I ''' •
I
I . •
I
'66 A L G E M E E N E
de overige bmin geel. De Po/i heefc raaar
6 paar punten op den Rüg, die, boren
aan, een in zwart ingezooindgeelknopj
e , en hier en daar, eene rei donkere
puntjes hebben. De Pop zelve is doorgaans
bleek-roodächtig-bruin, zynde onder
het gezicbt aan den hals met 2 paar
goude vlakjes of (lippen vercierc!, ald.
i 6 . By warm weer korac er de F/iader,
binnen 14 dagen, nie te voorfthyn.
De huitenßs ranä der Fleuge.
len is getand, en met eenige fpitze takken
voorzien. De acbtervhugels der
onderzyde zyn door 't middcn overdwars
verdeeld, waarvan het gedeelte na den
faüitenkant, na 't bniin-geel trekkende ,
met donker-bmine dwarsftreepen, of
vlammen alsNooteboonien hout, alsgewaterd
is; en de andere helft na den
lyfltant is donker-bniin, raaar zwart gevlamd.
De voorfte ondervleugels zyn
insgelyks zodanig gekoleurd, behalve
dat in het bovenite gedeelte aan den
voorften rand eene donker-briiine, en
beneden nog andere donkere zwarte ingevoegde
vlakken zyn. AUe de 4 bovemileugels
zyn Oranje-geel van koleur.
leder VMrfle Vleugel is, aan den voor-
Jlen rand, na hec lyftoe, final Okergeel
gebt)ord, en nietzwariächtigelangwerpige
ftippen befprengd tot omirenc
aan de helft. De achtervkugels hebben
dezelfde grondverwe als da voorfle,
doch maar een enkel vlakje. De
buitenfle rand is insgelyks zwart, fmal
verdeeld, en de verdeeling oker-geel
gevuld, ald. i j . Na den'kant vanhet
iyfzyn de vkugeU hairig, en blinkend
geel van koleur, en helderer, dan de
hairtjes aan het lyf. Deze VHnder h^eft
bruine Oogtn, 2 paar bmine pootm,
en een paar ftompe zonder klaauwen,
M. ä6.
Gezdlige, (het,') zwarte , hruin-gc--
firespte en gehoornde Doornrupsje, er.
dsszelfs verandering tot in een Dag,
V L I N D E R der EEBSTE ClASSE , I. 47.
enz. Deze Rups is in haare foort zj
klein, dar ze naauwlyks een duira in
de lengte kan haalen. Aan den hals zyn
geene doornen te befpeuren; ald. 4p.
maar boven op het hoofd heeft zy een
paar doornen, hebbende, veel overeenkomit
nict de hoornen van een hart.
Op de 2. eerfle ringen na denhalsftaan
4 , op de anderes, behalven denlaatllen,
7 , en op den laatften, 4 doornen. De
Kop en de zo genaanide liartshoornen
zyn zwart; en tuflchen de ringen, in de
leden, ziet men kleine blinkende knop •
j e s , van deielfde koleur, als de ove--
rige grondverwe der huid, ald. 49. De
koleur der Poppe is helder roodächtigbruin,
maar de Vleugelfcheden, en alie
hoeken en verheve punten donkerzwart
bruin. TuiTchen de 2 reien
fpitzen op den buik ziet men, in 't
niidden, eene rei zwarte met witomringde
punten of flippen. Omtrentden hals
ziet men Hechts wit blinkende flippen.
Naa verloop van 14 dagen korat daaruit
de Vlindcr, wiens hovenz^de der 4
vleugelen recht bruin-zwart, en met een
ingetanden buitenrand vetcierd is. In 'c
midden van den voorßen vleugel ftaan
» groote geelächtige witte vlakken, en
tuilcben bei4e een klein wit ftipje: kort
aan den buitenften hoek tiog 2 dergelyke
witte flippen, en na den buitenrand toe
4 kromme dwarsflreepjes, v/aarvan de
2 aan den achterhoek Oranje-geel, ea
de 1 andere helder-geel zyn. In den
/Ichtervleugelúa. men eene breede witte
dwars-vlak, en niet verre van den rand
eene geboogen Oranje-geele linie, doch .
beide zyn met zwarte aderen doorfneede
».
15 L A D W Y Z E R. 6 7
T
P -
den. Het Voat- m Acbterlyf is, opde
hbvenz'jie, als de grondverwe der vleugelen.
De Pooten met de onderz^jde
van het lyf, en de hairige baardfpitzen
zyn in 't geheel van eene bleek-geelbruinachtige
koleur, ald. 50. De grond
der onderzyde is met een fchoon bruinrood
geverwd, de buitenfle rand met
een witten ingetandeazoom, zwarte vlakken
, en geele geboogen linien gevuld,
en het overige der vleugelen met witte
ilingerende ilreepen-, met witte flippen,
blaauwe Spiegels en dwarslinien begaafd,
ald. 51.
Gezkht der Rupfen. RäsEI. tracht tebe-
. wyzen, dat de Rupjen geen gezicht
hebben, L 269. enz. maar KLEEMANti
heeft ontdekt, dat ze oogen, en wel 12
in getal aan den Kop hebben. Van deze
flaan 'er aan ieder Rups, ter wederzyde
van den Kop, tegen over en benevens
den hik zes, die 'eruitzien als zo
yeele kleine, verheven, gladde en blinkende
knopjes, welke by allerleie Rupfen,
die in een Vlinder veranderen, eenetleie
plaats aan den Kop hebben, en
altoos in de gedaante van een halven
Cirkel nevens elkander flaan, I. 488.
aanm.
Cods-koetje, \ . , ,
Gods-fcbaapje,r Manen-hver.
Qoudhoordzü, zo wordt de groote hoog
Citroen- en Oranje-geele Dagvlinder
by Linnjsus genoemd, IV. 21. aanm.
Goudkever, beksntk groene en hruine,')
of zo genaamde Goud torre, benevens
•z^jne voortteeling en mrandering. II.
42. enz. De iVorm, die in een Gok^-
kever verändert, onthoudt zieh, zomw
j l e n , in de holen der Eikenbooraen,
die van endeten verrot, en met aarde
gevuld zyn; verkiezende insgelyks wel
ecns andere dorre en verrotte houthoopen
tot zyne wooning. De Eieren.,
waaruit zy voortkomen, gelyken volko •
men aan die der Mai-kevers, körnende
het jonge broedzel eerfl, naa 3 of 4
weeken uit, en verfchillende, ma. de
de geboorte, in niets van de volwasfen
wormen, dan in de grootte, ald.
44, Deze tForm heeft meer dan 2
of 3 jaaren noodig, eer hy in een ICever
verändert, ald. 45. Het grootfle
gedeelte van 't l'sf is naar geraade veel
dikker en ronder. De koleur van den
zak, waarin de fpyze en drek liggen,
toont weinig verfchil aan. De grond.
verwe van het ganfche i y / i s witach.
tig-okergeel. De Kop is tamelyk
klein, geelachtig-rood; en deze koleur
hebben ook de beide uit kleine leden
beflaande Sprieten of Voelarmen. De
Gehit-tang is donker-bruin. De 6
Footen, welker voorfle Paar het kortfle
is, hebben aan het uiteinde eeti
kleinen klaauw. De Worm volwasfeti
zynde, kruipt dieper in de aarde, en
vervaardigt zieh aldaar eene holligheid>
welke van anderen ook by eene pille
vergeleeken wordt, niet alleen uit aard
e , maar mengt 'er ook eenig verroc
hout onder, ald. 46. In deze Pille
brengt hy nog meer dan 8 dagen
door, eer hy in eene Pop verändert.
De koleur van deze is, in 't begin,
even zo helder, als dievanden Worm,
maar naa eenige dagen verändert ze,
, en alsdan wordt het lyf helder-geel;
maar de Kop , de Vleugelfcheden en de
Pooten zyn iets donkerer, enmeerroodachtig
geel. Het donker Jchterlyf is
op den rüg met ploojen voorzien, en
0p zyde vertoont zieh een helder-geele
w r o n g , waarin de luchtgaten ilaan.
Naa 4 of 5 weekeu liggens verändert
zy in een Kever, ald, 47. doch blyft
I a nog
' f r :