
8 .0 V E R A E i N S E e T E fi. -
/i:
aan elkander hangen 5 o f men noemt 2^
SLOEDELOOZE, DiERTjEs, om dat z y , in ftede
van b lo e d , eene Soon van vogt in hunne-
Lichaamen hebben, Z y worden van veelen
niet geacbt, maar over het hoofd gezien, o f
voor een uitfchot in de Scheppiug geteld
hoewel «y verdienen tot de w.onderiykftQ
Itukken van den GodJyken arbeid gebragt
te worden , welken daarom onze opmer.'
king overwaardig zyn.
aan,
A . Dat er geen B o om , geene Plant
geen D ie r , geen V is c h , geen W o g e ] , geea
Mensch i s , i , o f men; vindt er In fehlen by
Op ddnen Eikenboom woonen meer dan
t^ee honderd J o o n e u : zelfs zy« ,ommige
fa n 1 f r ? ' ’ d e ih f e f t e n
aan den fte e l, a an .d e bJoem, bladeren o f
wortelen der Planten geene woonpJaats vin-
den ; dan zetten z y zieh, gejyk er zulk eene
Plant IS, in het g a a tje , waar de EJaderen
swt den tak fchieten, cer nehr, om er een
v e rb ly f te hebben. Het Eitje , door eene
y iie g in den bloefem van Appel- Peere-
^ Pruimboornen gelegd , . wordt ras een
W o rm p je , doorhoort de tehre Vrucht en
vindt er eene wooning in. Men heeft
raeds m /m d e r d en vy fenmig fooften van
In .
ii: !'
Infehlen gevonden; hoewel hun getal dat der
Planten , waarvan men . thans vyfenfwintig
duizend foorten k e n t , ver overtreft. Waar,
toch vindt men geene Dieren ? Z y zyn
overal met volle handen gezaaid. De gehee«
le Schepping moest gevuld , nergens eene
gaaping zyn. Hierom is op henen Roozen?
boom een geheel leger van D ie r tje s : het
eene Dier . is zelfs eene W.aereld voor veele
anderen , en z y vinden er op het noodige
voor Imnne behoeften. L u ch t, Aarde, Wa-,
t e r , .Slyfc, Z an d , Mesthoopen,, Eioolem,
H o u t, Schulpen en Steenen krielen van Be-
wooneren. Z elfs zyn er Dieren in Djeren
beflooten.- Menfchen , Beesten , Vogelen ,
Visfchqn en Infeiften voeden niet zelden een
groot getal van Wormen in hunne lichaat
men. Eea myner Vriqnden heeft eenen
Liotworm in eenen Haas , ook eenen in
eenen fHond, en zelfs. in Voorns en Braas-
fems, gevangen in de zq ^genoemde Heus^
denfche M a a s , gevonden. l) it is opmerke-
l y k , wy] deeze Visfchen in andere Wateren
daarvan vry fchynen te z y n , het geen ons
aanleiding tot nieuwe onderzoekingen naar
dit Verfchynfel ¿eeft. De kennis van
20 veelen v a lt . ons. m o e ilyk , om dat ze
meestal klein z y n , en foms niet veel van
jnäakfel en levenswyze verfchillen, waardoor
jnen zieh ligtiyk in ’ t een o f ander kan ver-
A 5 gisiibIü
' i
•Mr '1^ t