
OOGEN ÖER ÌNSEOTÈN.
alleen fch e rp , maar denklyk eok in het
duister kunnen zien.
V. En hoe ftaan deeze Oogen ?
A; Z y ftaan in eenigen, als zeshoekigé
Vakjes, in het hoofd ; in anderen wat laager
dan ’ t z e lv e , en zelfs in fommigen op den
r ü g , meestal opgefierd mec pene onvergely-
kelyke prägt , met de verrukkendfte cn
fchitterendfte koleuren, door eene meester*
lyke hand daarin getekend , als wit , zw a r t ,
geel j goüdkleurig , groen , beider rood ,
in eenigen zo glansryk als een Diamant 3
o f in anderen met alle de fchoonheden van
den R'egenboog ------ Eéne Vlieg heeft
er meer dan agtiuizend, ééne Kapel vier-
endertig duizend , zes honderd en vy ftig, en
dus ook} zo veele Gezigtzenuwen , zonder
dat egter zo veele Oogen eene verwarfing
geeven in het zien. O f heeft hier iets anders
dan by ons plaats ? Zuiver en droog
het buitenvlies van een Rombout, en zie
door het Microscoop in deszelfs F a ce tten ,
o f Oogen ; dan vertoonen zieh de bniten-
voorwerpen verkleind en omgekeerd. Be-
ftaat dit Vlies uit twee o f drie Vliezen op
elkander Jiggende, en moèilyk te fchei-
den ; zo verdeel het , en zie door een en-
kel ; dan kan men wel de tekening o f in-
drukzel van het Netwerk der Facetten
z ie n , maar daardoor geene voorwerpen erben
«;
-L,
kennen. Vat men die Vliezen te zamen ,
dan werken z y als de glazen in eenen Ver-
rekyker. Dus is hier de Vraag : zyn er wel
z o v e e le , zyn Gezigtzenuwen in het oog
eener V l ie g , en wat buigt de Eichtftraalen
in een droog VJies van het oog eenes In-
fe fts ? Er zyn geene Vögten in , gelyk in
onze o o g en , in welke de Straalen geboo-
gen worden. Zou dan alles door Vliezen
hier gefchieden , het geen by ons door V ö g ten
wordt voortgebragt ? Hoe kan ik anders
door zulke gedroogde Infeiäen - Oogen in
ieder F a c e t , het fpits van eenen T o o r e n ,
de gevel van een Huis enz. zien ? Wordt
er nu op dit zeggen geene nieuwe verwondering
in U gebooren ? D a n , g e lo o f dit niet
alleen op myn woord ; dood er tw e e ; ik zal
U de uitmuntend gekoleurde Oogen eerst
met ’ t Microscoop laaten zien , daarna dezelven
uit het hoofd neemen , het bloed
met een fyn penceel ’er uit wasfchen >
en ü zo veel duizend Oogen vertoonen.
V . Dit zal , geene onbarmhartigheid hee-
ten ?
A . Kon ik de noodige In fe S e n , om O
dat te laaten z ie n , dood vinden, ik zo u
ü niet aanraaden dezelven levendig te van--
gen , en zonder noodzaake te doen fter-
ven : dan , vermids z y wel haast door
hunne vyanden ftaan verflonden te worden;
veri
' .
1
|i;i !
,
iü;, 1
|■4tl '; ' it.
j