
B L A B W
welgelegentheid, en fterkte./bW.
Neger s{yn in ,’t gemeen tweequalen
onderworpen, als de kinderpokken
en de Wurm, en hoefe
geneefen worden, 105. De Negers
fchoon gefond lerende
waaromfe egrer felden tot een
hogen ouderdom geraaken. 106.
Haar vroege kennis » aangaande'
het Venus-fpel,aangemerkt, en
waarom feldèn een Hüüwbaar
Vrouwsperfoon Maagd bevonden
word. 107. De Negers befchreven
wegens haar bedrk-
gelykhèid , en guitagtigheid.
1 13. Zyhluyen zorgeloos1, ibid.
Grootshartigheid der jonge
Manfchapinkléding.- i i4.Zyn-
de die van de Oudé heel fober,
enflegt. 115. DeHövaardy van
deWyven in haar klederen b’e-
fchreeven. 115.Hoedanig de opvoeding
van hare-kinderen is.
x 17. Wat voor onkoften fy hebben
in ’t kinderbaaren. itóv By-
geloovigheid óntrentj'onge-kin- j
derengebrnikelyk. ijp. Waarin |
het voedfél der Négetsbeftaat.
ibiJ.Zynby uxtiiementheid gie- :
rig. ibid. en groote liefhebbers
van fterken drank.- ibid. Hare
pligtpleging en groeteniffen ;
waar in beflaan. 120. Hare
ScV eepvaarten Vaartuigen. 125.
D e verfcheidenheid wan fpraak
der Negers aangetoond. 124.
‘Wat Voor een onderfchcid
Y S E R.
onder de Negers is , ten
opzigtvan haar ftaat. 125. en
vervolg. De verfcheidenheid vari
gevoelens onder de Negers wegens
den G odsdienft. 13 q.en vervolg.
Zyn met veele Afgoden
voorben. 142. De Roomfche
fouden in’tbekeeren der iVegers
meer voordeel doen als andere ,
en de reden waarom,; 143, Ver-
fcheide gevoelen, der A/egers»
aangaande.een anderleven naa
dit tegenwoordige. 144, en
wrw/^iGelovenaanTovenaars.
en aan den duivel, dog Tonder
hem-aan te bidden» nog eenige
offerhanden te doen. 147, 148.
Het Trouwen der Negers hoe in
fy n werk gaar. 185:. De iVegers
Trouwen fo veelWy ven alsfebe-
geeren , en defélvé moeten voor
hen in’t land gaan arbeiden. 186
Hebben met hare Wy ven geen
gemeenfchap van goedBren. 1 90.
Hunne kinderen erven niet van
den-Vader,en de redenen waarom.
150, ipjHun rykdom waar
inbeftaat. 192D e Negers land-
waartsin wonende fyn feerftraf
in’tbeftraffen van overfpel. 193.
Eén Neger overleden fynde ,
doetdePriefteronderfoek, of
hiy meineedig is ge weeft, of hfei-
melyk door fyn -vyanden vergiftigd
ib. 8 .Een-aartig geval dit aan
gaande, waardoor den Dienaar
onfésSehr-y vers, neven een ander,
13 L A D W
der» in levens gevaar gefteld
wierden. b. •■ ibid.}
'Hoord-kapers befchreven, mitsga-:
ders de-vreefe der andere Vif-l
fchen by de aankomft van defe.
b. 5:7 .en vervolg.;
O.
D Egwa, een Dorp, word door
- d’Engelfchen van fyn In-
woonders ontbloot» en de- re-,
den hier van. y-2
O eftersgroeyen opeen wonderlyke,
wyfe voort in de BoutryfeRivier.
-2-1,
Offerbanden der Negers aan-hare
Afgoden, wanneer en waarom
gedaan worden. 143
Offerhanden in ty d van ziekten,waar
in beftaan. £. juf
Offra, hetJLandfehap béfchreeven,
ten opzicht van fyn gelegenheid,!
verwoeftingdoor de Papofe, enj
andere omftandigheden, b. 187
■ O lip bant befchreven ten opzigt ran!
" !ftj'neveele-enaanmerkelykeftoe-i
‘danigheden. -22 .De grote deri
O liphanten opdekuft van Gui-
neaaangerrierkt. 23.Doengroo-
1 te fchadeaan de Ooft-boomen.
ibid. De Oliphantcn doen dej
Menfchen, wanneerfe defelve
ontmoeten,niet aan. ibid. :Kon-j
■ • nen wel fw emrnen . 24. Zyn niet'
wel dood tefchieten, als optwce
plaat fen. ibid. DëLaudfchapperi,
‘aangemerktwaardeOJiphanten
Y S E R.
gevonden worden, ibid. Veel O -
diphanten aan Acra, waaronder
eenengefchooten, en hoefwaar
deffelfs tanden waren. 2j.Rede-
• neeringonfesSchryvers, ofhet
wel bedenkelyk is dat een Oli-
fy n tanden fou verwiffelen. ibid.
'*Een Oliphant ftaat een Neger te
pletteren .91 .'Rrygd vedfehoo-
ten, en bloed fterk, »W. Een Neger
wil deffelfs ftaart affnyden,
dog word door den Oliphant
gedood, 92. Wat kogels vereift
worden om een Oliphant te
•fchieteni93.0liphantenftcrven
het liefft ineen Böfch, of onder
Bomen. 9 y 1 Groote menigtevan
Qliphanten ontrent de Rivier
•Riodi Gabon. b. 196. EcnOli-
phant gaat heel zagjens langs de
■ Rivier, dies de Schry ver met ee-
nige vandeTy oen op hem los
gaat. ipy.Ontmoetenin hetwe-
derkeeren vyf O liphanten. ibid.
Eendeode Oliphant, wienstan*
den zeventig pond woegen, in ’t
geraamte gevonden. 198
Oorlogen ontftaan onder de! Negers
uit het invofderen van fchulden.
198. Ook-uitbegeerlykheid tot
eensanders Goed. 169
Oorlogen vallen onder -de Negers
niet koftelyk, en hoe weinig de
foldaten krygen voor datfe ten
Oorlogtrekken. 1A9, en vervolg.
OpfaHft f der, Wyvenge ierdeBedien-
densby deNegerfeheK onihgen,
p P 2 en