
Het Dorp
Apam is
nog heel
gering.
Den K.O-
ning van
Acron
word door
fijn onder-
horigege
regeerd ,
voorna-
mentlyk
yaa een.
Den Ko-
ningis een
Zeer goed
menicb.
6z B E S C H R Y V I N G V A N D E
Aftekening No. i z . en 13. zult UE. konnen zien wat vooreen
döorlugtigen Gebouw het is; wy hebben het de naam van
L<ëydzaatnbeydgegeven, vermits wy omgeduid in’c opbouwen
j wegens verfcheide tegenftrevinge der Smarten , zeer
hebben geoeffend; en ons tegenwoordig Opperhoofd aldaar,
werd wegens den flegten Handel en quaden aart der Negers fom-
tijds zo zeer geringeloord» dat hy zijn Leydzaamheid midden
in \^eidzaamheidxxx\ve&., ’k En ben noch nooyt zo zeer in mijn
verwagting bedrogen geweeft, als even met deze and aart,
dezelve quamen my zo wel voor, dat ïlc met mijn Raad den
Opbouw van dit FortjeJtixx heb verhaart i dog ik heb er ook
haart genoegberou w van gehad. Op de twee gezeyde Batte-
rytjes 'leggen agt ftukken maarzijn meefte fterkte en
«enaw^ontfangt het van een aanfienlijke Vuntxooi ’t zelve Gebouwd.
Het Dorp hier onder gelegen is kleyn en voor als nog maar
metViJfchersbewoondf dog wijl dees Plaats., .als de Acrenfe
zig wat rekkelijker willen aanftellen, heel wel ten Handel gelegen
is, zo zpq hét ligtehjk konnen gebeuren* dat men hier
Binnen weinigjaren een volkrijk Der/zag.’ Acron is , als ik
gezegtheb, een Koningryk; maar deflëlfs Koning werd van
zijn onderhorige Groten beftiefd en geregeerd , voornament-
lyk van cenen, die zijn Neefen s'V.ands Veffl^Overfte. is. Dezen
is een fchevë en' \ttrfc&\buyvef;èiexm fehélmftükken aftn-
een-hangt ,, ép welketenlijk oorzaak is, dat ons alhier zo veel
wederwaardigheden zijn ontmoet. Ik ben ver (èheyde malen
met hem in gefprek geweeft v en fchoon ik niet konbefpeu-
ren, dat ’er veel Geeft iia ftak, zo draayd.hpt geheele Rad g
eygentlijk en alleen op hem, zijnde de overige Grootën alle
byzpndere goede JHenjchtn , dewelke aan ’t voeren van Oorlogen
in waarheid geen Ichuld hebben. Den K oning is een Alan
van niet veer minder dan t’zeventig jaren, uytftefekend;goedaardig
en voldoende, met wien ik my menigen dag heb ver-
vroly kt. Hy werd de rijkfte Koning in gereed Geld van t geheele
Sirandl uytgezonderd 'die van Aquambce , en nogtans
heb ik hem de meefte tyd Kkederen zien aan hebben, die met
h#ar alle geenhalve, R y k s d a a l d e r waren.
Die xm Acrön voeren nooyt Oorlog, o f ten minften zeer
zei