
vin tjaar
uytg,cbanden
zei vch zo veel niet) maar wel voor haaf Afgoden’, en zorh-
tijds ook voor haar afgejlurve Vrienden.
Werd door De Duyvel werd op een zekere en vaftgeftelde tijd van ’t iaar’
3 ^ doorJhaf !1£d^? uyC,al haar DorPen gebannen, Hgeen met een
7 wonderlijke Plegtigheydgefchiet. Ik heb het aan Axim, waar
datler wel het meefte werk van makentweemalen gezien;
eerfl: gaat er een Feefl van agt dagen voor af, öp dewelke zy al-
nerhznde vrolijkheydmet danzen, zingen en fpringen, bedry-
ven; op die dagen hebbenze ook vry heid om van een iegelijk
wie het ook zijn mag, alderhandey#**dte zingen, ’t zy zijné
bedt tegeryen oft tfchelmjlukken op te halen, of al wat haar maar
gevald, zonder datze deswegens Jirafiaar zijn of geftoord mo-
* ; Sen worden; ’t eenigfte middel om haar te doen zwijgen, is
datmenze braaf met drank, befchenkt; als wanneerze haait van
toon zullen veranderen, en in plaats van quaad, des Schenkers
lof, en deugden gaan ophalen, en zingen.
Hoe zulks Op den agtften dag voormiddags, jagenze dè Duyvel uvt,
paa!’“ aank een g^oot gefebreeuw lopen alle agter den ander, gooijen-
Axim j drek) jieeneny houtr of watze maar krijgen konnen «
den Satan zo dapper na t gat , dat het wel een hagelbuyvan al-
derhandegoed gelijkt. Wanneerlè de Duyvel nu een flukweegs
buyten het Dorp geleid hebben, zo keerenze allewederom
en eindigen daar mede haar agtdagige Gods- of liever Duyvels-
dienft. Dog hier by ftaat noch fe letten, dat ’er al meer als
eenen Duyvel mede moet fpeelen : want bp een en dezelve tijd
werd hy wel uy t honderd Dorpen te gelijk weg gejaagt. En op
dat hy zig met ergens in haar Huyzen mogt verfchuylen, zo
hebben de Wyven de voorzigtigheid, om alle boute en aarde
vaten wel fraaytjes uyt lefchuuren, en te voaffen,omze van
alleonreynighcid, ofóenDwyvel, tezuyveren.
In het Antefe Land is dezelve Plegtigheid, om den Duyvel
eauawaar te bannen > gebruykelijk » maar die arme Menfchen zijn
datze noch daar met noch een ilimmer Duyvel ( alhoewel zy het een God
een andere noemen ) gebruy t. Namentlijk, eene van een Reufe geilal.
«fhebbe7». dewel ke aan de eene zijde van zijn lighaam gezond, tn aan
de andere zijde verrot Vlees heeft j en zo by aldien deze eenige
Menfchen komt aan te raken, zo moeten dezelve aanftonds fter-
ven , ’ t geen ik ook zonder de minde twijffehng geloof) dog
Als ook in
'c Antefe
Land waar
GUINESE GOUD.KUST. 14?
om dit voor te komen, zo tragtenze dien Sinjoor Duyvel of A fgod
(dat en verfchildzooveelniet) metetentcverfoenen, ten
dien eynde ziet men het geheeleLanddoor duvfende van Potgerigen
Uien cynuc uu. mm I.v. ......... n ï: ï ,
ies of Bakjes met eten Haan ; en het moeit waarlyk al een hon
gerigen 6 Dief ' zyn , indien ’hy daar ’
van het lijf met vol kon
krygen!
De verfchvninge va n.Geef en Hellen zy medevaft, en ook Vcrfci,y.
dat de zelve cle Menfchen hier zomtijds komen quellen, en be-ninge van
angft maken. Soo wanneer iemand ( voornaamelyk een voor-
naam Perfoon) geftorven is, zoo makenfe malkander dapper geloofdi
benauwd , geloovende dat den zelve noch eenige nagten agter
den ander, omtrent zyn Woonplaats verfchijnd, en komt waren.
Feeften of Hoogtyden hebben de Negers niet als eene, diezy
houden wanneer het Koorningeoogft is, en die wy hier Kermis
noemen; en dan noch het F eeft van dén Duyvel-Ban.
Buyten het geene de Smarten van ons geleerd hebben, weten
zy het Jaar niet te verdeden in maanden noch vieeken, maar
maken haar rekening mide Maanfchyning, waarbyzy de tyd
om te moeten Zaayen, konnen afmeeten. Dat de vcrdecling verdeling
ra.n maanden'mweeken , en die wederom in dagen van overlang vantyde,
aan haar is bekend geweeft, zoud ik wel konnen gelooven, om
dat ieder dag een bezondere naam in haar fpraak heeft. Der
Negers Sondag komt op onfe D ingsdag: dog die van het Antefe
Land , als de Mahemetanen , des Vry daags* Haar Sondagen
werden door haar niet anders gevierd als datfe beletten, dat’er
niemand in Zee gaat om te Viffen ; dog ander werk mag
een iegelyk vry en onbekommerd , gelyk op andere dagen ,
doen.
De Negers in het L and, onderfcheyden de tyden op een won- au mede
derlyke wijs» noemende de eene gelukkig, en de andere ongeluk- omtrent
kig, in eenige Landen duurd de groote gelukkige tijd , negentien, 2eiufe klSc
en de kleyne (want U E , moet weten, dat hier in ook noch on- lukkige,"
derfcheydis)fevendagen; entuflehen de zelve in, heeft men
feven quade , of ongelukkige dagen, ’ t geen lbo veel is, als haar- En hoedu
Jieder Vacant ie y want in de zelve zullen zy niet op Reys gaan, niS-
te Veld trekken noch iets van aangelegentheid onderneemen :
maar, zoo lang dezelve duuren, ftilblyven zitten» zonder
T 3 iets