
f t ti
H ' - - 1
; 1.4
. Il'f i
»I
184. A D D E R S .
handelden , de kragt hunner bezweeringen
zeer veihieven , en den iigtgeloovigen wys
maakten , dat deeze Dieren hunne ooren
voor de beleezingen toeftopten , in welken
zin men dien T ek s t m o e t, opvatten. W ilt
f . een goed Tegengift , neem eenige grei-
:;c:i vlug Zout van Adderen mec een glas
•wyn in ; dit zal alle nadeelen eener beevoorkoomen.
Anders weeten onze Veluw-
Í! he en Zutphenfche Landlieden een ander
middel. Z o dra iemant door eene fchuilende
Adder in het been o f in de hand on-
voorziens geheeten is , gelyk dikwerf in
den oogst o f by het plukken van veldgewasfen
gebeurt ; dan begraaven z y het ge-
wonde Lid , zo het geweldig o p zw e it , in
de aarde , waarna het ilinkt , en ras her-
fteld is. Dan , w y l het ongemakkelyk is op
eene zyde des Lichaams te liggen , en met
eenen der armen o f beenen , " eenige uuren
la n g , in den grond vast te z it te n , hebben
z y een ander gereeder geneesmiddel altoos
in hunne huizen by de hand ftaan , : te
weeten , eene fles met Olie , waarin voor-
heen eene leevende Adder geftorven is :
hiervan leggen z y , zo dra iemant door
eene andere Adder geheeten is , een weinig
op de wonde , waarop dc geneezing
altoos onfeilbaar volgt.
V.-* Hoe i§ dac mogelyk ? .
m ■“ A. Ik
A D D E R s. H A A G D I S S E N. 1 8 5
A. Ik wil nu niet onderzoeken , op welk
eene wy ze dit middel werkt : dat gaat
ons minder aan ; maar liever aanmerken ,
hoe daarin eene zeer gunftige Voorzienigheid
doorftraalt : w a n t , wanneer een Dier
den Landlieden . door zyn Vergift beledigt,
Wordt het gevaar des doods door een ander
Dier van dezelfde fo o rt' weggenomen. En
dit verwonderlyke heeft niet alleen in Adders
, maar in veele andere vergiftige D ie ren
plaats : des w y , aanmerkende , dat
deeze Dieren op hunne beurt ook andere
vyanden hebben , om niec te fterk te vermenigvuldigen
, en niettemin bewaard worden
, op dat de Schake! der Scheppinge
niet gebrooken werde ; als mede , dat de
Mensch tegens derzelver vergiftige beeten
zeer wel befchermd kan worden , verpligt
zyn , geduurig dien lofzang aan te hef-
fen : Heere gy behoudt menfchen en. bessten
! Pf. X X X V I . 7.
V . Zo even heb ik U den naam van
HAAGDIS hooren noemen ? '
A. Als g y een Diertje z i e t , leevende in
’ t water en op ft land , en dus geteld
onder de Tweeflagtige Dieren , dat is ,
onder de geenen , die in twee Hoofdftoffen
leeven ; als g y hec ziet hebben de
gedaante eener Krokodil , met vlakjes verfierd
, aartig gekoJeurd, ongefchubd, met
M s kiiobÍ
Í
i f f ft
j l r E
H l ‘
ß I : "
1' 1
Ä i '