
P e t
ìM ;
Z AM E N S P R A A I C
o v e r •
D E B Y ZO N D E R E IN S E C T E N O NZE S
V A D E R L A N D S / '
Luis. Vloo. Mot. Boekworm.' Pisfebed.
Kaasvlieg. Kloptor. Zee - InfeSten'.' Zee duizend-
leen. Paalworm. Zeepuist. Plantluis. Schuim-
leestje. Bladroller. Vliegen. Mugr Mier. Mie-
renleeuw. Veenml. Sprinkhaan.' "KrekeL
Kriek. Torren, ’ t vU'egend Hert. Melenaarjii
Doodgraver, Springtor. GHmwerm. Rups .. •
Kapel. Zydeworm. Byen. Horfel. Hommel. < .
Wesp. Tuinßak. Pad. Aardworm. Slang,
Adder. Haagdis. Kikvorsch. Boomkik-
vorsch. ’ Í Haft. Rombeuten. Juffertjes,
Watertor. Bloedzuiger. TVatervloo. Wa-
terfpin. Bootvliog. Veelvoet. Rader-
diertje. Natuurlyke Zeldzaamheden,
Onweder. Avond. Vuurmannen,
Vuurregen,
' : ' 1
VRAAG.. Mx v -ci o g t gy heden tyd en gelegea-
heid hebben , om de Zamenfpraak van
gister over de in s e c t e n in uwen H o f te
hervattea ! Ili heb niets meer dan eene
T- ; V Infi
i '. 'i%■-
liT
t'r;
Inleiding to t denzelven van ü gehoord ,
waarin dingen genoeg waren , die myne
begeerte konden wekken, om er meer van
te willen weeten.
A. Het begonnen Onderwys moet gewis
nu voortgezet worden : maar denkt g y ,
dat er geene Infeéten in onze Wooningen
huisvesten , die uwe opmerking waardig
zy n j eer w y ons naar den Tuin begee-
ven , om anderen te befchouwen ?
V . Zullen w y ons dan ophouden met
vuil Ongedierte , met lelyke Luizen ,
VJooien , Motten , Pisfebedden enz. ?
A . Waarom niet P ------ Menfchen, Dieren
, V o g e len , Visfchen, Infeften. Planten,
Boomen, Muuren, V e ld en , alles is door
LUIZEN bewoond ! Valken en Kalkoenea
hebben wel driederleie foorten by zieh ;
hoewel z e allen in gedaante en kleur verfchillen
; des dit onnoemlyk groot geflagt
van Diertjes , ’ t geen de geheele Waereld
bellagen h e e ft, nu onze eerfte Waarneeming
wel verdient ------- G e lo o f m y , wat de w y fe
Schepper heeft goedgevonden te formeeren
, is niet lelyk in zyne foort. Alles
is in de Natuur g r o o t , e d e l, en fchoon :
d an , w y l het een meer onze zinnen aandoet
dan het ander , geeven wy aan het eerfte
den naara van fchoon, en .a§n het ander
den naam van lelyk , by voorbeeld , de
Dag
i
ÍÍ; / i'ä
5 i l f
: , »1 : i
■ WM-
) . Í
l i'<. ■\ ' Í
Í .
■Í/I.
l. ■
..i'
fZ
t:./
Ill
m
J: