S(? A L G E M E E N 'E
B A D W Y Z E R, 8 7
Koolrups, (gede m griiauwe ,')iisScl3ailelyke
geele en p-aamve Koolrups.
Koolrups, de kleine äif-groene Kool- en
Kruiikups, henevens haare verandering
m in een Dagvlinder ¿erTwEEDE
Classe, I. 92. enz. De Bieren
waaruit deze rupfen voortkomen, hebben
eene kegelvormtge gedaante-en geele
koleur; 2yn niet ghd, maar met
veele inkervingen, vooren en verheve
ribben, alle naar de ¡engte van hec Ei
Haande, van rondotn vooriieii, àìd. en
amim. Binnen 14 dagen komen 'erde
kleine gtoene rupsjes -nie te voori'diyn,
welke zeer fpoedig groejen , en zyn, in
haaien volwail'en flaac, niet veel meer,
dan een duini lang. Deze Rups is in
'c geheel groen van koleur, over den
Rüg en op de zyden donker dof-groen,
van°onderen en na den buik wat helderer
of bleeker. Het Hoofd is klein cn
rond, loopende van het zelve tot aan
liet einde van 't • laatlle lld een helder
geelachtige ftreep over den Rüg. De
ipitze mor- en ^om^Q'buihpootcn bebben
dezelfde groene koleur als het Lyf'.,
het welk alom met eedere en körte hairtjcs
is bewalTen, ald. 93. De grondvcrwe
der Poppen dezer iborte is by alle
niet eveneens. Deze is groenachtig
graauw. Van de voorlle pimt tot aan
het fpits acbtereinde loopt eene geele
linie, in dezelve ftaan , voor aan op
't hoofd, op ieder zyde, a -zwarte (tippen.
De Poppen, in den Zoraer uitkomende,
hebben zeldeti meei-, dan 14
dagen ter veranderinge noodig. De
^chtervleugelvm den Vlinder is,opde
ondcrzyäe^ bleek of zwavel geel, en
met veele donker-graauwe ibpjes beiptenkeld.
De Voorvleugelh vvit, inaar
aan den bnitenkant word men eenebree-
(Je, beider gede vuHing, en naafl deze,
na beneden, eene mèer lioekige, ^dan
ronde donker-graauwe vlak gewaar,
welker wedergade aan den rand des
Aehtervieugels fiaat. Het L^f, als
mede de 3 paar Pooien, zyn wir, en lameiyk
hairig. De Oogen zyn blinkend
groen, en de Sprieten wit, maar de
• kolfjes graauwaehtig, ald. 94. 95.
Ko'ilrups, deicbadel¡ke, gladde, hruine
Kool- en Kruidrups, benevens haare
verandering m in Nachtvlinder
ifer TWEEDE Classe, I. 335. ««s. De
Eieren, vvaaruit deze RufSen voortkomen,
zyn in 't begin meer geelachtig,
dan groen, mitsgaders • van onderen ,
daar ze vali zitten, iets plat, en rondoni
met veele tedere ribbetjes vercierd ;
doch krygen, vervolgens, eene bminachtig
graauwekoleur, «/(/. 337. aanm.
Ais eene dezcr Rupfen haare uiterllc
grootte heeft bereikt, die omtrent ig
duini beloopc, dan is de koleur van
haare huid graauwaehtig • bmin. De
'Kop is blinkend geelaehtig-bruin : over
den Rüg loopt cen donkere breede
flreep. De Spiegelfanten zyn wit, en
de Pooten hebben eene bruine koleur,
a!d. 358. Zieh oniier de aatde-tot
haare verandering bereidende, verändert
z y , naa verloop van • 12 of 14 dagen,
in eene Pop, waaruit de Vlinder ecrlt
in -de maand Juny des volgendcn jaars
voorkomt. De grondverwe van deszelfs
•Foorlyf, der Pooten en bovenvleugejen
is geel-bruin. In de laatlle ziet men
veele graauwe, zwarte Witte en geele
Julien, vlakken en-ftreepen. Midden
in den Vlcugel flaat eene Witte en zwart
geboorde vlak. Het Foorlyf is digt
met hairen begroeid , ald. 339. De
Sprieten zyn lang en hairvormig,' ende
Oogen fehitterend bruin. De Onder»
vkugelen zyn blinkend helder-graauw.
'äti het Acbterlyfh geelächtiff bruin. De
Vleugels zyn aan den buiteiVand Okergeel
bezoomd, en het öcteWj i / i s alom
met hairen bezet, waarvan die op de
bovenvlakte iets donkerer- zyn,. dan de
overige, ald. 240.
Ko'jlrupsje, bet kleine Kool-en Saladerupsje
, met deszelfs verandering tot
in een IMotvlindertje van de vieRDS
Glasse der Nacütvlinders , I, 539^
etiz. Deszelfs grootte komt zelden boven
I duim. Het heeft eene groene
k o l e u r e n is n;et, bet gewoon getal van
Booten voorzien. Scboon het veelal
iT.et cen wit Stiinzel- bedckt zy verändert
het in eene ranke, bevveegelyke en
Oker.geele Pcp, zonder flaartpunt. - Uit
dezelve komt , tiaa 2 of 3 .wecken,een
Kachlvlindertje te voorfchyn; waarvan
de liiialle/io»OTo/e»i;i/j, aan dcnachtetrand,
naar de lengte graauw zyn, doch
het grootte en voortte deel-derzelven
is bruin. De Ondsr'üleiigels zyn, even
als het ganfche Lyf , graauw; en de
Sprieten hairvormig. De 6 Pootenz^a
bruinachtig van koleur en zonder hai-
. ren aan de bovenfchenkels. De Kop
is met donkere Oogen voorzien, en heeft
van vooren een klein baardje, ald. 539.
Ko'ilzwarts, (eenzaame Doornrups,) zie,
Doornrups, ^eenzaame Koolzwarte.^
Koornbyters, zo worden de groote foorten
van Waternimpben genoemd, om
dat veeleu van gedachten zyn, dat deze
Infecten hun voedzel trekken uit de
Koorn-airen. Doch deze naam wordt
hen ten onrechte gegeeven , nadeniaal
zy noch het.Koorn, noch de dorre rysjes
tot fpyze gebruiken, maar die verliiezen,
wanneer ze willen ruften,, II.
Koorn'wolven, zo worden de Koornviormeii
op eenige, plaatzen, genoemd,. tcr
oorzaake van de fchade, die zy het
graan toebrengen, I. 542- «<«»»»•
vetder Koornvorm.
Koorn-Jiorm, {de ¡chadelyke, welbekende
•mitte,') henevens zy«e verandering tot
in cen Nachtvi.isdertje der Vierde
Classe , 1. 541. enz. De Eteren ,
waaruit. deze Koorniaormen voortkomen,
zyn ovaal of eirund, dat is, aan
het een einde een weinig fpitzer, to
aan het andere , Ä . 5 4 1 . aamn. De
uiterfte grootte van dezen Koornuiora^
beloopt in de lengte 4 of 5 liiüen, 01
omtrent een halven duim. Deszelfs.
koleur is helder Oker- of ledet-geel, en
de • 8 paar Pooten hebben ook die koleur.
De Kop is bruin-rood., en op
den Hals zyn een paar voorvvaards gekromde
dwarsllreepjes te zien. In de
maand ^lugttßus- of September zoekt
hy eene bekwaame plaats, om zielt 111
tefpinnen, het zy tuflchen de fparren ,
balken, of. planken der zolders, wier
hout hy onder zyn Spinzsl vermengt,
ald. 414. In dit Spinzel blyftde.Worm,
zonder van gedaante te veranderen, en
zonder eenig voedzel tot in den volgendcn
maandM»«!-« olAprUj^s. zelfs wel tot
in Mai-, maar verändert naderhand in
eene Pop, wier voorfte deel, raet.de
VJeugelfcheden, donker-bruin, doch
het achterfte deel met zyne ringen veel
helderer is.- Het laatfte lid iieeft een
p?ar fpitze punten. Drie. weeken daarnaa
komt de Vlinder voordendag, welk
« met fraalle hovenvleugels is voorzien,
die een Witten grond hebben , met
zwarte en geelachtig-bruine vl-akkea beforenkeld,
en van achteren met een als
uit franje beilaanden Zoom vercierd,
ald. 515. De Kop is rondom de Oege
» met hairftof begroeid; de Sprieten
z j n hairvormig. De 6 Pootsn zyn
i\