
!* rifii ri | | I
: 4 : ■ irt if
■if)
É k
I t ! - .
u f f t ;
E *■ I
i h t
i t l
3 5 0 P E R S IK EN - EN; ABRI K OOSBOOMEN.
anderen bekeerden Romeinfchen . Bevelheb-
ber , aan wiens huis hy vondt de Boeken
der . Heidenfche . Redenaaren en Dichteren.;
dat Hy dezelven geleezen h eb b e ,
fe hunne gevoelens grondiger te kennen,
•• len daarna' beter te kunnen tegenfpree-
V, ; dat, Hy 9 by die gelegenheid , on-
¿"•oelig ingezoogen o f opzettelyk aange-
_U :"d heeft de regelen 'der waare W e b
■.-eekendheid , de ttekken en figuuren der
1 cusnrykkonst ; gelyk men . ze noemt 5
fei , eindelyk , dat H y , zynen Brief
chvyvende , cen zeer ruim gebruik vaft
dezelven gemaakt heeft. En; wie zal di^
wraaken ? Mogt Hy die niet zo wel men-,
gen in een H e i lig , dan , een; ander in ¿eea
ander Schrift ? De Heidenen konden daardoor
meer bekoord worden , om : zynen
Brief te leezen. En gewis , zyn fchry-)
ven heeft hierdoor; een fieraad en bcyab
ligheid g ek re egen , die, indedaad verrukt.:
H y is het ook niet alleen , die daarvan'
een ruim gebruik gemaakt heeft : ik heb
in onze Zamenfpraaken eene menigte van
gezegden uit Gods ¿.Woord aangehaald 9,
waarin waare Verhevenheid , Sieraad en Web;
fpreekendheid uitblinken. De Redenrykkonsfc
was ijiet Heidensch , al gebmikten die oolf
de Heidenen. ja co bu s to o n t , dat d eC b r is -
tenen zieh met geen liiinder voordeel 9, kragt
ea
P R Ü , IM. B ®0 M: E'-iJ. 3 5 1
en nut daarvan konden bedienen. ' Zo dit niet
doOrgaat, dan ftelle men , dat j a c o b u s zjch
vroeg op de Letteren toegelegd hebbe.
V . Ik danke Ü voor de mededeeling
Uwer gedachten ------ Nu verder.
A. Ondefweg ziet gy , daar tegen die
fcbuttingen , p e r s ik e b o o m e n , op eenen
verhoogden . grond g ep lan t, waardoor -ik
alle jaaren , zelfs by. een algemeen mis-
gewas , overvloed van vruchten eii jong
hout verkryg : want deeze vrCemde ,. na
een vernederlandfche Bo om', komt uit een
L a n d , daar hy op Heuvelen groeit. Aan
deezen vindt g y wollige Perfiken 9 met
eenen fchilderagtig -.,wooden bios ,' by het
ligt-gröen'-aan de zyden fchoon äffteekendet
aan? den anderen boom zyn goudgeele
Abrikoozen. , - met hooger - rood gedekt 9
in beiden Vruchten Op die plàatzéh dus gé«
tekend , ’ welke naar de Zon ■ gekeérd zyn ,
om , doOr dat fchoon gelaat , door dii
yriendelyk aanzien dér Zotìné , als ’ t ware
, den Schepper voor de ftoo vendè
warmte van dac Hemellicht te danken ■—
'Gindsch heen ftaan p r u im e Oomeen. . . . .
V . "Mag men -roemen op onze Ipr u im e n t ,
tegens welken , in eenige Steden onzes
V a d e r la n d su itd ru k k e ly k e Ordonnantien g e maakt
z fà ; -of die , hier en daar , by
bet overvfbedig 'ter markt 'bfcngen , op
ft be-
„ * 1 - :
.'.JL.iJ, .
s i
I
f