
M ik B E S C H R ï V I N G
dat men hun van doen heeft, niet en derven weigeren.
Van de Boetens en Tollen die in de Landen van fijn Onderkoningen
werden gegeeven, komt hemde geregte helft toe, doch
ik vermeene dat hy dapper en wel te vreeden fou zyn,indien
hy maer een vierde kreeg. ' , ,
Vifch Tol, Twee groote fchoone Rivieren heeft men aen Ftda-, de ee-
ne v o o rb y beide de Popoos, en de andere voorby Jakm loo-
pende. Defelvefyn fo Vifchryk, dat des Konings Totf uit een
veelyk van dien ontrent de honderd Slaven bedtaegt, hetwelk:
noch pas de helft is van ’t geene de ToIIenaers daer van ontr
Boven de voorfeide aengeroerde Momfien des Koningsban
men nochbereekenen, dat hy van yder Schip, hier ten Handel
koomende , het een door ’t ander gereekend, trekt, lo
voor Tol, ’t voordeel van fyn eigen Handel , en de kofiumens
die men aen hem moet betalen, een fomme van vyftienhonderd
Ryksdaelders,en fomtyds heeft men hier wel vyftigScheepen
in een jaer, doch bywylen ook maer de helft en minder. Kort
om, den Koning fou, byaldien hy niet bedroegen wierd , een
groot lnkoomen hebben, en een magtig Koning zyn, wel te ver-
ftaen, fo als ik bereeds hebbe gefegt, naer den GmwJ'en
Trand; (doch tegens de Orientaeljcht, of andere Lands-5\o-
ningen te reekenen, fou hy maer een armen Duivel zyn) doch
het gaet hier als in dtgeheele vseereld, een yder ueeld niet meet
dan hy kan, en de e^/tfwfchynen maer voor t meerendeel
ten voordeel van den Tefitter te koomen, fonder dat den Geever
daer veel van krygt. -
Den Koning ’t inkoomen van den Koning, hoe groot het ook mag zyn,
heeft veel te j^ ^ . eckter feer wej van nooden; want behalven de )wa-
Ten re ge Idfommen, die hy noch dagelyks uitfehiet, fR,|ot verdeh
ging van Popo, als om het Offrafi Land onder fyn^oorfaew
Jj'eid te krygem ' , n l •••?•>
Behalven dit, fegge ik, en de noodige onkoften tot lyn Hofhouding,
mitsgaders de ryke Offerhanden die hy aen iyn Hjgo-
doen , fo moet, hy noch dagelyks.o^r de
mèikh'en onderhonden,,.en,-defelye..van kofi zjv,drank■ yerior-
gen. En fchoon hy fyn Onderdanen niet.hooger als lyn o ~
envan de
Scheepen
dae,r ter
Handel komende.;
V A N D E S L A V E-K U S T. i 37
ven agt-, fo moet hy defelve, wanneer hyfe te werk ftelt,ry-
kelyk genoeg betalen.
Dagelyks koomen fyn voornaemfle Grooten by hem ten ee-
ten, altans het gefchied in fyn tegenwoordigheid, want hem
aenbelangende, geen Manspersoon mag hem fien. eeten, noch
niemand buiten fyn Vroutuentimmer; ’t welk, na myn gedag-
teii’, voor deefen is ingefteld, om het Gemeen hier door indruk
te geeven, dat hun K oningen meerder dan Menfchen wa-
ren, (en &\s-Goden moeften geëerden ontjien werden) en dat
fy niet van nooden hadden, gelyk andere menfchen, om fig
felven met Spys en Drank te onderhouden, ’t Laetfie doet hy
nu echter in een yders tegenwoordigheid. '
Om even gefeide reeden, en noch een ander, die ik aen-'
ftonds fal melden , vermag niemand des K oninos Slaepplans
weeten. Ik vroeg eens gantfeh eenvoudig aen fyn grootfie Lieveling
Carter •. IVaer den Koning des nagts fliep ? Die deefe vraeg
met een andere beantwoordde; te weeten: IVaer dat Godftiyi-
Evenfo min, feide hy verders, kon men des KoningsSlaepplaets
‘weeten. rr
■ Dit meen ik, gefchied meede , om hem in hoogachting by
fyn volk te brengen; en ook dat men den Koning ineen oploop,
or by een Jchielyke overval van vyanden , niet met den eerften
moet vinden, en hyontextniïchzngdeegentheidïon krygemom
lig door de vlugt te bergen. { . °
Buiten gefeide onkoften maekt’er den Koning dagelyks noch
meerder, namentlyk.met geduurige Vereeringen aen de Euro-
picmen te doen, en voornamentlyk als fy fig fulks wel laten
geva en j ^èn er hem behoor lyke dankbaerheid voor bcwyfen.
Haerlie_der Tafd werd dagelyks door hem voorfien met
Schapen, Varkens, Hoenders, OJfev leefde, of wat het ook fyn
mag, mitsgaders Brood, Fruit, Bier, en wat’er verder toe
«v/mjercler als. met hun £evok van nooden hebben.
m7 ielden te mynen daer wonder wel van
derpvfd,-faWan,: dcn haer altoos voor en boven alle anderrdp
c ? ’ en n tyds dubbeld deel roefond; dochzeeftandtr
d T fr i rhier/ en hebben gedaen, ben ik ver-
II ^Deel ° nfcn Landden met weinig onderfcheid van hem
S werd
Niemand
vermag d e n
Koning ficn
eeten,
noch ook
desfelfs
Slaepplaefs
Weeten.
Den Koning
doet dagelyks
Ge-
fchenken
aan de En_
ropianen.
En voornament
yk aen
de Hollanders
,