
’ t Heeft my een geruyme tyd , dat ik dit werk onderhanden
heb gehad, feer gedaan, dat met de konft van tekenen
niet en was begaafd , nog dat ’er iemand in die
konft ervaren, op de Kuft wierd gevonden, terwylen ik
van gedagten w as, dat een Boek met’er eenige vrcemdig-
heden, waar vanhet fel ve gewaagd, in en aan hetgefigtte
vertoonen , geen kleine glans werd bygefet, als willende
het oog ( ’t welk al een voornaam deel van onslichaam
uytgemaakt) mede garen het zyne hebben, en in de vreem-
digheden niet misdeeld zijn; dog eindelijk, en na dat ik
met fchryven al feer ver was gevorderd > quam 'er een Per*
foon met gclèyde konft begonftigd , op de Kuft aan te
landen, dies ik ook niet lang en draalde, maar ftelde den
zelven aanftonds te werk, eerftclijk met hem allede Forten
beooften Elm ina fo van Ons , de Engelfen als Deenett te
doen uyt tekenen , en omhemdaartoedestebeetergcle-
gentheid te geven , ging ik die Reisin Perfoon ( als zijnde
met een Commïjfie van den Heer Generaal Sevenhuyfen,
weegens faakén van de CMaatfchappy, belaft) met hem
doen. ’t Gedierte dat ons onderwegen op mijn bevel
wierd gebragt, is door hem mede na het leven afgcbecld,
en van het felve had hy ook wel foo goede kennis als van
het uyt-tekenender Forten\ waar in men egter geen grove
misdagen fal gewaar werden , en enkelijk maar fodanige
w e lk e de regelen van de Tekenkonft b e t r e e n , en dewelke
van niemand als in die konft ervaren, lullen werden
befpeurd. Maar, de dood, die niemand ontliet, o f
op de noodfaakelijkheid eenige agt geeft , trof dten T e .
kenaar ( fo als wy gereed ftonden om ook een Reisje be-
weften Elmina re onderneemen) lbdanig, dat hy binnen
weinig dagen gefond en dood was ; en daar door bleef
ik net ten halven van mijn voorneemen fteefcen, en vermits
wy zederd niemand meer van die konft hebben g e had
had, fo gelieve de Leefer fig my , nevens met het bekomene
te vergenoegen. Egter leef ik niet fonder hoop om het
geene ontbreekt , nog te eenigertijd te füllen bekomen,
en’t welke hier namaals nog wel fou können werden by-
gevoegd , indien de Boekverkoper anderfmds maar gelukkig
genoeg is , dees eerften druk fpoedig uyt te verkopen,
als wanneer’er neeyeas de overige Plaaten , ook
wel een aanmerking over de geheele K u ft , mitsgaders
een nadere Bcfchry ving van de B ov en -K u ft, d eB ogtvan
Guinea , en de Kuft van Angola by mögt komen, ’teen
en ander, indien wy tijd van leeyca hebben , fie ik met
bewilliging van Myn Heeren de bewindhebberen nog te ge-
rnoet.
Myn verfoek van een iegelyk ,. wie het ook foude mogen
aangaan , beftaat voornamentlijk hier in , datfe het
my niet qualijk gelieven te neemen n o g ’er fig aan ergeren ,
dat ik fo hier en daar den aart van een vryborftigen H ollander
laat blyken. Het en is niet gefchied om iemand te
Verkorten, maat om een Les te geven aan onfe nakomelingen
. en die ’er aangelcegcn is om ’er fig m tijd en wijlen
van te bedienen ; dog is ’cr egter iemand die fig geraakt
vind, en die fchuld heeft, ’t en fal my niet leed z ijn , al-
fo niet meene gehouden te zijn , wegens eens anders
fiinxfe trekken de waarheid te moeten verbergen ; dog
andere die het wel gemeend hebben , en dit mijn fchrij-
ven niet wel en bevatten, ben ik bereid een nadere verklaring
te geven: want ik lal geenfinds in gebreken blijven om
ten allen tyde ’t geene dit werk behelft, ftaande te houden,
tegens wien ( ’t z y met eerbied gefegt j het ookioude mogen
zijn.
V aaden verderen en onpartydigen Leefer eifch ik niet:
meer,dan dat hy myne manier van lchryven,die op fommi-
gcplaatfenal wat aterlijk o f naakt fchijnd, niet en veroordeel