ä i t - ^
il
r
i - í . .
125 A L G E ili E E K E
Sprieten olwrgeei. 13c Bnz'emleugeU
z y n , ovcrdwars, half helder-graauvv, en
h a l f doiikei- b ruin, micsgaders mec vee-
Icrleie cieraaden voorzien. Byna in 't
n i i d d e n derzelve ziet men, in den don-
I t e r c n grond cene helder2 ronde viali ; en
d e z e grond is teffens met eenige zwarte
g e k r o n l t c l d e dwarsllreepen doortroliken.-
c o l i loopc deze!ve van vooren längs de
g r a a u w e helft nederwaarts, en aldaar is
h y met 4 witte flippen befprenkeld. De
Pooten zyn met cen helder-graatiw hairftof
begroeid, het welk aan de boven.
f c h e n k e l s veelvuldiger en langer is, dan
aan de onderften, alwaar men het met
e e n i g e zwarte vlakken doormengd ziet,
a l d . 70.
RupSj (de hteedl^vigeywitgraauwemet
zv^anc vlakken van onderfcheiäem geàaante
en grootte, henevetis haare uerandering
in un Nacbtvlinäer der twec-
- de Claf fè, I I I . 359. enz. Haare lengte
is diiim. De Kop is bleek-brui n van
k o l e u r , met eenige donkere gevlamde
l i n i e n , die hem de gedaame van glad
n o o t e b o o n i e n - h o u t geeven, zynde voorts,
e v e n als de overige leden van het lyf,
m e t korte hairen bezct. Het iy/zelf
i s me t verfchillende wicte, graauwe en
z w a r t e viikken en linien vercierd ; maar
d e inkervingen ziet men door okcr-geele
d r a r s l l r e e p e n onder fcheiden, e n aan d e zyd
e n worden 'er . e e n i g e punten van gelyk
e koleiir gevanden. De 2 paar Pooten
h e b b e n insgelyks eene oker geele kolear.
D e Pop heeft in 't begin eene groenacht
i g - w i t t e , en kort daarna, op den Rug,
e e n e roode , en aan den huik eene groen-
. achtige koleur, en deze beide kokcrin
v e r m e n g e n zieh aan de zyden gansch ong
e r a c r k t met elkander. INaa verloop van
• 3 weeken komt 'er de Flinder uitvoort,
; welke alvoorensbydei'iV/teVigigrai!«-
we Rups, I. 447. enz. bafchreeven is
g e w o r d e n ,111 360.
Rup, (de hruine,} met den viitten ruggeßreepi
en 2 zwarP en wüte ruggeborßds^
beh&orende toi de tixeede Clajje
der Nachlvünders, III. 239. etiz. Haar
e lengte beloopt niet veel minder, dan
duim. De Kop heeft 2 groote don.
k e r - b r u i n e oogviakken, en de grondverw
e is veelal bleek oker-geel, of geela
c h t i g - b r u i n . Na den hals of het eerlle
l id ziet men, van boven, 2 breede,
z w a n e dwarsvlakken, met een weerfchyn,
e n achter dezelven (iaat een borllel in de
h o o g t e , die meer breed, dan rond, en
uit ilyve afgellompte hairen te zanien gefleld
is. Door de 7 volgende ringen
l o o p t , boven overdcn Äog, een breede
wicte ftreep, welke aan beide de zyden
m e t een final zwart ftrecpje bezoomd is.
B y deze bezooming ziec men nog, opied
e r r ing, een zwart punt , en, daar de
Witte fireep ten einde loopt, ftaac weer
e e n zwarce e n wi t te'bor i lel , kleiner, dan
d e eerftgemelde. De 8 Ilompe buikpooten
zyn, benevens de a nafchuivers^
h e l d e r - b r u i n ; raaar de 6 voorpMen ieis
d o n k e r c r . Zy vervaardigt, by haare veta
n d e r i n g e , een Spinzcl van ftevige draad
e n , en naa eenige dagen wordt zy eene
Pop, welke blinkenddonker.bruin-rood,
e n aan 't einde met eene ilaartfpits vootzien
is, ald. 240.
Riips, ije bru'm-roode gladde,") met hyzondere
wüte vlakken vercierde, •zivarthappige^
benevens haare verandering
tot in een Nachtvlinder der tweedeClasf
e , I. 45S. enz. Haar voedzel beftaat
in de eiken-bladeren^ en zeisomtrent j |
d u im lang. De kop, benevens de halsring,
heeft eene zwarte koleur, en het
o v e r i g e lyf eene rsod-bruine grondverw
e , ald. 456. Midden over den rüg
l o o p t ,
a
B L A D W Y Z E R. Ii?
l o o p t , in de lengte, eene rei witte
v l a k k e n , waarvan zomroige de gedaant
e van een Eikcl hebben. Daarcnboven
ziec men op iederring, aan de zyden,
3 Witte punten, sis in een dtiehoek,
e n onder dezen eene van den hals tot
aan het aehtereinde loopende witce linie.
Het Onderlyf is witj de 6 Voorpmten
zyn volkomen zwart, en de 8 Buikpooten
5 Hevens de Nafchuivers, wie. De
Pop is eerll gansch helder van koleur,.
maar wordt wel haad bruin-rood, cn is
met ccn uic 2 fpitze ptincjes beilaande
flaarcpunt voorzieu. ÍNaa 5 dagen komt
d e Vlinder daaruic te voorfchyn. Deszelfs
grondverwe is nieellal wicachtig ,
niaar vait, op verfcheide piaatzen van
h e t l y f , ecnigzins in \ geel-bruine. In
het midden der bovenvleugelen Haan 2
r i n g e t j e s naalt elkander, welker acht
e r l l e iecs raeer ovaal is, dan het voorfle;
waarby, naar den kant des buicenr
a n d s , nog een grooter wordt gezien,
b y n a niervormig, en in het midden met
e e n dwarsllreepje voorzien, ald. 457.
A l l e de tedere aderen dezer vleugelen
zyn geelachtig-bruin-rood van koleur;
e n door dezeíve ioopen veele gekronkelde
dwarsllreepen heen. De buitenrand
is met een bruin uicgerond boordzel
bezoomd. De Ondervleugeh zyn
gansch wie, en de buitenrand is glad
bezoomd.. Het ganfehe Lyf is met
b r u i n a e h t i g - w i t hairftof bedekt, en het
aehterlyf loopc fpits toe. De Sprieten
zyn hairvormig; ald. 458. de Zuiger
is brninaehiig geel j en de Oogen zyn
geeiachtig-groen, ald. 458. aanm. De
Pooten, inzonderheid de hüvenjchenkels,
zvn raer wi£ vederllofbedeki, ató. 458.
Rups, (de buitengetneen groote,) met
turkoöis blaauiiye Knopp-'.n en zwarte
ßarrepunten verckrd, benevens haare
verandering in den zeer grooten cn
prachtìgen Paauwen-vUnder, behoo-.
rende tot de ide Claffe der ISlachtvlinders,
IV. 88.e»,s. Deze praehtige
Rups, miisgaders haare groote cn voort
r e l l e l y k c Vlinder laat zich , j.'.arlyks ,
omtrent ìVenen en Moravie vinden,
eld. 89. in de maanden Jidy en
guftus wordt daar de Rups volwaff-n
g e v o n d e n op de Peerehoomen. Maare
l e n g t e beloopt ilechts 4 duìmen. Haare
g r o n d v e r w e is dnorgaande zeer hoogen
f c h o o n groenachtig-geel. De Kop is
van koleur donkeier en glansryker, dan
h e t overige lyf. Op de voorvlakte
h e e f t hy cen paar b ruhi e I t reepen, welke
van boven en in het niidden te zamen
l o o p e n , en een fpitzen winkelhoek uitmaaken,
Het cierlykiie van deze Rups
beilaat in de fehoone heldcr-blaauwe,
h a i f rond verheve v lakkcn, welke, 76i n
g e t a l e zynde, als zo veele Turkoizen
flikkeren, ald, 91. cn 128 Alle deze
T n r k o i z e n zvn, ieder op hunne grondv
l a k t c , met 6 donkere zwart.bruine
f c h e r p e puntlpitzen omzet, die alien
e e n e r l e i e lengte hebben, en zo ordentelyk
gefchikt zyn, dat ze zich als lou.
t e r e llerren vercoonen. leder dezer llerr
e n Ilaat opeene geftompte groeuachtigg
e e ì e pyramiedswyze hoogce ; en opieder
der 9 leden telt men 6 zodanige
p y r a m i d e n . De bah heeft 'er 4, en
o p de beide laatfìe ringen zyn 'cr mede
n i e t meer danvier , ald. pT. De Lucht^
gaten venoonen zich geheel fneeuww
i t . en de randen zyn zwart ingcvat.
I n het midden van leder biaanwen knop
ilaat nog een lang byzonder hair in de
h o o g c e , dat aan zyn boveneinde eea
koUVóvniig knopje heeft. Op de blaauw
e knoppen worden nog veele ingedrukce
puntes gezien, alti. 92 en jaS.
D e