
i i
i "P B S i P
392 S C H O O N L A N D G E Z I G T .
A . Waarom längs den kortften weg ? Slaaa
w y dit pad in , het zal ons leiden op den
iiistiffen weg van Arnhem naar Zutphen,
Kae;
iUidcrs
í”
oog met eene der fchoonfte vertooftreeld
zal worden..................Ik heb
r q melding gemaakt van het heerlyk
het geen men van het hooge fraaie
d hebben k an : zie nu h ie r , wat
■ ns len aan den voet van dat vermaak-
ij.„huis kan aanfchouwen. D it is iets
dan eene woeste Heide te zien.
welk een verrukkelyk’ Landgezigt
"r ,2 let Lusthuis Rhederoord ! Groeien
/ q fchoone Planten ?
ziet hier den fehnonen kruukeleuden
Ysfelftroom:, ■q door den 'Romeinfchen
Veldheer d r u s u s gegraaven»; het Dorp
Rheda in • h e t . verfchiet ; den ryweg naar
Zutphen: agter dit Landmans Huis Jigt de
Hofftede Rhederoord op eenen Berg. Van
deeze Planten ■ heb ik reeds gefprooken'. . . .:.
Gaan w y voort. . . . . Intusfchen kunt gy
hier eene nieuwe proe f van de ■ nuttigheid
der Winden leeren. G y merkt j dat het
hier deezen nagt geweldig' geregend heeft:;
maar ook , dat de Wind zeer fterk * den
grond heeft opgedrol)gd. Veele Winden
hebben toch de hoedanigheid , dat ze niet
alleen de vogtigheid van de oppervlakte aller
Lichaamen afneemea, maar zelfs die daaruit
mede voeren ; des-: z y den ^ond noch fterker
■N ü T' D E R W I N D E N . 3 9 3
ker droog maaken , dan de Zon. Hierom
is het zo nuttig veele Winden in het voor- '
jaar te hebben , gelyk de Voorzienigheid
ons dezelven ook befchikt, alzo het Aardryk
, als d an, door de gevallen fn e euw ,
winterregen en weinige uitwaasfeming vogti-
ger is , dan in een ander jaargety. Zo,
veeltallig zyn de blyken' der Godlyke Z o r gen
1 Regen en D r o o g te , Winden en S;'
moeten elkander vervangen , en ons den
eenen dienst na den andere® doen. We lk
eene geregelde Schepping is ¿an niet deeze !
Welke fchoone verordeningen zyn hier !
W elke merktekenen eener hooge Wysheid ,
o v e ra l zigtbaar 1 . Z y brengen ons in dezelfde
verrukking, waartoe de w y ze s ir a c h vervoerd
werdt by eene dergelyke Befchouwing
van Gods Werken. Wy zouden, dus fpreekt
zyn opgetoogen h a r t , wel veele dingen zeggen
, maar wy zouden ze niet kmnen bereiken ,
en op dat ik myne woorden voleindige, hy is
het AL. Willen wy hem verheerlyken , waar
zullen wy ’ t vermögen ? want hy is groot boven
alle zyne Werken. Verbaazend is de Heere
, en zeer groot, en zyne vermogendheid is
wonderbaarlyk. Verheerlykt den Heere , en ver-
hoogt hem , zo veel gy kunt ; want evenwel
zal hy noch overtreffen: En verhoogt hem ,
en brengt veel fterkte by :. doch vermoeit u
niet , want gy zult het niet bereiken. Wie
heeft hem g e z ien , ea zal 't verteilen? En
' wie