
io8 B E S CH RY VING VAN DE
Regen- twee Mif/-en twee Windmaanden. Dog het veranderd
van jaar tot jaar zodanig, datwe de reekening tegenwoor-
dig by na t'eenemaal qnyd zijn, komende de Zomer nu zomtijds
een gehele Maand vroeger, en op een ander jaar weer zo veel
later de M//?, Regen, &c. Alles loopt nu geheel verward onder
malkander, zo dat men ’er nauwelijks ftaat meer opmaken
kan. r
In voonge tijden , en wanneer ik eerft hier ter Kuß quam,
zag men dat een iedei 5 zo wel Zomer als TVinter op een zekere
en nette tydquam, en dat alles veel harder en zwaarder was als
tegenwoordig. Het regende te dier tijd by wijlen zo vervaarlijk
eenige dagen agter een, dat het was of het gehele Landvril-
re- de onderlopen, en een twedeZundvloedveroorzaken , doch
v°. tegenwoordig gaat het al vry fchappelijk in zijn werk, hoe wel,
den. ȣ geen al heel zeldzaam is, men aan Axim, fchoon maar ruym
twintig mijlen Beweften Elmina, ongelijk meerder regen als elders
op een Plaats'van de Kuß heeft. 1 k verwonderde my daar
over niet weinig, wanneer ik de eerfte maal aan Axim wierd
geplaatft, dat dcRegentyd zo lang duurde, dies aan een Bevel-
hebber van onze Soldaten vroeg, hoe lang deregen hier gemee-
nelrjk wel aanhield ? en kreeg ten antwoord, niet meer dan elf
Maanden en dgt en twintig dagen in’t jaar. Gevolglijk ieder
Schrikkel-jaar een fchone dag weer; en fchoon dit wat verre
geweyd was, zo is het dog waaragtig, en onwederfprekelijk
waar, als dat het hier ten minften de halve tijd van ’t jaar regend,
waarom dc Vrugtmdaarom heen, buyten deRyften ’t Geboomte,
ook niet willen opnemen, als veel te veel water krygen-
de. ö
Een wonder is het, dat de Stormen of Travados, als men
hier zegt, t’zederd eenige jaren zo zeer zijn afgenomen en ver-
min lerd. Wy zullen van de Wind en Donder afzonderlijk
fprekende, zeggen , dat hoe zeer de Wind hier in vorige tijden
van hoeft gewoed, men by de Heer Focquenbrog kan vinden, wan-
. neer zijn E. zegt, als datze te zijnen tijde zo onverwagt en
fchielijk quamen uyt te barden, dat de Zeevarende nboy t met
volle Zylen hunne Reys derfden vervorderen, uyt vrees van
door dezelve overvallen, en om-oftegens de Klippen oï ’t Land
aaugefïagen te worden. Doch nu ter tijd heeft men daar voor
G U I N E S E G O U D - K U S T . 109
in ’t alderminlle niet te vrezen; want, fchoon dat er zomtijds
noch zware Lfavaden, van Donder, Blixem en Wind,
komen; zoo en komenze doch zoo fchielijk, noch ook zoo
zwaar niet meer ,dat ’er eenige merkelijke fchade dooi geleden
’k Heb ineen oud Papier van defe Kufi,door den Heer Direc- B|ixemmec
tem Valkenburg aangetekend,geleien,als dat aan d’ Elmina in den ccn Tpor-
jare van feftien honderd een en vyftig een fwaaren Donder-buy
is ge weeft , dat een iegelyk voor den zei ven fchrikte en beefde, | | | g | .
en zig inbeelde, dat de weereld op zyn cy nde was. ’ t Goud en £|mjn3<
Silver wierd door den Donder ge [molt en, zonder de flikjes, vyaar
in het zelve wierd bewaard, te befchadigen : ’t Geweer wierd
in de Scheedeverbreyfeld, zonder het leder te verlengen; en veel
andere zeldfaamheden meer quamender in die tijd voor te vallen,
dewelke ik, overmits’t gezeyde Papier zeer door de Pa-
pier-Wurm gefchonden was, niet ter degen kon leefen ; dog
men kon zien, datfe het meeftvoor’t Bospolver,omtrent welke
plaats de Donder-%yn grootfte werking wrogt, bedugd. en in
de uyterfte benauwdheid des weerelds waren.
Omtrent het jaar v&n feftien honderdeen-en-tneeg&ntig woed- Ad.
de de Donder en Blixim vervaarlijk in het Antefe Land , zynde feLand om.
ik te dier tijd aan Boutry geplaatft. Honderden of veel liever trenc Bou-
duyfenden van Boomen wierden , of door den Donder ter neder "T*
geveld , of van den- Blixem verbrand. Onfe Vlagge-ftok wierd
op zeekere namiddag door een Donderjlag van boven tot beneden
aan fpinters geflagen, en bleef nogtans overeyndeftaan;
maar zodanig gefchonden, dat het geleek, o f’er een honderd
wigge of twee, om hem. te doen fply ten, waren in geflagen ge-
weeft. De Negers , die in de zelfde waan meteenige onder
ons zyn, de welke zig laten voorftaan, dat de kragt des Don- wajn vail
ders in zeekere Steen beftaat, blecven in geen gebreeken om ecu Demons
. wanneer het quade Weerovex was, een Steen boven te der-fteen.
brengen , dewelke onfe Vlagge-ftok, volgens hun dwafe mee-
ning, zoodanig had gehavend ; ik bevond hem even zoo te
zyn alfe van de onfe, en die zig inbeelden het befbnder wel te
weeten, werd befchreeven. Dog het geene ik by wylen door
den Donder heb fien uytregten, zal my niemand door natuur-
lyke Redenenbewyien, zulks van een Steen te konnen gefchie-
O 3 den;: