
de aan Int
fchermut
ftlen ko-
men.
3 4 b e s c h u t v i n g V a n d e
zyn Goederen, om dezelve te roven, aanvallen , veranderde'
Dewelke > hnafteiyk van voornemen, en ftelde ( in plaats van na. . . .
Mihuldig- te eaan) hoe blode hy ook mogt zyn, zig zclven m ftaat van
te g c n w e e iv En deed de Minafche haart gewaar werden, dat
hy gezind was zyn goed duur genoeg aan haar te verkoppen,
dies viel ’er een Scbermutzeling onderhaar yöor, waar in aan
weerkanten eenige braafwierden getröffcn , en eyndelyk ge-
’ noodzaakt van malkander te fcheyden.
Hier door raakte alles in ’ t wild, hebbende den Commany.
™ tH at fihen K onïng in 't gehey m, en Jan K abts tot onzen openbaren
zen open- Fyand\ dewelke, om zig wegens’t ongeyk hemaangedaan,
baren vyanc wreeken, de Engelfche in htt CowiTT^nyJcbc Land gaf
fteW.ende haar voor eerfteen IVooningoh Plaatsy een uur van ons Y'ort
f n S ï e n gelegen, in een van zijn Sout-Dorpenmet .wil om haar by
naar eenige eerfte gelegentheyd weder in haar B ouwvallzg-Ituys, of i ort y
tydin haar ^ „ ecnze voormaals hadden bezeten,, te brengen, ’ t Zelve
vlrt ft=ld gelukte haar kort daar aan ook na wentch, en hebben de En-
waat dat ’ gelfche zig bereeds daar al zo valt en fterk gemaakt, datmenze
die figfterk niet, dan in tijd van Oorlog , weder van daar zal konnen kry-
«*ken- als wanneer het dan nog te bezien zalftaan,. of wyniet
wel eerft zullen moeten verhuyzen: want haar Fort is wel zo
Afbeelding groot als ’t onze , en heeft meede vier goede %atteryew,behz\-
van herEn- ven dat het noch een ïórens gewijs gebouw, waar het-Gefchut
gdfchEorr..0 J. kan> heeftj en waar meede zy ons dapper zouden
konnen befchadigen, Haar Gefchut is ook groter of' zwaarder,
en in meerder getal als by ons. Kort om, wy zouden ’ter al
een zoetelijk beentje aan te kluyven hebben. AA at nadeel deze
Nabuurfchap onzen Handeldn toebrengen, en reeds al gedaan
heeft, wéét een jegelyk, die maar eenige kennis van de
gefteldheid dezer'Km/ heeft; en meede hoe gemakkelyk me»
hét zelve had konnen voorkomen. Dog den Heer .... te vol
QUaad be- vuur, en had geen goede Raads-lny, ofwel dat hy na dezelve
leydivan "«« niet wilde luyfteren, begeerde de reden in t alderannir geen
omirent plaats te geven, en zogt niet anders, dan Oorloge en bet gp-
iT^che'o rugte van dien: meenende dat het hemzo wel zou lukkenals
©oilog. de Heer Sweerts r welke d ‘Commanyfche m jaar i68y. t eene-
maal t’ondér bragt,. met verlies van der zei ver en de
meeile Groot en des R ) fc ,;’tgeen dictijdeenwenfchelyke raak
VOO?.
magt
ers
G U I N E S E G O U D - K U S T . H
voor ons wierd bevonden. Deze Heer , waar van ik
fpreeke, meende ook zo te werken, dog hy overwoog niet ’t
onderfcheyd , dat'er tuflchen’ t beleyd en’t geluk van den
«en, en den ander is. Egterderfik wel voorvalt zeggen,
dat het hem meede wel zou hebben gelukt , by aldien zyn
grootshartigheyd, en de kleynagting, die hy van de \yand had,
zulks niet had verhinderd ; want voor minder dan een halve
Eonne-Gouds had hy een Jjsger van ’ t Juffer[che, en Cabefterra
fcb.e Wolkeren in ‘t veld gebragt, welke die van Gommany wel
twee maal in magt te boven gingen. Dies het hem ook niet
2,waar zou zijn geweeft haar met dezelve geheelijk te verdel- f a„Neg<
gen» dog....... was zot en blind genoeg, om zig te verheel- om,
den dat hy met deze magt, niet alleen Commany, maar de ge-
hcele Kujl zou gedwongen hebben; dies hy zig door zijn zotte
drift zo verre liet vervoeren, dat h y, ftaande dit gefchil, nog
andere magtiger Landen, als F antyn, en Saboe, deed drey- dog be-
gen, dat Commany niet zo haaft zou getemt zijn, of ze hadden driegt zig
meede een onaangenaam bezoek te verwagren. Deze twee
l_.andfchappen, wiften zeer wel voor hoe verr’ zy in onze fchuld d;ng>
ftaaken, en dat, om haar gedunrige fchelmerye betaald te
zetten , het ons nooyt aan de wille, maar wel aan magt, om
het uyt te konnen voeren, ontbroken had, draalden dieshal-
ve niet lang dus wakker gemaakt, om op haar tegenweer ver-
dagttezyn, en bemerkende, dat in deze tijds gelegentheyd
het in ftaat bly ven van Commany het- behoud van haar deden
was, zo gingen zy dezelve met al hun magt by fpringen, waar
eloorze veel fterkerin Vo/£ waren als onze Hulpers. Blykhier
van zy de eerfte ongelukkige Veldjlag, waar by wy alle onze °"rdgéfla-
Hulpers, en bygevolg, ook ’t geene zy gekoft hadden, verloo- gen j en de
ren; deeze Slag was van zo een groten Moordverze\&, als on-mceftenge-
der de Oorlogen der Ntfgtfn weymg komt voor te vallen: meeft va‘‘Rc" of
alle raaktenze van onze kant omhals, of gevangen \ waar door gc 00
wy ons ineen bekbaglijke ftaat bevonden, zonder te weeten
werwaarts ons te keeren, mits wy de meefte Candfchappen
hier om heen, en die van eenig vermogen waren, ons tot
\yanden hadden gemaakt; wy zouden ook geen gelegentheid
hebben gehad, om op nieuw iets dadelijks te beginnenten
ware de Vyanden ons zulks zelver hadden aan de band gegeven,
E % want