dat ook tusfchen beiden de vaten zyn ,
die onderhoud, werkin g en leven aan deeze
deelen geeven.
V . Hoe verwonderLyk is de Konst van
den Almagtigen in het kleene 1 Hoe groot
de Schoonheid , aan zo geringe Diertjes
gefchonken !
A. G y hoort noch niet meer dan het begin
van veele Wonderen J. Laat ik Voortgaan
tot de p o o T E N , aan het Borstftuk gehegt.
Eenigen hebben er z e s , o f meer ; anderen
, als de Duizendbeen , van vierentwin-
tig tot tweehonderd agtenzestig. Doorgaans
beftaan z y uit drie deelen. Het dikfte is
aan ’ t Borstftuk v a s t , zo veel als een Dy e -
been : het volgende is dünner en langer
gelyk aan eenen fchenkel : en het derde,
dat wy den voet noemen , is zamengefteld
uit kleine ringetjes , o f in elkander - ge-
wrigte ftukken — - Aan ’ c uiterfte einde
des voets zitten de Klaauwtjes o f JMagelt-
Jes : de Ballen der Voeten zyn mogelyk
met een oneindig getal fcherpe punten be-
z e t , waar mede z y zieh aan de gladile dingen
vasthouden. W y zien to c h , alle 00-
genblikken , dat eene Vlieg tegen fteile glaa-
z e ruiten, tegen fyne fpiegels, o f tegen
zolders op en neer kan wandelen, zonder
ichroora van agterover te buitelen hy ’ t
B 3 op-
1;
if "
/I j
Ir
P;
J a 4'