
3<s B E S C H R Y V I N G V A N D E
In yder poot neetnenfe een of mee Milhio-ftruiken; (indien
ik hare pooten fo mag noemen) van 's gelijken ook fo veel onder
kaer artnen ; meede een ftuk of drie in de bek; en dus beladen
fynde, gingenfbhaers weegs, fprongen geftadig op de achter-
fie pooten voort, en vervolgd werdendej fo houdenfe , diefe
in den bek hebben > vafl; dé andere , om in hare vlugt niet belet
te zyn , weg werpende.
Hun keur- Het wegfleepen van fo Veel Milhio te gelyk, heeft by het vol-
lykheidin’t g^de noch niet te gelyken; want yder Milhio diefe afplukken,
fteclen. werd door haer op’t nauwkeurigfte befigtigd; en byaldienfe haer
- niet aenflaen, fo we.rpenfe-defelve weg, en plukken wederom
andere; dies-hare viefe keurlijkheid ongelyk meerder fchade nen
’t Gewas toebrengt, als hare diejftal. Hier meede feg ik de A-
pen adieu, • . .
HaegdifleB > Duifende van Haegdifjen, of Egdifjen, hoe menfe wil noemen,
yeddcrlei. fiet men hier te 'Land, overal; voornamentlyk op en langs de
wueren van onfe Forten; waer dat fy haer kof moeten foeken-,
’t .geen'voor -t meerendeel in Spinnen, Wormen, Vliegen, nvt
andere kleine beesjes beftaet. Sy zyn van veelderhandeflag, ee-
nige der grootfte fyn met haer ftaert ontrent een voet lang , en
een hand breed, donkey van couleur, met een half roode kop : andere
fyn deefé wel meeft gelyk in grootte , dog verfcheiden in
qouleur.
Befchryving ' ’t Syn meeft zWc onguere en leelijke beesjes ; behalven de voir
van de gende, die m en , -fonder voor leelijkte fchatten, noch foukon-
Ha gdifl-n. nen doorgaen.
Eerftelyk een flag-, ontrent de helft kleinder als de voornoemde,
fyn meeft groeft van ver-we; en dan noch eene, weid zhelft
khinder als de laetfigefegde, van een. grauwe couleur, welke fig
Salaman- met meenigten overal in onfe Huifuigen onthouden, en de kaders.
mers feer fraei van ’t ongedierte Juiveren; wy noemen defelve.R»-
lajnanders.
Dat de' Haegdiffmeen menfeh foüden waerfchouwen voorSlan-
bcftartd?gde gen ofte andere onreine Gedierten , houde ik voor;al fo geloof-
heid desfel- waerdig, als des Salamanders beftandigheid tegens ’t vuer ; ten
ven tegens ware ymand geliefde te feggen, dat dit Spreekwoord eenlykis
te ontkend, wegens de tegenfrydigheid -van hetiwrmet dmSakr
i io u u v in a . ^ m a n -
G U I N E S E G O U D-K U S T. 3 7
mander, welke„ nevens alle andere Haegdijfen ,~yskoud\an na-
tuer zyn, de fodanige. foude ik met den eer&en-toevallen, en
my daer by ook houden, tot’er tydbeweefenioXv/ordtn., .dat,
volgens ’t feggen der Ouden, ergens Salamanders te vinden zyn,
van gefeide hoedanigheid, teweeten, fodanige, welke lig on-
trent het vuer onthouden, en daer in leeven.
Tot befluit van deefen Brief fal ik hier noch twee beesjes by-
voegen, van weilkem voorige tyd niet alleen wonder br eed,mzzz
ook heel ongefchikt gefprooken is : defelve werden XJE. vertoond
onder No. 6. en 7.
Des eenens eigene oi natuerlijke couleur is groen , met grauwe
/pikkels en vlakken; de ander.groen, viéyig, en grauw door den
ander. ’t.Syn heel rareenfeldfamebeesjes, en verdienen wel genoeg,
dat men lig inlaet wegens der fclver aert cn gefialte, cc-
nigfints wydlopig te fpreeken.'
Veelé hebben het felve reeds ter-hand genoomen en-verrigt,
doch onder alle gevald-my niemand beeter als Pater N- N. en
de Heer Oornelis de Bruin, in fyn. uitgegeeveneReifen door A-*
fia, enz. ’t Geen Sijn Ed. van dttkBeefien ter neder gefield
heeft, moet ik t’eenemael bewaerheden, fonder dat ik’er iets
fonderlings by, of af kan doen: hebbende aendeefe ook juilt
dof elf de eigenfehap als die van gemelde Herr-bevonden; dies fal
ik , als niet in ftaet fynde, öm’er UE. een volmaekter denkbeeld
van te konnen geeven , Syn.Ed.jtige woorden , doch met ee-
hige verkorting, {o als hy defelVe in 'tfefchryvende^fer^beesjes
gébruikt heeft, laten volgen.
Syn Ed. fegt dan : terwyl ik nu met fonderling genoegen, emBefchryvinjr
weinige bekommering voor do dringenfte noodfakelykheden van van den Ca-
ditdeeven, de.tyd toRSptima doorbragt, .kreegik geleegent- ^e*eon’ na
heid om eenige Camekons te bekoomen, fynde nieuwsgierigKfclmTt va'n
om by de ondervinding te leeren; hoe lang defelve in net iee- de Heer
ven konden bly ven: gemeenlyk had ik’er vier in eengroote ^o;,.?ornelis iJ*
bywylen in vrybeid door myn kamer loopen: ookbragt n,in'
xkie_dikwils achter in dc-Sael van het H«w, daerdetwWvan
de Leekant door heen fpeelde; wanneer men befpeurde, datfe
veel lufliger als na gewoonte waren, en die frifje koelte ,met geopende
bekken inhapten.
"vE 3 '