
190 B E S C H R Y V I N G V A N D E
Eed ee den welken te doen, den Jongman werd opgelegd, waar na zy
fcheyden. hem vry fpreeken. Dog indien hy weygerc te fweere»,zo word
hy veroordeelt'.
Getrouwde De getrouwde hebben met den ander geen gemeenfchap van
hebb-0 Goederen, maar een iegelyk blyft in het bezit van fijn eygen.
geen ge- En o ver de onkoften van het huyshouden verdragen zv met den
meenichap ander, vallende gemeenlyk de koft den Wyven, en de Kleding
van Goede- den Mannen te beurd , om *er zorg voor te dragen.
Als een van bcyden , te weten de Man o f ’t Wy/komt te
Erven ook ft erven, foo verfchynen de Vrienden, en neemen al de nalat,
niet van tenfehap nazig, zander dat Ma» of W ijf iets van het zelve tno-
malkander. gen trekken, of’er door verrykt worden j niet tegenftaande
zy nog veelmalen de onkoften van de Begraaffenis, moeten
helpen dragen.
Byfitten der Enige Negers hebben buyten haar getrouwde "Wyven, ook
Negers,hoe nog eenige Byfttten , of Cmcuhynen ■, waar van zy zomtijds
haar Kind"- mcei'der » a^s van hun eygen Wyven houden, en ook voor deren
werden zelve meerder zorg dragen. De kinderen die zy by deze Byfit-
behandeld. te# krijgen, Ayaonegt, en werden onder de verwandfehap niet
gereekend. „ . .
Iemand een kind by zijn Slavin krijgende, 't zy dat hyze ge*
trouwd heeft gehad of niet, zal na zijn dood voor Slaaf of Sla-
vin, van zijn erfgenamen werden aangemerkt engehoudem
Dierhalven een Neger, welke zijn SlavinWdt, zal, om zulks
Voor te komen , haar voor zijn dood, met haar k in d of kinderen
, vryheid’geven, latende de Plegtigheyd, daar omtrent ge-
bruykclijk, by zijn leven verrigten > -als wanneer zy buyten.'
5t geweld der Vrienden is gefteld, en voortaan als een vry Per-
zoon ge-eerd word.
Kinderen De kinderen, die zy by him getrouwde Vrouwen winnen,
van'h n'Ct z 'Jn wel Egt, dogen beuren daarom egter geen Erffenis,
Ouders. wijl de kinderen op de Goud-Kuft , Ac.ru alleen uytgefon-
defd , van haar Ouders niet en erven. De oudfieSom alleen
, indien zijn Vader een Man van Staat is geweeft , te
weeten , een Koning , of Capitein van een Dorp volgt
zijn Vader in dpszelfs wanrdigheyd op, en krygt zijns 'Vaders
Schild, en Sabel. Dog buyten dat niets ter weer el d
meer ; zoo dat het hier niemand te ftade komt van rijke,
en
G U I N E S E G O U D - K U S T . 191
en welhebbende Ouders gebooren te zijn, ten waare dat de
zelve by levende Lyve , ( 't geen zelden gebeurt) door natuurlijke
liefde bewogen, hen het een o f’t ander by zetten.
Dog zulks moet nog al ftil en geheim gefchieden; want by
aldien ’erde Vrienden agter quamen , zy zouden ’t deze kinderen
na haars Vaders dood weder tot een duyt toe doen uytkee-
ren. L;
Met de Erf hearing gaat het al heel zeldzaam toe, en nadat Hoe het
ik heb können ervaren , op de volgende wijs. Broeders-en
' Sufiers-kindere»zijnde regte en wettige Erfgenamen, met de- ä
zen verftahde nogtans, dat dezelve niet gelijkelijk tot de Erfenis
komen , maar een Jongman de oudfie van zy n Moeders kinderen
zijnde, Erft üemlatenfcbap van zijn Moeders Broeder, of
deszei ven Zoon, en zo mede de Dogter van haar Moeders Süßer,
of derzelver Dogter.
D é Vrienden van is'Vaders kant, als haar Vader, deszelve Van Vaders
Broeder, of Süßer, &c. rekenen zy haar niet te beftaan, kon- kant rekenen
ook van dezel ven geen Erffenis heffen. De reden, waar- 'f f f f
om ? weten zy ons zelfs niet te zeggen. Maa r ik meen, dat 'E ^ p |
het hier in voorige tijden wegens der Wyven boerery is mge- nen ook
werd, endatze het, om even die zelve reden als eenige Ko- van dczel-
mngen in Ooft-Indien, dus hebben ingefteld , dewelke haar g ||||Et’
Büßers Soon voor haar eygen, tot de Koninglijke waardigheid waatom.
verheffen, ’t Welk , zoo ons de Sehryvers van di& Landen
verzoeke ren, daar gefchiet, omdat zy zig können verzeeke-
ten, dat haar Supers Soon van haar bloed is; altans van s'Moeders
wegen, ‘t welk zy van bun zei ven, of eygen kinderen,
;niet en können doen, Want een vreemde Vrouw trouwende,
.én dat dezelve de Hoer fpeeld, en uyt die omhelfing
•een kind overgaard, zo zou het zelve haar ten eenemaal vreemd
zijn.A
an gezeyde Plaatzen, in Ooft-Indien , zijn de Kortingen
bezorgd oen hun Ryk. en Kroon, aan geen vreemd Geflagt na
te laten} en hier , dat hun Goederen niet vervremd mogen
worden., en tot een ander Geflagt overgaan. Dog wijl de
Eer ver boven ’t Goed te ftellen is, zoozoud ik, als een van
beiden moeft zijn , overhellen om de Wet der Indimen
te pry zen. En ik gelove, dat UE. van die zelfde gedagte zult
■ zijn. W an