
Eernaam
van becOppei
hoofd,
aan ’t gez y-
de forr.
Seven Generaals
een
tyde des
Sehryvers ,
op den anderen
ge-
volgr..
Hoedanig
geregeerd'
hebben, en
dën lofaan
io B E S C H R Y V I N G V A N DE
Yortresbegaan, is, datze de Borftmeeringen zoo laag hebben
gelaten, datze maar even tot de knien komen, waar doorze
voor ’ t fchieten van die van buy ten t’eenemaal bloot en ongedekt
ftaan.
’ t Welk haar intijd van Oorlog, al was ’t maar-met de Smar-
ten , zonderling qualijk zou komen: Vvant geen menJch kan
zig op de Battery of Gordynen begeeven, of men kan ’er hem
van buytén meteen SnaphaanafligtefV, üytgezonderdalleen
aan de Landkani waar dat de Borftmêèfitog zyn vefeyfte hoogte
heeft. Voor het overige is de bouwkunde redelijker wijs in
acht genoomen. Van binnen is het Fort met een goed getal
fraaye Woningen voorden. De Aftekening zult gy om roeden
hier vooreis gemeld voor als noch moeten nuffen.
. Tot Opperhoofd van ditForZ, cn met eenen ook van de ge-
■ heelzbefetting der brandenburgers y hier eer K u fl, (beftaande
in twee Forten en een Loge,) hebben zy een Perzoon welke de
Eernaam yoérd van Direüeur Generaal, wegens zijn Keurvor-
fielyke Boorlugtigheyd van brandenburg, en deflè'lfs Africaanfe
Compagnie , zedert eenige tijd zyn haar lieden Opperhoofden,
en verdere bediendens, buy ten defbldaten, meeft alle Neder m
landersgeweeft, dewelke in navolging van ons, altoos ge-
tragt hebben, zoo een volftrekten gebied over haar Onder*-
hoorigé 'Smarten te voeren | als onzen Koopman aan Axïnu
Doch zulks hééft haar nooyt willen gelukken» eensdeels wegens
haar eygen onredehjkheyd, en oneenigheyd onder malkander,
als ten anderen door den fchelmsgtigen aart der ge-
zydcSmarteny welke meeft alle o»he t eén of ander fchelm-
ftu k yaïi orisgevlugt zijn, en zich hier ternedergeflagen hebben/
■ ■
Scvcn Opperhoofden, oiDireiïeurs, heb ik te mijnen tijde
op de Kuft gekend, de eerfte was een Embdenaary genaamt
Jan Nyman, een Heer met een gezond oordeel, en goed begrip
begaaft, en daar nevens oök wel ervaren in de zaken dezerK
«/> dieshy zijns'MeeJlersbelangook ongekrenkt heeft-
voorgedaan en bewaard , voerende zijn zaken met een zonderlinge
voorzigtigheyd en goed beleyd uy t , waar door hy
hier te ook een goede naam heeft verkregen , en met
eroote eer van de Kuft Vertrokken is.. Hy heeft to t Opvolgers
ö gehad
G U I N E S E G O U D - K U S T . i r
gehad de Heeren Jan en Jacob ten Hoof, Vader en Zoon, (Jen£ ften
welk van s’gelyke mede eer met haare Regeering hebben in- twcden,en
gelegt, en haar onderhorige in toom gehouden, voornament- derden ge-
lykdeZoon, dewelke door zijn buygzamen aart, en minne- geTet>.
lijken omgang, zig van al de Smarten deed beminnen , en een
iegelijk tot zig te trekken: waar door den Staat der brandenburgers
alhier zeer wierd verbeterd, en uytgebreyd. Dus ik
■ wel derf zeggen dat de Maatfchappy van brandenburg , noit
dienftiger Man, om haar belangen waar te nemen, als dezen
hebben gehad, en miflchien ook noit krygen zullen. Waarom
zy ook den dag wel mogen vervloeken waar op ze hem
hebben doenligten, en een ander, met name Gysbregt van •rVi.-rde
Hoogveld, in zijn plaats zonden , dewelke van te vooren in Opper-
onzen dienft K.oopman van Axim was geweeft, daar hy zijn ^°d^^egt^fc
Onderhoorige zoo qualijk handelde, dat onzen Heer Generaal ooraak
Joel Smits, neevens zijn Raad genoodzaakt was hem van zyn aan bet
Ampt af te zetten, en voor onbequaam van dc K uft te zenden; verderf der
wanneer dan deezen weder in dienft der Brandenburgers was
geraakt en met het oppergezag op de kuft gekomen, zo heeft ■
hy zm&e Smarteny (by wien hy van oudsinden haat was) om
zig van haar tc doen beminnen, zeer veel vryheden, en ongehoorde
voorregten moeten toeftaan, waar door ’t gezag
der brandenburgers hier te Lande geen kleine krak quam te
ontfangen, en voor hem de eerfte (teen van haar verderf w ierd
gelegt. Dog dit mogt hem Hoogveldegter niet helpen, want
na een korte Regering (tonden de blanken en Smarten gel y ke-
lyk regens hem op, en nadat zy zijn geding opgemaakt hadde,
wierd hy door haar uyt de Regering gezet, en van de Kuft sp- > _ ^ ^
zonden, en verkoren in deflelfs plaats een Mennonift, genaamt de
Jan van L aar, een Perzoon welke meerder verftand had, om nk-t verbeet
nftoop brandemyn s’daags te nuttigen , dan het ware belang terd, maar
van Zijn Heeren en Meelters te behartigen en waar te nemen. wt *.ver0arrd
Hier mede begon ’t ook al in ’t wild te lopen , (taande de zaken get w°
van dezen van Laar reeds alzo verward, dat hy na een korte’
Regering, tydelijlc door dé dood wierd wog gerukt, en liet
tot zijn Opvolger^als dé naafte) éénen Jamde-Fiffër , déwel- ^
ke qualijk zo veel verftand had dat meri hetó- a'fleen by ’t vier;zesd<.
mocht vertrouwen , en daarnevens npgzo ongeluckig,dat
B z men