
84 BESCHRYVING VAN DE
men buyten dat een goed middel om het valfe van het fijne te
onderfcheiden, met limpelijk maar een Koper Blaas-bekken te
nemen, waar mede wy het/o/uyt het Goa^blafen, wanneer
het vermoede Goud hier in legt, en men ,’t omhutft even of
men. wand* en ’er alsdan flerk op blaasd, zo zal het valfe Goud
aanitonds het Bekken uy tvliegen, en het goede daar in blijven
mus het zich door zijn fwaarte niet licht laat weg blafen, met
dit drie a vier malen over tedoen , zal men het 'goede zeer ee-
niakkelijk van het qtiade konnen feheiden.
Het komt ons hier geheel bdaggelijk voor, datmeeft alle
nieuwelingen, voornamenthjk Zeevarende P er zoonen , altoos
Sterkwater met zich voeren , om het Goud te beproeven-, maar
by akiien zoodanige menfchen maar dachten op het gemeene
fpreekwoofd, als dat’er geen Goud zonder tehuym, dats te
zeggen, onreynigheid is; zy zouden deze fwakkeProef haaft
laten varen , en om niet bedrogen te worden, zich opeezeide
wijs laten onderrichten. r °
‘iGoad hier Het kenteeken waar aan zy menen te zien, of het Goud vals
teiKjftmct of goed vs, beftaat hier in, dat zy het in een aarde Kopie of Glas
ïbekproeCr •’ en ’er aIs,dan Sterkwater opgieten, zoo wanneer het
*cn , word l] u vals is » 20 2al het water aan ’t koken gaan , en groen wer-
nict goed den, als mede ’t valfe Goud. Arme wetenfchap waaraetia ’
geoordeclr. I.aten die Menfchen by voorbeeld eens veertig gulden nemen '
en dater een zevende agtfte of tiende deel vals Goud onder, is
of het ’er met Sterkwater op te gieten niet dezelfde werkin g zal
doen, (Ichoon zo fterk met) dan of het allemaal iw/jwa.*}
zo dat deze Proef immers met valt gaat, en te meer, wijl het
daar als ter vlugs zonder tijd te verfpillen, moet gefchiëden *
en zal men derhalven om een agt of tiende deel vals Goud al het
goede laten gaan, dat zv verre : want in waarheid, Myn Heer
ren is’er tegenwoordig de tijd niet na, veelliever dan met dé
Blaas-Bekkens gearbeid , en’t grove met de hand of vingers
uy t gezocht, en zo zal men zuy ver Goud krijgen, cn dat zon
der de moey te te doen, van het eerde door Sterkwater nat, en
daar na weder droog te maken, ’ t geen de Swarten, zoze goed
Goud hebben, onk zeer zober gevalt.
h e t Goud met alles dat ’er omtrent aan te merken is, heb ik
UE. vertoond, niuiienen wy ook wel iets van hetG«vigt te
zeg-
GUINESE GOUD-KUST. 85
zeggen, beftaande in het volgende , als Ponden , Marken , Goodge.
Onfen, en Engelfe; in Europa heeft men twintig Engels in een wigt.
Onfe, doch hier maar zeftien, ook rekend men Pefosvpdc
vier Engels, en bendos bedragende twee On(en, vier Bendes
een Mark, en twee Markeen Pond G o u d ,beloopt een Pond
Goud na de gemeene waarde, ruym zes honderd
den. Dog hier is zomtijds eemg onderfcheyd , eens deels Mwawfc
dat het eene Goud meerder waardig m als t ander , enten
anderen ook dat het Goud in Europa daald en klimt , maar
goed Goud rekenen wy altoos hier drie Mark voor duy ene\gul-
den, eh zoo vervolgens het andeie Gewigt na even gely khetd.
Boven *t voor,eyde Gewigt, heeft men hier ook noch een an- Negeerder
flag om alderhande kleymgheden mede te betalen,bJlaan-
de in zeker fiag van boontjes, de kleynde zyn Rood met fwaï te wlgt_
Spikkeltjes, genaamt Dambas, waar van de vier-en-twintig
een Eegels Goud doen, enalfooieder ruym tweeftuyvers de
tweede zvn net eens zoo fwaar, en wit met fwarte Spikkels,
of ook wel geheel ƒ'wart, werden 1 acoes genaamt, en doen
wat meer als vier (luyvers: maar dit is van de gemeene ïacoes
en Dambaas te verftaan , anders vind men noch Bocren-Ge-
wicht I waar van een ïacoe zomtijds een halve. of ook wel een
geheele zuiden bedraagt, maar die konnen onder het valfe Gewigt
niet gerekend werden, mits een iegelijk dezelve na zijn
eigen zin neemt, met voornemen om ’ er de Menfchen mede te
bedriegen. Eenige hebben gemeend als dat de Negers mei: als
Gewigt van h ou tb od en , doch dat ts verre mis, zy hebben
alle, door haar gegoten, Kooper- of Tin-Gewigt, en fchoonle
het zelve anders, alswy, hebben verdeeld, zoo komt de reekening
dog op een uy t. , . . „Overdcn-
- Met het befchryven van't Gewigt » hebben wy noch iets kmgofde
vergeeten van het Goud. U E. hebt gezien hoedan ig het ge- Europus
graven, of gevonden werd, ik wil een iegelijk nu te bedenken R^meergeven,
voornamentlijk de geene die kennis van het Berg-werk uyi de My-
hebben, of hier niet veel Minerale-aarde , en jleen verlooren nen zouden
gaat, waar uy t men door de Schey-konft Goud zou konnen trek-
ken? En niet alleen dat, maar ik beefde my ook vaffelyk in ,
dat er veel zuy ver Goud blijft leggen: want de Swarte graven
maar domnaelijkweg zonder eemge kennis, af agttc geeven,
L 3 om