
W A T E N N. D R I F T E N. 2 ß
if/I
Jlii
Wapen der laatften is verwonderlyk cen-
voudig. Z y hebben de voorzigtigheid van
zieh op planten wat boven den grond
te hopden : komt er gevaar , dan maaken
z e aanftonds eenen draad. vast ter plaat-
z e daar ze zieh bevindcn , en laacen
zieh van denzelven neer vallen , zo laag
z y w i l le n , hangende dan in de lucht■,
to t dat ze denken , dat bet ^ gevaar
voorby is , en dan klimmen z y längs
denzelven draad weer naar boven : o f
z o z y zieh geheel tot , op den grond
laaten zakken , dan rollen z y zieh in
één , houden zieh f t i l , en vejnzen een
rond bolletje , o f : dood - te ” zyn. Voor
’ t 'overige , komen hunne Wapenen niet
altyd ter overwinnige te pas ; want
fommigen worden door de V o g e len , . die
hun te fterk zyn , overweldigd ; eenigen
door andere' In fe ften ; en fommigen door
regen en koude ’ gedood : ook is het
leven van anderen, gelyk ik aanmerkte,
d o ö r ' den wyfen God kort bepaald.
V . Andere levendige Sehepfelen ^hebben
STEMMEN ; dan deezen, dunkt m y , rais-
fen dezelven.
A . D it is waar ten opzigte van de
meesten : eenige ; weinigen egter , ' reeds
opgenoemd , zingen ; doch , even ge-
Jyk by de Vogelen , ’ alleen de Mannetjes.
t l
jes. De K r e k d s ,- en de groene Sprinkhaanen
zingen met eene ; fchelle, ftem ,
en kunnen ; het lang uitharden. Voorheen
heb i k . e r t i v a n d e . laatften opgevoed ,
en my dunkt dat : de een , den anderen
tot den' zang aanmoedigt. en opwekt.
V . ’ t Komt my uit hunnen z a n g ,
listigheid, . en andere- hoedanigheden v o o r ,
dat z y 4 verftand , en driften , ik d ar f
niet meer zeggen , bezitten.
A. G y zoudt., geloof ik , byna gezegd
hebben", ' dat z y eene ziel hebben. Dit
niet ! Ik '' erkenne ,- men-íy in d t . moedige
en vreesachtige , werkzaame en .tra age;,
geduldige en haastige , fterke en zwak- -
ke , luchtige en tedere ', : gezellige • en
cenzaame , maatige en g u lz ig e , zindely-
ke en 'morsfige , lompe eri künftige In-i
feften. Elk fchynt zynen - byzonderen inborst
te hebben. Z y maaken hunne nes-
ten en ■ voorraadhuizen , zonder- o o k eenen
Leermeester gehad , o f patroonen gezien
te hebben , ; en , dat ons meer moet ver-
baazen , z y / dwaalen ‘ ' hierin zo min ' als
de Vogelen. ' ------ Dan :, "gy moet' ;U
thans herinneren , ' wat ik van de. kbnst/
driften der ; Dieren en der Vogelen • g ezegd
hebbe , het geen , gy ook op de
Infeflen behoort toe te .pasfen; - Voor. ’ t
overige moet g y U daarby houden , cn
voJftrekt niet verder gaan. V . Hier
. 1 1 ,
t 'm