
f '
W a t kan de Schepper anders doen dan
Wonderen ? Zou Hy z e lf zo onbegrypelyk
niet zyn als zyne Werken ? ------
Waar zal ik den lo f beginnen , welke
nimmer moet eindigen ? Hoe wordt alle
lo f Hem toegekend !
•y o ü KT C.
■D E R T > i E - ^ r D E
Z AMENS P R A A K
O V E R
D e E IG EN SCH A P P EN der m S E C T E N .
Soorten van Inßblen. Maakfel. Sprieten, Ziti-
tuigen. Hoofd. Borstßuk. P'leugelen. Pooten.
Lichaam. Eieren, Voedfel. , Leven. Blyven.
Vertrekken. Wapenen. Gezmg. Driften.
Sckoonheden. VerfcUl. Nadeel. Voordeel.
D, VRAAG. J - / a t ik nu herddnke j hoe
re G y my in eene der beste Weetenfchap^
pen hebt heen geleid!
ÄNTWOORD. Herdenk dit J ik heb U eerst
het üitfpanfel en de 'HemeIfche Lichaamen ,
de Lucht en de Verhevelingen , de Aar-
de en haare Gronden , de Ziel en het Lichaam
van den Mensch , het Land en het
Water , daarna de Dieren , de Vogelen , en
de Visfchen leeren kennen , en n u ...............
V . Zo ik maar geenen van die duizend
dingen vergeete ! HeJaas , hoe ligtiyk over-
komt my d i t , en waarom hebben w y toch
cen zo dikmaals ontrouw Geheugen?
HL DEEL. A A. Daar
: i: