A L G E M B E N E B L A D W Y Z E R.
i J : ; : . -
ii; >
den van den forbenbezievormigen Polyp,
raaar ook door de 4 wipperhairrjes,
iiiitsgaders door de lange (leelen, waarop
dejc kleine fchepzeltjes zitten. Hecdoorzichtig
tiobaam is wel geelächiig wit van
koleur; maar aan hec achterdecl 3 by
den lleel, helder; vertoonende zieh van
boven, toc aan de ronde mondüpening,
als of hec uic loucere korrelijes te zamen
gelleid, of gepimcteerd wäre; terwyl
de raond-opening genoegzaam als met
een helderen ring orazoorad is. Uit dezelve
komen 4 wipperhairrjes te voorfcliyn,
wraannede dit Icbepzeltje, even
als een otter, by een open mond, niet
zyne tong gewoonlyk doet, bellendig
wippert. Dit dlercje maakt den mond
na enger, dan wyder; waarby, in hec
eerfte geval, de vvipperhairijes verdwynen,
en te rag getoogen worden, Iii.
556.
Baßerd-polyp , ds Peperhuhjesvormige.
Hec ücbaam van dezen is van zo zonderling
eene vorm, dac hec bezwaarlyk
valc, oin 'er, ter onderfcheiding van
anderen, eenen gevoegeiykeij naani aan
te geeven. De gedaanre ichyncwelCylinderächtig
of Spilvormig te zyn, naderaaal
hec byna doorgaande van eene gelyke
dikte is; maar het eindigc aan den
Jleel kegelvormig: en de mond, of het
bovendeel, heefc eene indrukking , waar
door het een hartvormigen omtrek erlangt.
Dienvolgens is dit lichaam ook
geen rechte Cylinderj te meer, dewyl
het zieh laac aanzien, dat zieh deze indrukking,
by ieder doorfnede , overdwars
zou vertoonen. 13y aldien die zo
niec wäre, liec hy zieh ook niec ongevoegelyk
by eene Vingerhoeibhem vergeiyken;
dan, om dat zyn lyf meellal de
gedaante van een Peperhuisje fehynt te
hebben, zo draagt hy den naam van Peperhuisjesvormigen
Baßerd-polyp. Het
/31/ii, ongeveer, viermaal zo 1 mg, als
de mond in zyn doormeecer,en, fehooii
hy geene wipperfpitzenindenzelvenhebbe,
kan hy dien nogthans, even zo wel
als de andere foorten, die ze hebben,
«aar believen, wydcr en naauwer maaken,
en ook, zo als deze, een wervel-
(Iroom in het wster verwekken. Deinktimpende
bevveeging des lyfs is insgelyks
aan hem waar te neeraen; en de
verkorting en vedenging van het zelve
heeft hy ook met de anderen gemeen,
Hl. 558.
Baßerd polyp, de S-chahneta:htige. Met
L y f m a dezen bellaac uic een witächtig
flym; en, fchoon de Polyp geduurig
van gedaante verändert, zo blyft hetzelve
altoos vooräan op zyn diklle, en
van achteren, by het aanzet-piint, of
den llaart, op zyn dimfle. Wanneer znlk
een Ballerd-pölyp zyn dikke voorlb
deel, daat eigeiiiyk de kop cn de mond
is, opent ,• gelykt dat deel zeer wel na
bei uiterfl einde van eene Trsmpet of
Schalmei • en het heeft ook, gelyk deze,
aldaar eene verdieping; terA'yl de
buitenrand, even als onze ojgendekzels,
met eene rei witte hairrjes, van gelyke
lengte, bezet is, die, zonder ophouden
, beurtswyze in beweeging zyn. Alhoewel
nu deze rand zieh gemeenlyk cirkelrond
vertoone, ziet men denzelven
nogtans ook menigvverf met eene inkerving.
Deze Ballerd-polypen können mec
den mond een bellendigen wervelllroom
of draaikring in het water maaken; en
door middel van denzelven veelerhande
kleine lichaamen rot zieh trekken; mitsgaders
bot geen hen niet aanlaat, weder
van tun afllooten. By hunne onderfcheldeü
beweegingen, verlengen zy
zomtyds hun lichaam, of ftrekken het
vo!-
volkomen riit, en openen dan altoos het
voorile deel; op een anderen tyd verkorten
zy hetzelve, of trekken het y-
Hngs te zanien, en dan zwemmen ze;
wannser hun lyf insgelyks op veelerieie
wyze verändert. In het zwemmen maaken
zy nu eene rechte, dan eene flangswyze
Knie, en zomtyds een rond gaauden
cirkel, III. 546.
Baßerd-polyp, de Serbeniezicvormige. B:y
de vergelyking dezer Ballerd-polypen by
de Serben' of Spreeuivbszien wordt alleen
derzelver gedaante bedoeld: want
ten aanzien der koleure is 'er een raerkbaar
onderfcheid tuflchen die beiden , en
omcrent de groote kan 'er, in hec geheel,
geene vergelyking plaats vinden.
De SpreeuwbezH'n zyn eerll geelächiig
FOOd; en, als ze ryp worden, bruin
•waartegen deze Ballerd-polypen, door
een vergrootglas befchouwd , geelächtig
wit zyn. Ieder, derzelven heeit boven,
ter plaarze van de verdiepte indruUcing,
2 hairfpitzen, die tegen over elkatider
Haan; Wellie die diertje nu intrekc, dan
uiilleekt, en waarmede hec ook, veellyds,
op en neder wippen. Behalve
dit hebben ze, bellendig, eene foorc
van op- en nederttekkende beweeging ,
»Is of ze zieh terug toogen; en zulks gefchiedc
niet 7.0 zeer door de verkorting
van den lleel, als wel door de inkrimping
of terugtrekking van het lyf. Deze
Ballerd-polypen hebben ook nog hec
vermögen, dat den dieren eigen is, van
zieh naamiyk te können beweegen, waar
door ze zieh van de eene plaats na de
andere können wenden. Zy zwemmen,
wanneer deze fchepzels tot rypheid zyn
geraakt, en de een voor, en de ander
na den lleel verlaat, op »eelerhande wy-
•zen door het water, maakende nu eene
lecke, dan eene krinkeknde, en dan
eene llangächtige Linie ; m'enigwerf
draajen zy ook, met eene groote Ihelheid
in 't rond, en vormen eene flaicken
iinie, III. 555. 55Ö.
•Bafierilpolyp, met bet dekzel. Wanneer
deze Bailerd-polyp zynen mond lltiit,
dan verbeeldc hy in het klein een Citroen,
maar hy heefc, behalve deze gedaante
nog een foort van llamper, waarop
van boven eene ronde, platte, dekzelvorniig
fchyf cverdwars llaat, die
rondfom den rand met wippcrfpitzcn,
als met Uraalen, bezet is. Dezen Stamper
kan het fchepzcl, te gelyk met de
fchyf, uitrekken of inlleeken, cn 'er,
als het wil, de opening van den mond
volkomen raede lluiten. En dit dekzel
heeft gelegenheidgegeeven, om dicdiertje
den naam van Baßerd-polyp met het
dekzel toe te voegen. Deze Ballerd polypen
können met hun lyf eene op- en
nedertrekkendc beweeging maaken. Als,
zy hunnen fcamper uitfteeken; dan ontdekt
men, dat hun mond een ringvormigen
rand heeft. Wanneer ze denzel-
• vcn weder intrekken , en wel derwyze,
dat'cr niets anders, dan alle de om de fchyf
zittende wippcrfpitzen van te zien zyn,
het welk ze veelmaals doen,- dan maaken
ze ook alcoos daarmede een' wervelllroom
in 'c water. Het /yf dezer Ballerd
polypen is wel helder geelächtig
wit, maar niec zo doorzichtig, als dat
der anderen; aangezien het in 't middcii
eene onregelmaacige brulne vlak heeft,
welke beweegelyk, en met eenige donkere
korrelsbezetis, diemen, uithoofde
van hunne ongelyke menigte, voor
-Eieren houdt, III. 559. 560.
Bafterd y.ups, de geele en groene , met
verheilen xwarte punten, die zieh op de
Roozenbladeren omhoudi, benevenshaare
verandering inunegetk Bkd wisp.