
Vf!
i i
dat deeze proef waarlyk fchoon is ! ____
Gelukkig dan de onderfte Bladeren , diè
de eerfte beurt hebben , om den opgaanden
Daauw te vangen : ongelukkig daar*
»»regen de bovenften , die daarin door de
0 » vReii belemmerd worden J
» o dwaalen w y in ons oordeel ,
» : »-»r we ons verhaascen , o f ' geene
Ac d - Waarneemingen maaken ! De onder-
»- Bladeren beletten de bovenften niet
» . Daauw in te drinken , waarin w y
1 :;ne hoogstwyze fchikking van »den aldoorzienden
g o d gedwongen zyn , willens o f
onwillens , te erkennen. D e Bladeren zyn
toch , met zulk eene Konst en W y sh e id ,
längs den Stengel . en de Takken gefchikt ,
dat de onderften de opwaards volgenden
niet bedekken., noch hierin belemmeren.
V . Hoe dat ?
■ Ä. V y f manieren heeft de eeuwige W y s heid
in den beginne beftemd , om dat te
voorkomen ! Ik zal ze U allen opnoemen.
Hier heeft plaats i . De beurtelingfche Orde
, in welke de Bladeren längs de T a k ken
, aan twee evenwydige Jynen , ea
middellynig tegen elkander , zodanig z y a
gefchikt , ,dat een Blad van de regter- on-
middelyk door een van de linkerzyde ge-
volgd wordt , en dit wederom door ee®
van ; de regterzyde , en zo vervolgens ,
gegelyk
in de Hazelaars , in de Snyboo-
nen , en in het Graan. 2. De kruisfen-
de Orde , wanneer de Bladeren by paaren
, regt tegen over elkander ftaande ,
zo verdeeld zyn , dat die van het eene
paar , onder regte hoeken , de Bladeren van
het volgende paar fnyden , gelyk in den
Laurierboom , en ifl de Brandnetel. 3. De
■gejiraalde Orde, in welke de Bladeren rondom
den Stengel o f de Takken verfpreid
zyn , byna gelyk de fpeeken van een wiel
rondom de aaf , zo als in de Mirth , en
in den Granaatboom. 4- D e in het verband
geplaatfte Orde , wanneer de Bladeren v y f
aan v y f gefchikt zyn , zo , ' dat elk Blad
op den hoek van eenen v y fh o ek geplaatst
is ; het eerfte aan den eerften hoek ; de
tweede een weinig er boven aan den tweeden
, en zo - vervolgens : en dan het eerfte
van den tweeden vy fh o ek boven het
eerfte blad van den eerften , gelyk in
den Pruimboom , Abrikoosboom , en in
de Spenagie , w/elke V y f hoeken door fterke
kerven op de Stengels der Braamftrui-
ken afgetekend zyn. 5- De in dubbele Krul-
lynen gefcbikte Orde , in welke de- Bladeren
längs evenwydige Krullynen geplaatsq
zyn , gelyk in de Denneboomen ------ Z o
gy deeze vyf van g o d geftelde Rangen in
de Boomen niet duidelyk begrypt , gaa
daß
I i F i i
rill
-Hl i
' t ' „i"
V M l }
' '"M-i'-Ui"
f :
/ » .
>■
-«fe»,-