
ry4 BESCHR YVINó' VAN DE . 4
Kouingea in haar volle Luyfter en Praal levendig uy t te fih%ds*
ren en af te malen.
Slappe Re- A anbelangende dc Regeering der Neegers, de zelve gaat feer
gering waar flap en ongeregeld in zijn werk, en dateenlijk wegens ’t kleyn
omllaat^Ve Gcf 'ag der Regeerders , welke de Hoofd-luyden, o f Caboceros
zijn > en dieshalven ontftaat uyt dees floedige Regeering en
quaade gewijsdens , niet weynig maaien een geheelen Oor-
hg.- '
T u flehen de Landen die door Rottingen, en andere, welke
fchevdlüf- a^s een Gtmeexe-beß werden geregeerd, is een groot verfclul in
icheneen de maniere van Regts-vorderinge: van ’teerfteals zyndeeer
Koningryk, een Geweldemry, • als Rcgts-geding, te noemen , zal ik voor
M?CmClie" tcgenswoordig niet te veel zeggen ; maar atleenlyk fpree-
ken van de Gemtene~befien, en daarin my het meeft rigten naar
die van Axim en Ante , welke ons nog wel het gereguleerde
Voorkomen ; foo men het anders die naam mag geven: want
in der waarheid hun befte wyfè van Regieren , en Rechts-ver-
deren is eerder een verwarring te noemen , waar dat men by
zynde nauwelijks een begrip van krygenkan , veel min dat
men het in zyn vereyfte zamen-hmg op het Papier zou brengen.
Regeerders De Aximfi Regeering is twec-leedig , als de Caboceros,
TandczeTvélf Heoft-luyden) en de Mancevos ( Jonge Manfchap. ) B y , of
Zy„t door de Caboceros, werden verhandeld alle Burgerlykeofgememe
zaaken, welkedagelijks komen voor te vallen maar de zoodanige,
die het geheele Landraken, als daar zijn het maken
van Free de en Oorlog, het opbrengen of betalen van eenige
Laßen en Schattingen aan andere Landen, ( ’t welk egter zelden
gebeurd, ) dat werd door beyde Leeden gezamentlijk af ge-
handeld. En in dusdanigen geval voeren de Mancevos veel
malen het hoogfte woord , voornamentlijk foo de Cabocecrs
geen groote R jjkdom van Goud, ofte Slaven befitten ; om
haar daar door te können dwingen, van haarlieden toe te vallen.
Op hoeda- I laare manicre van Rechts-vordering gefchied dusdanig, foo
11-.gcnv.7s by-aldien iemand van de Swarten iets van een andérheeft te
geding wert f fo° gaaC met een gevulde hand, te vreten, een
aangelat, V weering van Goud en Brandewijn , { want het laatiie is de
^ GU1NESE GOUD-KUST. 1*5
Magneet om dit Volkje te trekken, ) naar de Caboceers, fteld
haar na ’t overleveren van '1 zelve zyn zaak voor, met verfoeit,
datfe hem met den ccrften willen helpen , en hem over zijn
tegenparty doen zegenpralen. Is 't nu zaak, datfe 'hem goed-
gunftigzijn, foo werd aanftonds, of na een dag of twee, naar
dat het beft gelegen komt, den vollen Raadvergaderd, dewelke
, na lang genoeg geraadpleegt te hebben, het vonnis in
zijn voordeel vellen, en dat veel malen tegens alle regt en reden,
en eenlykmaar, om datfe omgekoft zyn geweeft.
Maaris’t , dat zy hem in tegendeel niet gunftig zijn, maarjdshcyd
benyden , of datfe van fijn tegen-dinger meerder Geld hebben
gekregen , zoo zullenfe hem» hoe Rechtvaardig zijn zaak ook omkopen,
mag wezen, in ’ t ongely k ftellen; of zoofe zig des al fchamen^
’t zelve onafgedaan, en hem agter na laten lopen. Diesfo eene
gedwongen is , een betere gelegentheid of andere Rechters
voor hem af te wagten j ’t welk hem zomtijds in fijn geheele
leven niet voorkomt, en by gevolge dit Gefchil tot een erfenis
aan zijn Vrienden nalaat j die ’er zig, de gelegentheid daar toe
op doende, ook wonder wel van weten te bedienen | al was
het ook dartigjaren naderhand, gelijk my zelfs zoodanige zaken
meer als eens zijn voorgekomen , ’t geen men by na zou
oor deden onmogelyk te zyn, en datfe het vermitfe niet konnen
L etfen of Schryven, foo wel hebben weten onthouden.
-. Het gebeurd ook wel dat den Aanlegger of ook wel Verweerder
van’c Geding, wie Van beyde dat het ook mag zijn, zig
tegens alle billikheidin ’t ongelijk ziende gefteld, en wat kreke-
lyk van kop, niet langmoedig genoeg kan zijn , om zijn tijd af te
wagten , waarom hy dan» zijn kans fehoon ziende , eenig
GoedotGoudy wat het ook zijn mag , enwaaruyt hy zijn betaling
kan vinden, in verzekering neemd , en dit Goudöï Goed
kat hy niet alleen nemen van zij n tegendinger , of fihuldenaar,
maar van wie dat hem maar voor komt, als fe met den gezey-
de maar in een Stad of Dorp woonen ; dit Goed en zal hy ook
niet weder geven , ’t en zy men hem eerft heeft voldaan, en
te vreeden gefteld, of dat hy met geweld tot de overgaaf werd
■ gedwongen. Is hy nu machtig genoeg om zig zei ven en dit ge-
n00men Goed te befehermen, foo blijft hy ’er voor die tijd Bezitter
van j en hier door werd dit een Gefchil van drien, na-
I * V 2 ment