
i6 o B E S C H R Y V I N G V A N D E
heid verzeld gaat, werd afgemaakt. En dieshalven heb ik
My in mijn R echter - Ampt ook altoos daar aan gehouden ,
waar van ik hier na een aanraerkelyk voorbeeld zal verhaa-
lén.
Al de Boetens, die aan Axim komen voor te vallen , behan-
digd de geen, die de zelve verbeurd, aan den Koopman j die
dezelve dan weder uy treykt aan de geen, wienfe toebehoo-
ren, namentlyk, debeledigde Party, dogal bevoorens neemt
hy 'er zijn verdienden loon af, ’t geen voor jveynig jaren noch
al eenigzinds aanmerkelyk was. *k Seg voor weynigyV?^»,
want het noch niet zeer lang is verleden, dat zeeker Heer zulks
heeft verboden , en gelaft , dat een Koepman voor ’t afdoen
vaneen Gefchil, hoe groot het zoude mogen zyn, niet meerder
zou hebben te eyfehen, als de waarde van agt Ri/xdaalders;
en fchoon men hem meerder wilde geven , hy egter het zelve
niet zou hebben te ontfangen. Al te harden of ftrengen gebod
waaragtig, dat men een ander wil beletten goed te doen , of
van het zyne na eygen welgevallen, te fchikken. Defe Heer
wilde hier mede zyn barmhertigheidbetoonen, om de Smarten
niet al te zeer te drukken. Dog ik , en meer andere met m y,
en hebben het zoo niet aangemerkt, maar wel, dathetuyt
een pure Nydigheidbcü.ond, en dat hy buyten en behalven fif*
zelve, niemand anders, die zoo wel Dienaars van deMaa?-
fchappy waren als h y , iets gunde, en dit heeft zyn gedurigen
Handel met de Smarten ook meer als te veel beveiligd. Want;
hy een zaak voor haar afdoende, of de zelve over dees, ofgee-
ne wan-bedryfftraffende, liet zig met geen agt Rijxdaalders
paayen, maar kon het zelve zomtyds wel tot eenige Honderden
doen oplopen. Dies ik ook geloove, dat de Aximfe Kooplieden
, ziende dees Wet van den Wetgever zelfs foo fwaarlyk o-
treden, zig aan de zelve niet zeer hebben gebonden. En met
reden, want het zelve tegens de oude herkomens der Smarten
zelfs was ftrydende v waarby, als het My was voorgekomen ,
ik my ook, zonder op dees nieuwe Wet eenige agt te geven,
zou gehouden hebben; metvaile vetfeekering , dat ik daar
door vau de Smarten zou bemind zyn ge weeft j daar in tegendeel
dees inhalige Wetgever, door, zijn ongeregtig ten Handel,
cn ongewoone heb-lufl, tan al de Smarten als de Duyvel zelfs
wierd
G U I N E S E G O U D - K U S T . 161
wierd gehaat en genoegfaam vervloekt. Dog genoeg hier van.
Ik zal eens gaan toonen , waar in de voordeelen van den
Koopman aan Axim , wegens zijn Rechter-Ampt , beHonden.
■ .
Als een Neger, by voorbeeld, over dees of geene misdaad
een boete van honderd Rijxdaalders opgei egt was, zoo had de Axim is
Koopman van het zelve tmee derde deden, en de geiamentlykc profyrelyk,
Caboceers, een derde deel. Dog wegens Doodslag, Dief-Jlal, waar uyc
of het invorderen van iemands fchulden, foo kreeg den Eyfcher
drie vierde van ’t geheel', ’ t overige was voor den Koopman en
de Caboceers, werdende weder onder haar als vooren verdeeld;
te weten, een derde voor de Caboceers, en tmee derde voor den
Koopman dies het hier voor een Koopman vry voordeeliger Reg-
ter was te weien, als by ons in Europa, altans voor foo veel de
Rcgters daar op een eerlyke wijs krygen, ’t geen buyten dien
op een ongeoorlofde manier vald, wil ik niet rekenen , dat is
een zaak waar van ik geen kennis heb, noch bok nieten begeer
te hebben. ’ tVoorfey de Rechts-loon betalen de Negers (aXi&ns
’ t is voordelen foo geweeil) met de meeile'goedwilligheid,
zonder het ooyt tegens te ipreeken , zelfs de geen, voor wiens
den Koopman maar een zuyvere fchuld had in gevorderd, betaalde
van zyn geheelen ontfang-fi een geregte vierde,cn dit was
zoo vail en gezet, als men weet dat men totAmfterdam by den
Bakker een duytvooreen bol moet betalen.
Hier zal ik , volgens beloften, als een tuflehen-poos , la- 0mftan.
ten invloeyen , wat my, terwijl ik het Gezag als K oopman aan dig bvtigc
Axim had, voor een zaak te vooren is gekomen. In ’t Land- wegens een
fchap van Ancober, dat van voor langen tijd onder de gehoor-
zaamheid van Axim had geilaan , woonden twee Caboceers, Groótcn
beyde van een redelyk groot, aanfien , dewelke al van eenige aan Arco-
jaren herwaards met den ander over hoop, en in verfchil had- | cr >en yat
den gelegen; latende een ieder van dezelve zig voorflaan , dat °,^IS
den ander zijn Slaaf uyt de geboorte , en ’t regt van erffenis a *
Was geworden. Dit was eenfeer ilrydig verfchil, en een iegelijk
wiil zijn ftelling met redenen , en bemyfen van den ouden
tijd, en menigten van jaren, zodanig te bekleeden, dat de
Hoofdluyden \ an Ancober zig bezwaard vonden , om 'er een
uytfpraak over te doen. En de Parffe'n egter van den ander
X wil