
ï 6 B E S êHR Y V ï SG VAN
kander wel vCrftonden, al een groots w*gt by cett konneft
brengen, en tot een fchrik van haar Nabuuren ^ver trek.
Hi„ oor. ken ë In’tjaar i6yo. vingen xy geHjkV handden te-
^ens die van d a a n ,
d= Aiuck, Buurde, tot dat zy het zelfde Völken Lmd^öCn t ttfeerendeel
hadden bediirven en v c rw o e ftén egter hebben ócHntefche
nooyt voor haar willen zwigten, maar bieden haar op heden
nog een hartnekkigen tegenftand. . , u
De drie Landfchappen op de Kivier van' Ancober, hebben zy
én die van voor weynige laren medcbeoorlogf* en dezelve zoo afgemat-. ,.
Atlcober | datze gedwóngen waren bm vöor eéftgoede fcomme G««<* rdè
Freede van bair tc koopen. ' " r , „„„
In gezeyde Oorlogen hadden zy tbt hzn Feld-Owfien ïcn
Neger, ten üyterften Oorlogzugtig, jen die in geenVfW«kon-
Onruftigen jeven. geg hoe grotenJuft hy ook in t Oorlogen mogt heb-
•*M ? * ben, zoo H hy 1 als’t op eenflaan ging.,, teygenthjkeaf-
vJld2'eo beeldzel van de btioAa#W*'*»f?t.v.
ft«;.. de Rivier, nooy gele vefcï waar 1 rt hy al mbt den aan vang
’t niet op een lopen h a lt geft'eld, en \Heylm zyn v o e ten ^
zogt, ’tgeenhÓrnmdienv.o magtig met' van V ^ .c n z y n
meede-Gnw^« geen betere waren geweefl>,_ (^t ha|ft
in’tonderfpit zoude gebragt hebben : en fchoon dit de anderen
wel verdroot, zodorftenze hem egter zyn Plaats, als de
oudfteen rykftein Volk, en geld zyndc ,. met benemen- »
n ^ Dezen JnquaP want zo was hy genaamt, Was nevens zyn
Blodigheyd zo afgryzelijk bloetdorftig en weed, (ee« h ^ a n ,g - ;
bioetdor- HeyJ jen blodaarts eygen) dat ik zyn s ge y P ft
g j g g niet heb g e k ild , dies * r met als met verfchnte„g;
mamflen zvnerVyanden, te weten Jntefche, in een Veldjlag
eevannen kreeg, dewelke Hy op een zeer elendige manier deed
W i E d e n , en lan alle kanten vznhlighaamwerwonden als
*-ftemet vvanneerhy ’er even als eenTyger boven opviel,-al tbloeduyt
Z i ï T haar.'lieder/j'fzooS » o j f h y * w e b
vyaadra , " E S g S e n was’,, gebonden voor- Hem neder leggen,.
en I na den zelven met: gloeyende Prme» doorboord teheb-
GUINESE GOUD-KUST. 2 7
ben, al defielfs Hoed aftappen , en in een drinkvat vergaderen
; *t geen hy ten hal ven uy tfoop, en ï overige aan zyn J f-
eodop offerde. Op dusdanigen wijs teelde deesBloedhond t
allen tilden met zyn overheerde Vyanden, en wat wonder,zyn
eygen Wolk moeftc by gebrek van Vyanden tot verzading zy ner
ilMtdorftigheydverftrekken- In ’t jaar i 69z . als hy voor dc
tweedemaaltegens de Jntefche teVeldtoog, ging ik hem in
zvn Legerplaats, ’t geen dies tyds agter Chama lag begroeten,
ik wierd minnelijk en beleeft genoeg van hem ontfangen, en
deftig* naar de wijze van het Land onthaald; dog in den tyd
dat ik hier was, en tny met hem V erluftigde, zo kreeg hy ge-
legentheyd om zyn ivreedheyd op ’ t nieuw te óeffenen, want
een Neger, ziende dat een van Jnquas PFyven meteen nieuw
fatzoenvan Cour aal was versierd, nam die om ze te bezien m
zyn hand, zonder dezelve van haar hals af te doen v zy die hier
in geen quaad zag , liet hem zulks gewillig toe, gemerkt al de
lezers groteyry heid aan haar IFyven geven, om met alle man.
jazelf haar Slaven (mits datze binnen de’ palen van ëerbaarheyd
bly ven) om te gaan. Doch dezen Aftfua vond het niet goed,
want zoo haaft ik uyt het Leger was , deed hy byde deze onnozele
Met zyo
Volk en
Wpeii.
Menfihenvm ’ t leven beroven, en leefde met haar bloed,
7,o als ik even van zxpVyanden heb verhaald. Om geen groo-
ter misdaad had hy even te vooreneen zijner Wyvemt handen
laaten af kappen, dewelke h y , om haar des te meer m a a n ie
doen, naderhand gebruykte om na O ngedierten opzijn Hoofd
te zien, ’t geen zymet haare S/o«^e»niet konnende uytvoe-
ren, hem ftoftot laggen verfchafte. ’t Gezeyde had ik wel
konnen befparen tot ’er tijd toe wanneer ik den aart en zeden
der Negen quam te befchrijven: doch wijl ons diergelijken
ivreedheydniet meer zal voorkomen, en dat ik aan dees ont-
menften zijn L and was , zoo heb ik het hier ingevoegd , en
wel te eerder, om dat voor als nu geen andere S tof om dezen
te vullen, aan de hand had. Nu weder tot.het Land komende
Zyn beos
vermaak.
Gelegent-
hryd voor
«Se Adomfe
om iyk te
worden.
, weeten w y , dat de Bewoonders van dien welgeftelde en
vry magtigeN^m zijn , want vermitze op de Pas waar langs
de'uyt ’t Land komende K oopluyden heen moeten leggen, zoo
hebben ze de ichobnftegelegentheyd des weerelds, om met
dezelven te Handelen, daar-en-boven hebben zy zelver eenige
D z Goud-