
Uyt herin
vorderen
van Scljuld
omltaar.
163 BESCHRYVING VAN DE
dees Stof hier vooren eenig gewag gemaakt, met beloften i
van het zelve nader te zullen verklaren.
Hoedanig Nabunge Landen, die met den ander in Min en Vriendfchat
uyt h S g werden met,Weyn’S malen °P de volgende wijze veront-
ruftj te weten, als een voornaamPerzoonm ’teeneLandfchap
geld moet hebben van een ander uyt het Land van hun Nabuur,
ende betaling met fpoedig genoeg na zijn fin komt, zo laat hv
met den eerften zoo veel Goederen, ' Koopmanschappenof Sla-
ven, van dat p r o v e n , waar.dat zijn Schuldenaarwoond,
tot dathy zijn betaling rykclijk meend te hebben. Dan Haat
hy de Geroofde Menfchen aanflonds in de Boeyen, en als ’er geen
geld komt om haar te lollen, zo laat hy dezelveom daar uvt
f f t r S nM N u den ’7 er ï ° ? f en- D ° S is ïekkehjk Menfch, en defchuldopregt, zo zdale hSych muledte ndaenar e ienr-
“ e.n’ °™ zlJn Landsgenoten weder in vryheid teftellen, ziin
Schuld-Heer tragten te voldoen j waar toe de Gevangene h Ar
vnenden, indienze anders magtig genoeg zijn, hem met geweld
ook zouden dwingen; dog daar voor niet bedugt zijnde*
en onwillig te betalen, - zo zal h p ijn SchuWheer.voor een on-
regtvaardig Menfch in zijn Lénd uytkryten, en een ieselük
tragten wijs te maken, dat men ten onregten,en zonder fshuld
te hebben, met hem dus handelde Krijgt dit nu ingang op de
gemoederen van zijn L ands-lieden, en datze hem geloven zo
Zoekt hy weder eemge gevangene van het ander Land In vergelding
te bekomen, en onderwijl maakt een iegelijk zie van
weerkanten fterk, loerende om malkander op het onvoorlenft
’tEerftf ' omdeCaboceers, dieeenige
Man/chap hebben, op haar hand te krijgen, vervolgens ook
de Soldaten, en dus ontftaat uyt een zaak, die in den beginne
maar gering was, eengeheelen Oorlogtuffchen twee Landen'
die anderfinds in een goede Nabuurfchap leefden. Dezelve
houd dan ook zo lang.aan, tot dat een van beide in het onder-
Jpit is geraakt, of datze, alsze niet pp den ander konnen winnen,,
weder aflaten, en Vreedé maken. YWelk de Hoofd-
Juyden dikwijs op begeerte devSoldatenx\)n gedwongen te-doen
.en dat meeft omtrend de Zaaytijd: wanneer een iegelijk heen
.Wil, om zijn Landtc bearbeyden. Want wijl zy in dén Oor
l%om e iet dienenp en op hun eygen Beurs moeten ïeeren, zoo
i * konkonnenze
het ook Zeer haaft moede werden} inzonderheyd
zooze geen voordeel op hun Vyanden hebben behaald, en de
Buyt, waar op zy ftaat hadden gemaakt , niet komt te volgen.
-
Wanner de Opper-Hoöfden van eenig Land te Oorlogen ge- ° ° rbe£eer-
find fijn, en met Nyd ontfteeken tegens haar Nabuuren om dat t/tot ?cns-
dezelve in voorfpoed, en meerder geluk , als zy , leven : en andersGoed
dierhalven begecrig om derzelver Goederen onder den anderen aanSerjn_
te verdeden, vergaderenze gezamentlijk nevens de Mancevos ®C'*
by den ander, declendelaatftehung*^^« mede, vullen dezelve
op, en vleijen haar met deydele waan van Buyt. Deze
nochjong, en onbefonnen, zijn met deneerften op het woord
van Buyt verlekkerd; en Hemmen het haaft toe: dieshalven
gaat een iegelijk zig tocftellen en tot den Oorlog vervaardigen,
en vallen, klaar zijnde, in het Land, waarop zy het hebben
gemunt, zonder eenige waarfchtuwing of andere reden te hebben
, als zeker voornaam Potentaat, c'eft mon Plaijier, of anders
, Pour magloire. Dus vallenze malkander op het lyf en
rooven in dees overval niet meer, als ze magtig konnen werden.
De deze, om zulke onverwagten Bondbreuk betaald te 0 ,o
zetten, en zig zelvë daar toe niet magtig kennende, gaan heen der Neger*
om een ander Landfchap tot hun hulp om te koopen; ’t geen onkofte-
z y , en dat nog wel van de voornaamfie, voor minder als twin- 1ïk’
tig duyzend gulden konnen doen, en waar voor zig de andere
noch van alderhande Oorlogs - behoeften moeten voorfien.
'Diés U E . kond denken, dat het Oorlogen hier goed koop is,
cn ook afmeeten, dat het geen groote magt moet zijn die zig
voor zoo weynig geld te Veld begeeft, en een Oorlog, diehy
anders voor by kan, aan gaat. Maar de buyt, buyt is haar
oogwit: dog fomwylen krygenfe in plaats van ’ c zelve , de
huyt vol flagen , en dat hebbenfe op gemelte/»toe, Het En hoe
gefeyde^eW werd verdeeld , cerft onder de Hooft-lieden, en ’t weynig de
overfchot krygen de Wancevos, ’ t geen zomtijds voor ieder ?0^atei1
pas een gulden, of drie bedraagt; ja veeltijds noch wel de helft voordat«;
minder; vermits de Hooft-luyden foo een Blanken-berg fe reeke- zig ten
ning maken, dat zelden iets van belang overfchiet. Dog van Oorlog beden
buyt maakt éen iegelyk zijn aandeel wel te krygen : want Sevei)-
fehooii de zelve voornamentlyk moet dienen, om’er deon-
Y ko