
4o B E S C H R Y V I N G V A N D E -
tot de Vreede gefind was? en wy verdonden haad tot onfé volkomen
vergenoeging, dat den JkLoning, den Oorlog moede was,
en niets (o iëer als de Vreede begeerde, dies het ook niet lang
aan liep, of wy quamen op feer goede en eerlijke voorwaarden
met hem te verdragen; 'kfeggoed, om dat wy over een quamen
fonder van weerkanten iets anders dan een va Re en vertrouwde
Vreede te ey fchen; en dies dagten wy dat het ook des
te beftandiger fou fijn, gelijk het ook fekerlijk fbu zynge-
weed , want wy begonden alreeds te fmaken, hoe veel een
goede Vreede boven den fchadelijken Oorlog te (lellen is. Dog
in't midden van deze gerudheyd en betragting van deVreede.
in ’t toekomende in meerder waardye te houden, komt ons
gantfch onvefwagt, en tegen alle vermoeden, een vreemd
geval van de Engelfche te voren: want die H eeren, fig van den
C ommanyfchen Koning beledigd agtende, ofwel datfe den fel-
Commany- ve mistrouwde, dat hy ons, als lijn oude vrienden weer toe,
c en Ko- en jjaar ^ mog t vallen, altans wat de oorfaak ook mag geweed
zijn, fy deden den fèlve, als hy op fekeren dag zig met haar
meende te verluiligen, in haar F ort tot Cabocors vermoorden;
op een de Europifche Landaart onbetamelijke wijs, en beloon- •
de aldus ondankbaarlijk de dienden, gedurende eenigejaren
van hem ontfangen.
Defe fchendaadbr> een grote verandering in de faken van
ig defe Kufl te weeg, die van C ommany tot noch toe zo naauw
demoord^"aan ^ ni eVc^e verbonden , wicrden geflagen Vyanden van
in de faken delélve, tragte op alle maniere haar ’s K onings dood te wreken;
deler Kuft. Tekki Ankan hier en tegen wierd haaraldergrootde Vriend, en
hebbende in gezeyde Moord mede de hand gehad , (o vlugte hy
by nagt van onder ons K afteel van daan, en vervoegde zig by
de Engélfche, met dewelke hy met den eerden ging aanfpan-
nen om de C ommanyfche weder met Oorlog aan te taden; doende
ons verzoeken om mede in dat verbond te willen treden ;dog
dat wierd geweygerd, alfo wy ons om haarentwil in geen Oorlog
behoefden te wikkelen, alfo wy tot ons leetwefen lang geheyd
der
Comma-
nylche tot
eeu Vrede,
di: ook
binnen
korten tyd
wierd getroffen.
Dogwyl
de Engelfche
den
eing vermoorden
,
weder tot
water liep.
Grote ver-
anderin
De Engelfche
van.
gen den
Oodogte.
gen die van
Commany noeg hadden geimaakt hoe verdervende den zelven voor onfen
aan. ' Handel was. Zy gingen egter met haar voornemen voort, en
koften tot haar behulp om , die van ■Saboe, Acany, en C abes-
T’erra, met welk onderdand Tekki-Ankan in ’ t Veld komt,dog
met
GUINESE GOUD-KUST. 41
met zo weynig geluk, dat hy door de Commanyfche ten eene- Doch weI_
maal wierd geflagen, en op de vlugt gedreeven, niet tegen- den gefla-
ftaande hy ten minden viermaal zo veel Volks als de Commany- gen,
febe, by hem had: dog die hadden daar een tegen een Neger,
met namcAmo-ïekki, ten Veld-Overften, in wien de dapperheid
van den vermoorden Koning (cheen te herleven > en waar
in hy den zelve ook geenfints behoefde te wijken; Waarom de
Commanyfchen ook zo groten Overwinning voor ’ t meefle gedeelte
aan hem waren verfchuldigt.
Niet tegendaande wy ons tot dus verre onpartijdig hadden
gedragen, zondér ons vpor den een o f ander te verklaren, zo Bdeefiheid
had gemelte Veld-Overfte dog de beleeftheid om den Heer . . . . van veldover
dees Overwinning te laten begroeten, en onder ’ t (énden °»eiftcn
van eenige Bekkeneelen der verflagenen te laten betuygen, dat
hy beflooten had van voortaan m den diend der Hollanders te omtrent
willen keven en fterven; dit wierd van onze kant met gelijke °os ge.
beleeftheyd beantwoord, en na den Veld-Overflen bedankt,
en een Vereering gedaan te hebben, deflélfs Afgefanten weder j at°°y
verlbnden. O f dit nu wel ofqualijk van ons wierd gemeend, door had-
wil ik daar del lendog dit weet ik , en ’t Aaat v ad , dat wy den konneu
hier door de (choonde gelegentheid des weerelds kregen, pip weerj ”?eo *
de Engelfche nu ook eens 'fè dwarsboomen, en haar al het vori-een Neger
ge betaald te létten hadden wy Tekki-Ankan, gelijk hy ons om gefto-
reeds gedaan had, laten varen, en met die van Commany aan-ten >
gefpannen. Dog daar was om zulks uyt te voeren een groote
hinderpaal in de weg, te weten, een Van de grootde Schelmen
die ik ooy t onder delen Landaart heb gekent, ■ en die dies tijds
Makelaar van de Maatfchappy was. Aan dezen Schoft leende
de Heer. . . . . . zodanig het oor,* dat alle andere Raden by zijn
E. als verdagt waren, en deze Makelaar, uyt haat, of eygen
aanbelang, befchuldigde de Commanyfche en maakte haar zoo
Zwart, dat....... eindelijk een af keer van de zelve kreeg, en
zig Zodanig quam te gedragen,dat de Commanyfche haad merkten
waar dat het eyndelijk heen wilde, en dies öntzagenle zig
ook niet, om ons zo nu als dan, eenige kleyne belediginge
toe te voegen, ’ t geen enkelijk het doel was, waarop Akim
daroogde, om daar uyt reden te mogen halen de C ommanyyé&
evyandlijk aan te taden. Hy wid , ......... ook zoo ver te
F bren