
i9i BESCHRYVING VAN DE
Hoe het Wanneer voorzeide Erfgenamen ontbreken , zoo komen
verder met S ufiers, of Broeders, tot de Erfenis. Dog die mede niet zijnde
Erffenis, de, zoo volgen de andere Vrienden, die den Overledene van
verward^! ¥ oeders wegen het naafte beftaan. Dog de Rekening hiervan
gaat. Voor ons zo verward en duyfter, dat’er tot nog toe geen
Europiaan hét regte befebeyd van heeft lconnen krijgen, en ik
ben verzekert, datze liet ook nooy t zullen krijgen j niet te-
v r n u Senftaandc de Ne&ers het voel en zeer net weten dies' men ’er
terzake " haar ook nooyt in ziet feylen of dwalen. Egter gebeutd het
vanEiffc- niet weynig malen , dat ter zake van Erfenis, grote gefchil-
nis, len onder haar ontftaan. Dog dat en komt niet, van datzy
onwetende zouden zijn, wie tot de Erfenis het naafte is; maar
om dat eenige die magtig van Volk, en Wapenen zijn, hun
Regt tot de Erfenis verder als hen toekomt, willen uyc rekken.
Der Negers Hoe veel Wijven de Negers trouwen, heb ik U E. reeds gebeftaatkt
Hier in meenenfe hun grootfte Glori geleegen te zijn j
hun slaven en hun Rijkdom inde veelheid van S laven-, niet tegenftaande
die veelma- dezelve veelmalen tot hun eygen verderf ftrekken •, om reden,
lentothaar dat een iegelijk moet inftaan, en boeten hetquaad dat zijn
S^ / k omt te bedryven, ’tzy van Diefte, Overfpel, ofwat
ken. en om het ook zijn mag , de Heeren werdender over aangefproken,
wat rede* en moeten de boeten, die den Slaaf voor zijn gepleegde misdaad
neti. opgelegt werd, voldoen.
Van s’ gelyken moeten de Negers ook inftaan voor haar
Soonen, Neeven, en verdere nabestaande ■, dog hier in helpen
de gezamentlyke Vrienden gemeenlyk malkander, een iegelijk
brengd na vermogen iets tot hét zelve toe : want zoo
zulks niet en gefchiede , zoo zou den Misdadiger , zoo als
ik mijn laatfte gezeg heb, tor dood of Slaverny werden ver-
weefên.
Ik heb nu al eenigzinds breed van’t Trouwen der Negers,
die omtrent het Strand \v oonen, gefprooken. Laat ons met
eenen ook-eens bezien , hoe de Negers in het Land, in haar
Egten Staat leven, en de Straf, die zy aldaar aan de O verfpee-
ders oeffenen; wijl z y , bevryd zy nde van der Europianen magt,
daaromtrent veel ftrengerte werk gaan.
Een
G U iN E S E g g u d - r u s t : i 9%
Als een Negers Wyf aldaar beflapen werd, foo en js het De Negens
niet nieuw, datdegcen, die het/^rbegaen heeft, ten eene-fandwaards
jnael werd bedurven, en veelmalen moetender d e f f e l f s o !
den mede om lyden: want foo de geen diebeleedjgd is, een vcrfpel veel"
oroöte Magt heeft, foo en vergenoegd hyüg niet met den fwaerder, en
\^Misdadiger ftmpelyk te bederven; ma»er fal ook niet ruften, rümt,Td*ook
voor en al eer hy den felven van kant heeft geholpen. En 0 oot'
is ’t faak» dat de Schuldige geen vryè N eger, maer een SI a f
is-, foo ftaet fijn dood onwederfprekelyk vaft ', en dat op fo
een wreeden wijs, alsfe maer konnen uytdenken. Waer en
boven deffelfs Heer nog voor de daer toegeftelde boete werd
aangefprooken»: En wijl de Manlieden hierfo ligt geen handel
dry ven, als aan ’t Strand, foo is een Vrouwmens, welke
daarop Overfpel werd betrapt in groot gevaar van haar lee-
ven, ten fy de Vrienden met een goede Geldfomnte den Man
komen verfoenen. Dog die met haar Mans Slaaf re doen
heeft gehad, is gcwiffelyk Lyveloos, fo ook de Slaaf metwien
fy heeft geboeleerd. Én daer en boven moeten de Vrienden
aan de Man nog ai ietsuy tkceren.
Ieder voornaem Neger is in dusdanigen geval fijn eygen
Regter voor het grootfte gedeelte, en is ’t faak, dat hy
fig te fwak bevind, foo verfoekt hy fijn Vrienden om hem
tc komen helpen'; welke fig daer toe aanftonds gewillig,
en bereyd tponen , gemerkt fy alle mede een veeg uy t de Pan
krygen. - ’
De Negers in het Land fijn ongelyk •Ry&r, als de geen, die Swarc GcU-
onder ons woonen; en dieshalven werden de geen dewelke fommen»
aldaar komen te fondigen, by uytnemendheyd fwatr geftraft. welke daar
Ik heb van boetens gehoord, die wegens’tplegen van Over- ^"vauer»
f f el gegeven fijn, welke over de vyjtig duyfendguldens bedroe- anders Mans
gen. Daer fijn geen Plaatfen op de Goud-Jiufl, waer dat Wyf werden
ik niet gelegen heb, behalven Herai Apam en Cormantyn **t*a^"-
alhoewel op b^y de laatfte nog al eenige maanden , en my
ftaat niet te vooren, dat ik op alle Plaatfen, waar ikgewoonfi
heb, eenen N eger heb gefien, dewelke foo een Rykdotninde
Weereld had, fclfs geen Roning , of hy fou fyn geheeleHave
en Beftti tot geld moeten maken, en dan fou het de meefijc<
B b nog