
*4 B E S C H R Y V I N G E V A N D E
de foo veel kragt niet , om de Sabel te konnen* voeren."
Deefe Menfchen-offerhanden gefchieden van die Negers, welke
niet ten vollen onder ons ftaen , en een goed ftuk wegsvan onfe
Forten woonen; andere» onder ons Gebiedftaende, fullen wy
het niet toelaten, hoewelfe het felve op andere plaetjen egtec
noch in 't geheiml&ten verrichten.
De Negers doen boven hare Graven een huisje, hutje, of ook
wel een tuintje van ryfenbellen; waer in fy zznig goed van geender
waerde » ’t geen den overleedenen toebehoord heeft werpen;
doch niet fo als fommige voor deefen hebben gelieven tefchry-
ven, al delfelfs huisraed, en andere koftelykhedenyd.it isnugant-
fchelyk niet meer in gebruik: en ik geloof, na dat ik haer aert
heb konnenmerken , datfe het ook noit gedaen hehbben, of
ken" ----- ’t moeft ten tyde van Mathujalem geweeft fy n; doch fo lang kan
ik» noch fy ook, niet heugen.
Waffcbing Tot Axim en elders ftellenfe verfcheide aerde Beelden op de
r^ eG r™’ Graven , welke , na dat den dooden een j'aer begraven is ge-
vehgeiernï weeft » gewafjchen worden ; als wanneerfe weeder een uitveterd
een jaertijds houden,even als ten tyde, van dc begraving-, ook met geen min-
es een twee- d e r „fikojien.
Wonderlyk fyn de Negers gefet, om in haer Vaderland, of
G eboorteplaets, begraven te worden: derhalven ook »fo iemand
buitens Lands komt te fterven, fo gebeurt het dikmaels»,datfy
het doode ItghaemriZ fyn Geboorteplaets voeren , en daer begraveny
doch by aldien het t i ver van de hand is» fo werd daer
ter Plaets dg uitvnert gevierd; en is ’t, dat al daer eenige wr>?z,
den of goede bekenden van hem fyn, fo.fn.yden defelveden overledenen
gemeenlyk het hooft, nevens een been en arm af y dit
haer Vader- kokenfe, en maken het/mei fchoon, en brengen dat gebeente dan
land temo- na, [yxt Vaderlaud, waer dathet weder [eeteerlyk, en na. des o verbegraven
,o(led,nen jtaetwzvd begraven.
ten minften Hetaenmerkwaerdigfte, MynHeer, ontrent de Negers haer
iets van haer fgkfg, f erven en begraven, heb ik UE. nu aengetoond : eenige
^hoedauig kleinigheden , om’tpapier niet onnutte vullen y overflaende;
fnlks toet waer neeyens ook koomt, dat het Schip daer dees meede o-
gaet, :vergiïen Cal, alle uuren ftaet te vertrekken , ’t geen myn nood-
drukt, om. felf noch eerder ofte breeken als ik wel had gedagt;
daerom»
Een hutje
boven de
Graven gefield.
Stelling
van eenige
Schrijvers
wederfpro
de en t-e ge
lijk ook
prachtigen
uitvaerd.
De Negers
fynfeer gefet
om in
G U IN E S E G O U D -K U S T . i-y
daerom, MynHeer, wilt UE. met het voorfchrevene vergenoegt
houden; en gelooft, dat ïkU E . in -t toekomende van een an-
dereflof bteeder bericht fal geven.
Einde des dertienden Briéfs.
V E E R T,I E N D E B R I E F.
Handelt van al het.viervoetig (jedterte, fo tamme als wilde ; dis
etffielyk van Stieren en Koeyen-, Schapen, Geiten, Paerden, E-
fels, Varkens, Honden , Katten, Rattenf en UMuifen. Na den
. aert en eigenfehappen van 'tvoorfeide Gedierte befchreevente hebben
, gaet den Schrijver over tot het Pluimgedier te , te weet en het
tamme., als Hoenders, Eendvogels, Kalkoenen, Huiven: en daer
. Ha tot het verflindent en -wilt Gedierte -, eerfielyk werd den Oli-
phant als 't voornaemfle in 't breede. befchreven; en eenige Schry-
vers van onwaerheid befchttldigt. Vervolgemkoomt hy tot dt Buffels
» Fygers | Boshonden, Caymans en Wilde Varkens’, veelder-
lei aert van Hartebeefien, Hajen ,Tfervarkens, Egels, Lviaerds,
.Bosrotten, Boutees, Civetkatten, Boskatten, Mufcusmuifen,.,
Berbe, Eekhoorentjes, Koekeboe, Leguanen, Arompo -, menigerlei
Apen, en veelderlei Jlag van Haegdifjen, Salmanders; en lae-
- flelyk een breede bèfchryving van den Camelcon; getrokken uit de
Reisbefchryving van den Heer Cornelis de Bruin ; en onder[cheii
tujfchen de Guinefe, en drewzy Smirna.
M Y N H E E R ,
A chtervolgens de belofte in mynen laetflen gedaen, om UE.
» een bèfchryving van ’t Gedierte deefes Gewefts tegeevSn, fal
ik deefen tegenwoordigen laten.dienen ; .echter van geen. andere
» als alleenlyk van het .viervoetige en tam Pluimgedierte fprec-
ken; ,-t.fruifende en de.vogelen fal ik overlaten.tot. nadergelee-
gentheid : doch het rouwt my fonderling dat ik UE , neevens
de bejehryving van y der.Beeft in ’t byfonder , niet een afteeke-
nin.g \an der fe\vzx_geftake. kan ienden, ’t geen hygebrek-vzn een