- 1'Í:
.IM
i j Ij!.
j i r
Í
•t
i 6
A L G E RI E B N E
: i :
lieldcr-geele ftrcop, nietvcrrcheidezyjetakken
van dozelfde koleiir voorzien.
Eene andere zodanigc dwarsvlak zict
nien in het midden naby den voorflen
tand,- en deze hecft, aan de inledin»,
een fmallen ftreep van gelyke heldergeeie
lioleur. Ook hebben deze bovmvkugels
3tin den buitenfcen rsrid, even nls
de onderfte, eene gelyke breede oranjcgeele
bezooming, en aan den achterften
eene fmallere. De Kop, mitsgaders de
vedervomiige Sprieten, en het kieine
voorlyfK zwart; van achteren heeft de
kop een paar groote geele punten; vvaar.
tegen de fraalle én lange fchauderbladm
een heldergeel boordzel hebben, ald.
" 3 - 134- De grondverwe der osifer
vieugekn van het IVyfje, en de bezooming
van het achteirljf zyn niet geel,
maarfchoon viuirrood,- doch de bezooming
van den achterften rand is niet van
cene diergelyke koleiir: voorts ziet men
•/s echter ook itiet zwarte vJakkenvercierd;
en van de inleding af is ieder,
Over de helft, totaaneenimal overdwars
rood vlakje,geheel 7M3rt.T)tbiivenvleuge!s
zyn aan die van 't Mannetje tamelyk ge-
¡yk;. maar hebben, aan den buitenrand,
geene bezooming; en de geele ftreepen
en vlakken vertoonen zieh Tchooner
gee], en omtrent den voorften riind eenigzins
in 't vuurroode verdreeven. De
Sprieim, terwyl het achterlyf dikker
is, dan dat van Mannetje, zyn dünner,
en de 2 punten achter den kop
vuurrood ald. 134.
Seeren-rups de zeliijaame hruinhairige
, met den rooden kop en poolen ;
benevens haare veratidering; behoorende
tot de TWEEDE CLASSE der
N A C H T V L I N D E R S , IV. 15S. enz.
De Eieren, waariiit deze Rups voorck
o m t , gelyken vceial na kleine zandpaerelties
in gellalte en koleur aU.
159- De kleine rups is, zo als de enkele
langen hairen, waarmede zy bezet
IS, in haare aerile huid geelächti'*
wie. Naa het afleggen van deze huiJ
IS zy iets hairiger, en bleek geelächdg
bruin, en naa de tweede veriinderin"
van huid genoegzaam geheei zwarr'
imar over den rüg loopt eene heldere
lihie, en de Kop is, zo als ook de
pooten, reeds rood. Voorts is zy van
eene bruinekoleur,en blyft, den Winter
over, tot in de volgende Lente
liggen, en is onderde Winter-rupfen
te rekenen. ald. De grootile dezer
rupfen hebben, in het kruipen , de
lengte van ruira 2 diiimen. Haare
grondvervve is bruinächtig-zwart, en
op de bovenvlakte van ieder ring vertoontzich,
na vooren toe , een paar
eeaigzing verheve, bruirjchdg-okergeele,
hoekige vlakken, bezet met
körte hairen van dezelfde koleur. Op.
de zyde-vlakten van ieder ring wordt
mens verheve ronde wratten gewaar,
welke onder elkander ilaan, en dus
in de lengte 3 reien vormen, waarvan
de bovenfte of eerlle rei uit iets grootcp
wratten, dan de overige beftaar.
Deze zyn rondom met bruinächrig
geele lange en ftyve ' borftelhairen bezet.
De hals of het kleinfte voorfte
lid IS, van boven, aan het voorfte
deel, nechts met 2 dergelyke, doch
veel kleiner wratten voorzien, en de
9 luchtgaten ter wederzyde fchynen
zo veele witte punten. Haar Kop ,
even als de 6 fpitze klaauwpooten ,
en de overige 1 0 AOFFL^Ä pooten, zyn
bruin rood. Zieh ingefponnen hebbetide
in een doorzichtig week en wit
weefzel,niet ongelyk aan eene hangmat,
blyft ze wel 6 of 7 dagen, geheei,
B L A D W Y Z E R ;
heei, te zamen gekrompcn, enalsopgezwollen
liggenidan ftrooktzy de rupfcnhuid
eensklaps af, en wordt eene Fop, wel.
ke tamelyk dik, en vanagterennietecne
ftaartfpitze voorzien i s ; hebbendedePo/;
eene dofzwarte koleur, Naa verloop van
14 dogen kwam 'er de VUnaer uit te voorf
c h j n , ald. iCo. welke den naam draagt
van cngemeen fchoofíen kooh'xarten,
mst mnie vlakken enOrar/je-geele zwarlgevlaite
Ondervleugelen, benevens een
carmynrood Achterlyf, eti befchreeven
wordt, IV. 155. i¡6. De bovenvleu.
gels zyn, even ais het borstfluk, in
den grondkoolzwartenwitgevlakt; ald.
doch aan eenigen, inzonderheid de l-Fyf'
j e s , vallen deze witte plekken ook iets
in 't zwavelgeele, ald. aanm. De
Ondervleugels zyn altóos zeer Ichoon
«n hoog Otanje-geel ; in dezelve ziet
raen, behalven een zwart punt, 6 in
grootte en vorm verfchillende zwarte
vlakken, die aan het buitenll ftomp
einde nog in grootte verre overtrolfen
wordcn door cene zevende vlak, in
welke inen, aan den rand, 2 langwer.
pige oranje-geele vlakjes kort by elkander
ziet; ald. 155. welke wel eens
veel uitgebreider, en geheel te zamenhaiigcnde
zyn, ald. aanm. Het achterlyf
by 't Mannetje is tot over de
helft hoog carmynrood,' en 't overig
gedeelte, na den kant van iiet borstfluk
, in 'c oranje-geele verdreeven.
Aan de fP'yfjes is het achterlyf gemeenlyk
hoogrood; en beide hebben,
op de oppervlakte , eere rei zwarte
punten. Ue Sprieten zyn vedervormig
en zwatt, doch aan de IVyfjes vry
wat fmaller, dan aan de Manneties,
ald. 155. ijfi.
Beeren-rups, (^dezwarthairige,-) henevens
baare verandering tot ineen Vlinder,
b c - h c o r e n d e tot de TWEEDE CLASSE der
NACHTVLINDERS 5 L 184. enz, Zy
heeft den naam van Beoren-rups verkreegen,
oni dat ze met zulke lange en .
zo menigvuldige hairen bezet is; ald.
184. Zy onthouden zieh meest oni
laag, en gebruiken het naaile beile kruid
tot fpyze. De Eieren zyn, inzonderheid
van boven, mooi rond, en in het
eerll vvitsichtig van koleur, doch worden
naderhand donkerer. De grootile
dezer rupfen, uit dezelve voortkomende,
en haaren wasdom bereikt hebbende,
zyn dikwils meer, dan 22 diiim
lang, ald. 185. Het Hoofd is blinkend
zwart van koleur. De grondverwe van
't ganfche lyf is dof-zwart. Op ieder
i'ing ziet men, ter wederzyde, 3 over •
dwars ftaande , verheve , blinkende ,
graauwe knopjes; en benevens ieder
cnderlle knopje vertoont zieh nog eene
in de hoogte langwerpig ronde en
bleek-geele Spiegelvlak. De 3 eerllo
ringen, van 't hoofd af, zyn met louter
geeUichtig-roode hairen bezet, en
van onderen längs den buik, loopt 'er
een ilreep van diergelyke hairen tot
aan het achterile lid. De overige hairen,
waarvan de langile meer, dan een
halven duini lang zyn, zien 'er zwart
u i t , doch derzelver uiterile einden zyn
eenigzins niuisvaal. De Poosen zyn van
koleur gelyk, en meer zwatt, dan brniii
te ncemen, 186 Haare veiändering
in eene Pop gefchiedt in July of Juguflus,
naar maate dat deeze rupfen
vroeger of laater haaren volkomen wasdam
hebben bereikt, 187. aanm.hmvanglyk
ziet 'er deze Pop helder groeniichtig
graauw uit, maar wordt wel
haail donkerer, en binnen 't half uur
geheel zwart. Zy is zeer dik van lyf ,-
zelden mee , dan eer> duira lang, en
Vau