eigen Ko- 12 2 B E S C H R Y V I N G
ning voor^ ópgehouden. Laet óns nti eens befien, hoedanig hun trouw
is ontrent het bewaren van een ander mms goed. Mier ontrent
maekt. - deed den Korting, 'wSüifeer ik vpbr de eerüemael aen Fida
quam, Féifs mtfpraek; te Xveeten : Dat fijn Onderdanen niet
. waren als die van Ardra', en andere Landen daer omber’, dewelke
de Europianen om het alderminfte ongelyk, dat fy waenden van
defelve o ntfangente-hebben^ door gift den kant hielpen. Hier voor,
■ voer hy Voort, hebt gy niet tè Vreefen; doch ik rade u , neemt u
’ Goederen dóch kpef indgti verinits myhvólk met de konflvan Stee-
len Jchynd gehoor en te zjynj en [y fullen u noit meer ontvreemden als-
Je kannen krygen.
Ik was over deefe vryborftige verklaring van den Koning feer
wel vóldaen ; denkende wel fo goede voorforg te fullen ge*
bruiken, datfe rny door hun Diefachtigheid weinig fchade fóu1-
den toebrengen, doch ik roeiende ter diertyd t’eenemael Tonder
de Waerd-, want ik bevond naderhand , dat het dcgrovt-
fte en raeteenen ook de behendigfle Dieven des werelds waren.
?in dat byna Alle fuitgéfenderd drie of vier van de voórnaemfte) fynfe
fonderuit- aen dit euvel, klein en groot, arm en rfk. In ’t koït, fonder
fondering. uitfluiting (ilsidie ik reeds gefegt heb) van ymand in het ge-
Hun behen- heele Land; verrigtendefy ’t felve met foodanige behendigheid,
adigteid. Jat het te mynen tyde ztti Franfch Koopman dwong te feggen:
Datfe fig op^t (luk van Dievery beeter vèrflonden '9 alsdeBeurfe-
fnyders van Parys.
Gelieft UE. te wéeten, wat hem hier toe bewoog.; het Was
Om dat h y , 'ftacnde op fijn vertrek 9 alle fyn goederèn in fyn
Pakhuys by-den ander had gepakt,' nevens een groot getal
Hoenders tot ververjfing; van meening fynde , om defelve %
anderen daegs na Boord te fenden; doch deefe moeite wierd
•hem afgenomen; want toen hy des morgens in fyn Pakhuis
quam , vöhdhy noch •Kóopmarlfchappennoch Hoenderen. En
terwyl hyivztPaktiuis hed en gaef vond, van Vgelyken ook
hef Slot, fo en kon hy niét bedenken, hoedanig dit Steden in
fyn werk was gegaen; doch ik ben het naderhand tot mijn
gteeleirvan fchade wel-gewaer geworden.
cen ygelyk j ) e ft(egefs van dt Goud-Kufl fyn meede Diefachtig genoeg,
^acr'komt doch fy en hebben by de defe geen handwater. élk en heb hier
bandek*. . noch
V a M D E S L A V E - K U S i . 12?
noch niet een Schip, van wat Landaerd het ook geweelUs,
gefien, van wien niet een goede fomme gelds aen goederen on.tr
ftoolen zyn; want de weg tulfchen ’t Strand, en s Komngs
Dorp, gelyk ik reeds heb gefegt, ontrent drie mylen lang fyn-
■ de, en waer langs deefe Schelmen onk goederen moet opdragen,
geeft hun de fehoonfte geleegentheid deSiwew/A, ora
hare Rol te fpeelen, en ’t geen niet te beletten is, al had men,
in plaets van den honderdoogingên Argus, leen Wdgter met dui-
Cend ooven voorfien, fy fouden het evenwel weeten te klaren r
én fchoon men het by geval al komt .te fieh, en’er haer over
beftraft, fo fynfe ftout genoeg, om te vragen : Ofwy. ons m- Hun ftout-
beelden, datje deefen [waren arbeid voor'tg&ringe,. loon, dat fy van j^daer
ons ontfangen, fouden doen, [onder e enige vrylidd totfteelen temoogen
hebben} : ' _ . ■
By myn usnvjeefen is het gebeurd> dat de EjigelJcbe hun ra- Voorbeeld
ten met Boefies f t welk het^W van dit Land is) in Sakken had- met de Enden
genaeit; denkende defelve daer door voor de Roofgieri- SeUcne-
ge hajidetf. der Negers wel bewaerd ;te hebben; doch mis. On-
derweegen fneedenfe de Sakken van de Vaten af,en pa met een
yfere Veer tuflehen de Duigen in geftooken te hebben, deeden-
fede Boefies uit defelve vallen. Honderdderlei wyfe wectenfe
te verfinnen, om te fteelm: defelve hier aen te halen , fou te
lang vallen. | _r '
Dies fai ik maer eenlyk feggert, ;dat. niemand;lig behoerd Vanditftee-
te latep, yoorftaen, dat hy hier in ïbu konnen voorfien. En len heeft
fghoon men hier over by dert! Koning klagtig valt, mén heeft
geen Regt, en noch veel minder vergoedmgte. verwagten. Want ver| oeding
al geeft den Koning XoSd , om de fèhuldige op të foeken en te te wagten-en
ftraften,' üïemand derfd'hét felvs-uiivoeren ï uit vreesvoorde waerora,
oudfle Soöp dps Kónings, die’ër geméenlyk'ifyn deel van 'heeft),
‘en derhalvert deefe Vagebonden bèfchermdi •<•':...
En byaldien men fou denken, dat, fo wanneer onfe (goederen
in de Pakhuifen fyn gelegt, fy dan in 'Behoude Haven
waren, dat Ibu meede een groeve misreekenirtg zyn. In den beginne
was ik wel van die gedachten , dóch zeedertdatmyop
een nagt. voor meer dan feshonderd gulden aen goed was ontftoo-
O 2 ■ ■ hen,