
G U I N E S E G O U D - K U S T . 17
m>a, begint het Landfehap A Wr, of anders, gelijk de Inboorlingen
zeggen, Hcmte. alhoewel wy het zelve wel van Acoda
af zouden mogen beginnen, mits het ’er tegenwoordig onder
hoord. Voor veele jaren wierd dit I .andfehap verdeeld in
Hoog- en Neder-Ante. Voor ’t eerft wierd gerekend ’ t L.and-
fchapt dat wy nu onder den naam van Axim hebben befchre-
ven, en Neder-Ante datgene, waar van wy nu een begin hebben
gemaakt. Dit land is in vorige tijden zeer magtig en Volk-
ryk geweeft, bewoond van een weerbajlig en Roofgierig Volk,
welke ons verfcheyde tyden groot fpel hebben veroorzaakt,
en wonderlijk geplaagd; maar door gedurige Oorlogen met
die van Adom^ en andere, zijnze zo afgemat, dat ’er by na
niets van haar oude luyfter meer is overgebleeven. Dog hier
agter zal ik noch meer hier van zeggen.
Eenmyl Beweften, of boven Boeswa aan het dorp Dikje- Engels
fchoof , docheygentlijkergezegt, Infuma, hebben de Engelfe
in den jare 1691. een kleyn F ortje gebouwd, na dat haar de
grond al verfcheyde malen door de brandenburgers., welke hier
eenigen tijd van te voren haar s'Keurvorften Vlag hadden ge-Is zeer geplant
, wasbetwiitgeworden. Doch die heteindelijk, o m .
datzer niet veel voordeel in zagen, goedwillig aan de Engelfe nighan/d<
overlieten. De opbouw der Engelfen ging zonderling traag
voort, dies z y ’er wel een jaar o f zes meede doorbragten, en
nochtans is het van zeer geringen belang, en niet waardig de
naam van een Fort te dragen. De Engelfe hebben zig menig-
malen over ’t bouwen van dit Fortje beklaagd, want behalven
dat het geen goede Handelplaats is, zo zijn de Negers hier on- schdm.ig-
trent zo onhandig, fchelmagtig, bedrieglijk, enftout, JatrigeNe-
zy de Engelfe in ’ t alderminfte niet begeren toe te geven, maar S"s‘
hebben zig altoos tegens dezelve aan gekant, en wanneer die
haar gezag niet geweld willen ffaande houden, zo werdenze V
aanilondsopgelyke wijze ontmoen en die zelfs het hert wel
hebben gehad om de Engelfe in haar Fort te belegeren, j gelijk Engelfe
voor vyf jaren verleden noch gebeurd is, wanneer zy het bynahefcget c
hadden ingekfegen, dwingende de Engelfe om voortaan met
haar tc leven zó als zy zelf begceren, zonder eenige Meefier-^
fchap meer te dulden. Hier uyt ontflond tufleheh haar byde, ^ïkc met
te weeten, de E ngelfe Bezetting, en de Negers, een verknog- haar *«-
‘ C te