
‘ i7i BESCHRYVING VAN DE
dcre bekruypen den Vyand, en alsfe digt by gekomen zijn taffen
haar Geweer, wanneerfe uyt al hun magt zo veel alsfe tapen
konnen, en of haar de Duyvel agter 't gat was, lip weder ag-
ter hun Vdik begeven, om huh Geweer te laden , en weder aan
den dans te komen. In ’t kort, zy maken onder 't Slaan, met
het kruypen, ’ t buygea van hun/j//en’ t fchreeuwen, even
o f’er dat ook iets toe zou doen, zo veel Grimmatfen, dat het
eerder na een Narre- of Apenfipel, als na eenVeldslag gelijkt.
Waar in De Buyt, waarom de gemeene-üun den Oorlog na volgd,
beftwt!' ndcGevangene, en ’t cieraad’t welk dezelve zo van Goud als
Conté de Terra, dragen: want eenige zijn zot genoeg, omlig
in dusdanigen gelegentheid, op het koftelijkfte toe te takelen;
voornamentlijk de Negers uyt het Land. Dezelve zijn zodanig
met Goud en Conté de Terra behangen, datze nauwelijks voort
konnen.
D egemeene Gevangene, en die geen Losgeld konnen. opbrengen
, werden tot Slaven gemaakt en verkoft, o f zy houden de-
zelve ook wel om hun te dienen, al na dat het haar in den zin
komt. Maar wanneerlè voorname Perzonen van haar Vyanden
Hoog Lot- £>cvanSen krijgen, die werden wel bewaard, en op een hoog
geld van Losgeld gefteld. Dog den geen, die den Oorlog tegens haar
eenige die heeft aangevangen, zullenze niet ligt voor Lojg^tólaten gaan,
gevangen al wilde hy zig ook tegens G oud opwegen, uy t vrees, dat hy
wcr en' het namaals weder mogt hervatten, en haar op een nieuw ver?
ontruften.
Geen Neger, hoe groot van vermogen hy ook zijn mag,
kan zig , vry zijnde, beroemen, of verzekeren van nooy t in
En dewelke Slaverny te zullen vervallen: want maar eens ten Oorlog trek-
konnen be- kende > kan dart ligtelijk zijn beurd werden, in welke ftaat hy
uien in een dan ook moet bly ven, tot ’er tijd dat zijn losgeld volkomen is
eeuwige betaald, ’t welk by wijlen zo hoog werd gefteld, dat hy, nog
moeteed zijn "Vrienden, in ftaat zijn, om het zelve te voldoen; en is
bly ven, 0f derhalven gedwongen, om voor eeuwig en altoos in Slaverny
ook wel te bly ven, en de alderveragtfte dienften, die hem opgelegd
omgebragc werden, te verrigten. Eenige , die fig verfteeken zien om
werden. yan j,un Q evang ene een hoog Losgeld te trekken, hebben de
Barbaarsheyd wel van dezelve op de wreedfte wyze van kant te
helpen, en daar mede zig zelven te betalen.
O or-
GUINESE GOUD-KUST. 173
Oorlogen, die tuflehen twee Koningryken dziejzne waar wlviel van zkoamn ieder tbijudys Koning geeènni,g zo zijn magtig van een is,langen dat hy nafleep,zijn werden gevoerd,onderhorige na van beiden in’t voetzand ejaren geraakt.na den ander Veel male*duren, leggenfe tot en konnen dat een aelesn zgoe hneuel. ,j acetnr tdeagne n,s meeent wel tek Vleeylnde z onder iets uyt te regten, tyd-wel verdrijf weder naamtrekken,te geven ; derhalven troepen malkander wat zonder den zy tegens ander eens de te Regen-hebben
tyd aanDgoegta dfti.t komt .p rjp , lzeonn adaenr gwaealnk,e rds etwoeefltkeem meerendeel tmóainrg Joor’tbeftel hzyet n zieetl vlieg taelfirjakd hunner eeenn, Papen toe, ecz„fQ 'Voenlddeslra gv ozuorl-- dcnOorlog. wendzel,mzea ahre tz oe gwtearn dat nweiellre hun dne Goden zdeo en, het een nog quaden niet verftaan,uytflag voorzeggen en haar , zo ; moed tiger is zyn als tot dat van den Schelmen zo Vyand,zullenze en zien,de dat hun Leger veel mag- Soldaten met zo veveel gten,d zaitg f het èteh ovoenrf zelve chheotqounaenli,aanraden;redelijk wel j kw keotemnt dog geter
egfe
vallen, zy altvoooosr bieedtsin, goe,m h ueyr-t Voort m,te dheezte brengen:goef hgeeeelen als e onbehoorlykheid dat de Hoofdluyden,hebben of ook begaan wel de ,Solddaataerno
en ’tmaggaanzohetwil, Leger de is geftraft is onfchuldig,geworden. en blijft Kort altoos om , aanN due eveerr.Paap meen ik, datwe eenmaal lang genoeg van dees fot-
fen owpegl Oorlog evheroduidenend hebben h edeicfsth,gehandeld ; adlvaetn w iky o’eork > die odnes ik g ezov zelfs allalenng,nauwelijks odmie tirte nmty weet,h neebnb teyn-of vdeen i n, doemze hlveet gebeurd zijn, zal over liaan,te befchry en my gaan begeKrygs
geweer fer Negers ven.
’* Voornaamfte daar van zijn Snaphanen , ofte Carabynsè 7Gf f “ r
Met het zelve wetenfe wonderlyk gezwind en handig om te beftaatf*1*
gaarv, \ is niet, onvermakelijk om haar een fVapenfchouwing eerltuyc
te zien houden, zo aardig als zy het Geweer behandelen, lof- Snaphanen.
Jende het zelve op verfcheide wyze, op, en door malkander,
de eehefit , den tweeden kruypt, legt, en zo voorts, dies het
ook groot wonder is , datze den ander niet en befchadigen.
Y 5 't Komt