
yjste tüEtdeen.
-?8 B E S C H R Y V I N G V A N D E
ecnige reifen i s ; want wat veelmalen gegeeten, falfe yma^
haelt tegen ftaen. Met Kaneel, Suiker en Wyn als Aerdheften.
gegeeten, We’t lekkerft, enook gefondftj want maer fimpel
uifdehand gegeeten, We al te vierig: derhalven Monardus
groot ongelyk heeft, met aen defelve een koude natuer toe te
fchrvven§ Sy iswel ter deegen verhittende, en weffodamg,,
daHt l\s men ’er wat te veel van eet, de febarpe vochtigheid ons
tó Jd o ed fpouwen. Doch fchoon dat door gefeide febarpe
bittigheid, de koelen tandvlees tot bloedens toe werd ontdooi
d fo is het doch een groote Fabel, dat een Annanas v -
S ; J fouz5n , dat fo men een Mes maer een halve uer m
deii Annanas lietfteeken, het Mes ten deelen (ouverteeren, dit
fs fo verre buiten de waerheid, dat fchoon men in plaets van een
halveTer, eerihalfofweleen geheeljaer nam, foenfoudehet
S verteeren. ’t Iswelwaer, dat het Mes door de fchar-
pigheid van ’t nat beflaen fak; doch dat felve gebeurd ook m
het opfnyden van een Citroen, Limoen, Orangie-appel, Bakovens
cn Tananas, en voornamentlyk o n t r e n td e la e t fte^ ,
wanneer defelve noch niet ter deegen ryp zyn; fo dat deefe/r^r
ticheid niet alleen aen den Annanas ïstoe te fchryven.
grove misïlag moet ik, eer Wy hier van afscheiden,
van gélide Ambeuren aenhalen; eneerftelyk van
j . c i welke fegt, dat den Annanas een vadem hoogbo- 2 Ï S I Ï S l e e d e n , datfe ’er half onder groeid.
B rid t aLkden Baldapper mis M M «
?L is oemeenlyk niet.boven de anderhalve voet hoog, en de
fieel ontrent een halve, 't geen te famen tweevoetenuitmaek
- t geen veel van een vadem verfcheelt, en ook, datfe ond
deDus b^nghebikgantfch tegen mynfinmoeten zyn, in tbe-
fchryven der Annanaften-, wilymand nu echter J ° , ^ S S ts
éSSSt Vrugt in Afia of America een
die kan fulks wel doen; ’t is my over genoeg, dat ikvanjer
fcki ide perfionen, welke die beidtWeereldsdeelen doorwandeld
hebben, gehoord heb , dat’er gantfeh geen onderfebetd tuf
ÏGj S de Annanas fullen wy de Watermeloenen laten wlgen.
G U I N E S E G O U D - K U S T . 79
Deefe, alhoewel, edelder en aengenamer Vrugt, fal onsm geenen
deelefo lang ophouden. D e Watermeloen, noch*tofi,n-
de” is vanbinnen w it, en van buiten groen-, doch alffe njp
word, flaetfe van buiten met witte plekken uitj, en verheft een
weinig van hare groenheid: van binnen werdfe. dan nW en
doch hoe rooder hoe ryper , en ookaengenamer
geeten ifle heel fóet, waterachtig, verfnffende en verkoe
16 Deefe F rm t fou beeter en ook min f-chadelyker fijn dan
den Annanas voor een koortfig menfcA Onrypeet men deefe
Vrmt tot Salaed, inplaets van Komkommers, met dewelkely
S a n o o k eenigeovereenkomft hebben; enisdanookmetfo-
danige tó«» voorfien, welke,ryp geworden f i jn d e g § J ;werden
I en alsdan dienen om weeder verplantte worden
De Watermeloenen groeyeneven als
draeen een ander loof. Syn ontrent eensfo groot als degroote
M d Z e T b v ons. Byaldiende Negers niet te onagtfaem ofte luy
ï S Z Sofoumen hier te Land een grooVe meemgte van deefe
Vrugt konnen hebben: doch nu werdenfe eenlyk by fommige
van onfe Opperhoofden voortgequeekt, dies er denGemeeneman
WT d r ^ « l « v a n J u f en Auguftus
gemeenlyk op haer beft; en ineen vrugtbare tyd krygt menie wel
hebben; doch de vo.gcnde
Xrugtenmag ife echter metftilfwygen meede metvoo. y g e ^
Sullende dan konnen feggen, van mets over gelagen, maer aue
aenveroerd te hebben, fo wel goed als quaed. .
\ Eer ft is de M agalet, by ons Grein M g
naemt, fijnde deefe Vrugt by weinig mn^ hen. ? ^ ^ Q^ gentlyk«
felve groeid aen hoorntjes in roode huisfts, t welk van verre ie Gumeefe
cierlykis om tefien. Binnen in deefe huisjestit teMalaget, m Peper,
vier a viif verdeelingen met een wit vlies van den ander ge-
fcheiden en overtrokken. Ook groeid de Malaget noc p
een andere wys, enevenalsfwaer Gm o f Riet,
Hier te Land groeid ook noch aen kleine hoorntjesoen V/a|?, Cardamo .
welke de Cardamom fo in ge f t alt e aisfntaek niet onge y is, 1
ik ook niet entwyfelofhetfal d'efelvezyn. Lana