
V O O R R E D E : N.
ders la ft , van den aait der Dieren fullende opmakenieder
Reifiger ten zynen huyfe deed nodigen en onthalen, na
welkers verhaal hy het gefeide Werk begonde en voleindigde
In iu lk e en tyd , als wanneer de weereld nog foo wel
niet bekend was, moet men deefe manier vanfchryven
goedkeuren; doghetfelvenu te willen navolgen, dunkt
my voor een Man van yerftanden oordeel niet te voegen,
gen' erkt zyn fchry v en, foo het niet met de waarheid over
een komt . dagelyks door ’t heen enweder-fwerven van
een mee igte Reifigers tentoon werd gefteld, en hy voor
een Grollift , o f Fabel-fchryver uytgekreeten. In ons
Land hebben wy onder andere twee dufdanrge Schryvers
gehad, die in de voorgaande Eeuw wel de meefte Boeken
m her Ifn hebben gegeven. defelve zyn door hunne menigvuldige
fchrif ten foo wel bekend, en van ’s gelyken by de
kundige hunne Werken, dat het niet van noden is om’er
iets anders van te feguen, dan dat me i haar regt genoeg
doet met hun buytenlandfe (chriften , fonder eigen ondervinding
opgefteld , maar ten halven te geloven, daar zy
anderfins metfaken, die ons Geweft raken, te befchry-
ven, vrygrooter eer hebben ingelegt en meerder lof verdiend:
wantik, nog niemand anders , denk ik , fullen derven
ontkennen, dat het buyten dien, menfehen zyn van
een befondcre bequaamheid , en die de Heemelmctfeer
veele goede en fchoone hoedanigheden heeft begaaft. Ik
heb het van myn gemoed niet konnen verwerven met ftil-
fwygen voor by te gaanfommige Hellingen van haar tegen
te fpreeken , en de regte gefchapenheiddier faken, waar
van z y foo ongegrond gefchreven hebben, op het pipier
te brengen , hier mede denk ik een ieder dienft te fullen
doen. Dog vinden z y fig daar over geraakt en begeerig
om my defwegens f gelyk my al word gedreigd ’ te hee-
keien, ik Tal my des getrooften, en ben wel yerfeekerd ,
datfe
V O O R R E D E N .
datfe my ten minften van geen onwaarheeden fullen be-
fchuldigen. Dog ik wende my van haar a f, en betuyge,
dat onder andere oorfaken cn noodfaakelykheeden , de
Reisbefchryvingen al eene der beweegredenen zyn ge-
weeft, die my Europa hebben doen verlaten, benieuwd
zynde, om het geen ik in de Boeken geleefenhad, eens
van naby te gaan befigtigen. Ik heb in myn ruym dertienjarig
verblyf op de K u ß van Guinea, myn luft rede-
lykerwys konnen boeten , alfoó’ t geval my daaromtrent
gunftig genoeg is geweeft, vermits’er weynige, o f liever
geen Plaatlen op de K u ß zyn , waar dat ik niet eenige tyd
heb gewoond, en waar van met ondervinding weet te fpre-
ken.
Do g midlerwijl dat ik myn eigen nieuwsgierigheid
voldeed, bragt ik my te binnen, dat den menfeh niet alleen
voor zyn f e l f , maar ook ren dienft van zyn even-
naaften gefchapen w a s , ook dat a lles, hoe fraay het ook
mag zyn , zyn meefte aardigheid verlieft, foo wanneet her
maar onder een menfeh alleen ( fonder het aan een ander
mede te deelen ) als verfmoord blyfd. Hier door wierd
ik bewogen om het geen door my met genoegen was be-
figtrgd, ook aan myne Landsgenoten mede te deelen, en
wel te eerder, wanneer ik tot fulx te doendooreenmy-
ner goede Vrienden wierd verfogt, gelyk uvt myn eerften
Brief aan dien goeden Heer gefchreven, fa? blyken En
alfchoon men uyt opgemelte Brief fou-konnen o f mogen
bcfhiytcn , dat myn Vrinds verfoek gantfehelyk regens
myn ftn wa s ; foo en is dog niets fekerder als dat ik ’er wonderwel
mede wasvoorden , en fou het nog vry meer geweeft
z yn , ten ware de redenen in meer-gemelten brief
by gebragt , nieteenig nadenken in my hadden overgelaten
, en wel voornamelyk het laatrtc , te weetvn , het
gebrek van een goede, en de teg nwoordige weereld be-
* * 2 haage