Gints vindme een brief vervuld van Boomen, Frugten, Kruyden
Dan van den Elefant, van Slangen lferk, en kloek.
De Slaave-kuft, cn hoe men handeld met die Luyden
Is niet het minfte, dat zie opdoed in uw Boek.
Elk plukk’ dan waar 5t hemluft, hy zal genoegen vinden.
Ferfcheydenheyd in fpijze is aangenaam aan F'"inden.
Ik voel de rymens geeft begind in my te fluyten:
Elk leez’ dit Bock, en ziehoe’t hem behaagen zal,
Envolgeu, BO SM AN, dan op’t fpoor: lkzalbefluyten
Met deeze regulen, maar vier in het getal.
’ t Boek van de Goud-kufl op ’t naauwkeurigtte befchreeven ,
Waar in men alles, ’t geen betreft die Landftreek, vind,
Zal u , na uwe dood, doen veele jaaren leevcn :
Het zy zoo: ’t Is de wenfch , van die zig noemd
Uw Frind:
Rotterdam den
XX.NoV. MDCCÏ1I.
D. H A V A R T
Med. Doft or.